De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 2.1 - Economische kerngegevens<br />
… vooral gedragen door<br />
opkomende economieën<br />
Mondiale economische ontwikkelingen<br />
Volume bruto<br />
Aandeel in de<br />
Bijdrage aan de<br />
binnenlands product<br />
wereldeconomie<br />
wereldeconomie<br />
2008 2009 2010 2008 2009 2010 2008 2009 2010<br />
Procentuele mutaties Procenten bbp Procenten bbp<br />
Wereld 2,8 - 0,6 4,9 100 100 100 2,8 - 0,6 4,9<br />
Industriële landen 0,2 - 3,4 2,8 55,1 53,8 52,9 0,1 - 1,8 1,5<br />
Verenigde Staten 0,0 - 2,6 2,8 20,8 20,4 20,2 0,0 - 0,5 0,6<br />
Japan - 1,2 - 6,3 3,9 6,2 6,0 5,8 - 0,1 - 0,4 0,2<br />
Eurogebied 0,3 - 4,0 1,7 15,6 15,1 14,6 0,0 - 0,6 0,2<br />
Verenigd Koninkrijk - 0,1 - 4,9 1,4 3,2 3,1 3,0 0,0 - 0,2 0,0<br />
NIC’s 1 1,8 - 0,9 8,2 3,8 3,8 3,8 0,1 0,0 0,3<br />
Opkomende economieën 6,0 2,6 7,2 44,9 46,2 47,1 2,7 1,2 3,4<br />
Azië 7,7 6,9 9,4 21,0 22,6 23,6 1,6 1,6 2,2<br />
China 9,6 9,1 10,3 11,5 12,6 13,3 1,1 1,1 1,4<br />
India 6,4 5,7 9,7 4,7 5,1 5,3 0,3 0,3 0,5<br />
Midden- en Zuid-Amerika 4,3 - 1,8 5,9 8,6 8,5 8,5 0,4 - 0,2 0,5<br />
Brazilië 5,1 - 0,6 7,5 2,9 2,9 2,9 0,1 0,0 0,2<br />
Afrika 2 5,5 2,8 5,0 2,3 2,4 2,4 0,1 0,1 0,1<br />
Midden-Oosten en Noord-Afrika 5,0 1,9 4,1 4,8 4,9 4,9 0,2 0,1 0,2<br />
Midden- en Centraal Europa 3,0 - 3,6 4,2 3,6 3,5 3,5 0,1 - 0,1 0,1<br />
GOS-landen 3 5,3 - 6,5 4,2 4,5 4,3 4,3 0,2 - 0,3 0,2<br />
Rusland 5,2 - 7,9 3,7 3,3 3,0 3,0 0,2 - 0,2 0,1<br />
1 Hongkong, Zuid-Korea, Singapore en Taiwan.<br />
2 Exclusief Noord-Afrika.<br />
opkomende economieën voor meer dan de helft van de mondiale economische<br />
groei verantwoordelijk waren. Wanneer deze divergerende economische<br />
ontwikkeling doorzet, zal de economische omvang van de opkomende<br />
economieën over drie jaar groter zijn dan die van de ontwikkelde landen,<br />
volgens schattingen van het Internationale Monetaire Fonds (IMF).<br />
Groot was ook de variatie in de groei van diverse ontwikkelde landen (zie tabel<br />
2.1). Japan en de zogenoemde nieuw-geïndustrialiseerde aziatische landen<br />
groeiden zeer hard, met respectievelijk 3,9% en 8,2%. <strong>De</strong>ze landen profiteerden<br />
vooral van de zeer sterke groei van de opkomende economieën in hun regio.<br />
Daarbij werd het Japanse herstel ook geholpen door een zeer ruim monetair<br />
beleid en een fors budgettair stimuleringspakket. <strong>De</strong> verenigde staten (vs)<br />
groeiden met 2,8%, het hoogste groeicijfer sinds 2005, al was dit net als in Japan<br />
mede te danken aan de ongekende budgettaire en monetaire stimulering. In het<br />
eurogebied lag de gemiddelde bbp-groei op 1,7%. Terwijl de Duitse economie<br />
fors groeide, werden andere Europese landen, zoals spanje, Ierland en<br />
Griekenland, met een verdere krimp van hun economie geconfronteerd (zie<br />
paragraaf 3.1). Ook de prestaties van de diverse opkomende regio’s liepen sterk<br />
uiteen. zo bedroeg de economische groei in opkomend azië 9,4%, mede<br />
dankzij dubbele groeicijfers in China (10,3%), terwijl de opkomende economieën<br />
in Midden- en Centraal-Europa en in het Midden-Oosten en Noord-afrika met<br />
circa 4% groeiden. Ook de Latijns-amerikaanse regio presteerde goed met een<br />
52 <strong>DNB</strong> / <strong>Jaarverslag</strong> 2010<br />
3 Gemenebest van Onafhankelijke Staten.<br />
Bron: IMF en Eurostat.