- Page 2 and 3:
Benny Lindelauf De hemel van Heivis
- Page 4 and 5:
Bless tbe beasts and tbe cbildren l
- Page 7 and 8:
Inhoud Deel r Een Gouden To ekomst
- Page 9 and 10:
Een glorieuze toekomst 253 Geloven
- Page 11 and 12:
In de Hemel Op een regenachtige mid
- Page 13 and 14:
cijfers. Het enige zwakkere vak is
- Page 15 and 16:
De regen was opgehouden. De ruit va
- Page 17 and 18:
Het verhaal ging dat de Sigaren kei
- Page 19 and 20:
hoogtepunt heen. De zon zakte vlamm
- Page 21 and 22:
'Wat is transport?' vroeg Jes. 'Iet
- Page 23 and 24:
Onze grootvader in de beschuitbus N
- Page 25 and 26:
We bleven doodstil liggen. Ik voeld
- Page 27 and 28:
Ik werd wakker met een ontzettende
- Page 29 and 30:
Mijn Gouden Toekomst Na de catechis
- Page 31 and 32:
met veel geschreeuw kwijt te raken.
- Page 33 and 34:
een on opvallend gebouwtje met in p
- Page 35 and 36:
de sigaren gemaakt werden. We verbo
- Page 37 and 38:
Muulke en Jes keken elkaar met van
- Page 39 and 40:
stad door gerend was. Ik hield niet
- Page 41 and 42:
haar strak insnoerden en een akelig
- Page 43 and 44:
De terugkeer van Nienevee Het waaid
- Page 45 and 46:
'Moeten we oma Mei wakker maken?' v
- Page 47 and 48:
To en sloeg de automobiel af. Want
- Page 49 and 50:
Jarenlang was het goed gegaan. To t
- Page 51 and 52:
die in doek of behangpapier waren g
- Page 53 and 54:
'Hij is ... hij komt ... is van de
- Page 55 and 56:
'Ik mag maar één keer per twee we
- Page 57 and 58: ze de rest van haar ongetrouwde lev
- Page 59 and 60: had een uu r gezocht, het zand zat
- Page 61 and 62: oven de aarde. To en keek hij op. '
- Page 63 and 64: J assen die passen Ik had tegen oma
- Page 65 and 66: 'Ik moet rennen,' zei ze, 'oma Mei
- Page 67 and 68: Ik dacht eerst dat het door de kar
- Page 69 and 70: aanes door, meermaals steun ontvang
- Page 71 and 72: zoals de Dreuvige gedaan had. Die h
- Page 73 and 74: De pop die alles zag (I) De wind ru
- Page 75 and 76: Zeggen dat de Sigarenkeizer rijk wa
- Page 77 and 78: 'Is er iets?' vroeg de Pruusin bezo
- Page 79 and 80: Deine liebe Freundin Fing De Pruusi
- Page 81 and 82: 'Ga zitten!' lachte de Pruusin. Ik
- Page 83 and 84: de kelder kwamen de opgewonden stem
- Page 85 and 86: Geluk In de ochtenden moest ik een
- Page 87 and 88: 'Onzin.' Ze hielp me overeind. 'Het
- Page 89 and 90: Vanuit het hart van de stad sloeg d
- Page 91 and 92: 'Muulke!' zei Jes hard. 'Sst!' sist
- Page 93 and 94: als in een speelgoedwinkel. Niks wa
- Page 95 and 96: sliepen, kwamen er voetstappen de t
- Page 97 and 98: uit de Zoo van Antwerpen in gezeken
- Page 99 and 100: Ik voelde dat ik een kleur kreeg, m
- Page 101 and 102: mijn grootmoeder om de tuin wilde l
- Page 103 and 104: 'Wc moeten die Pruuse uit de lucht
- Page 105 and 106: open, langs de gladde tegels achter
- Page 107: Vriendinnen Tot Muulkes grote teleu
- Page 111 and 112: Diepgroeiers Van de Daamsen werd ge
- Page 113 and 114: Hij hielp de graven delven. En als
- Page 115 and 116: Uiteindelijk was het Anna die ons n
- Page 117 and 118: 'Wat is er met jou aan de hand?' vr
- Page 119 and 120: Een Vrouw vol Vrijwillige Werken Op
- Page 121 and 122: 'Jij krijgt geld om met mij te spel
- Page 123 and 124: 'Eeniedn- begrijpt dat saamhorighei
- Page 125 and 126: toen het ernaar uitzag dat zij het
- Page 127 and 128: om vriendin met haar te worden. Maa
- Page 129 and 130: Ik verschoof de poppetjes zodat de
- Page 131 and 132: Op de ochtcnd van het feest liet de
- Page 133 and 134: Hij liep mopperend achter me aan en
- Page 135 and 136: Een ongelukje kan gebeuren In de sa
- Page 137 and 138: was ze bij de Pruusin gaan wonen? W
- Page 139 and 140: Liesl zat doodstil. Een engel in ha
- Page 141 and 142: Acht-en-een-kwart armen Twee weken
- Page 143 and 144: Bijkomen! Alsof Liesl een enorme re
- Page 145 and 146: weg te lopen. Om samen een nieuw le
- Page 147 and 148: 'Welterusten, Nienevec,' zeidenjes
- Page 149 and 150: 'Een lééncadeau!' jubelde de Pruu
- Page 151 and 152: Daarna reden we naar Wa tersleijde,
- Page 153 and 154: Zag dan niemand hoe ze was? Zag dan
- Page 155 and 156: opreden, daar voelde ik nu niks. Ik
- Page 157 and 158: omfantelijkindianengehuil. Ik klom
- Page 159 and 160:
Betaalfamilie Ik zou kunnen zeggen
- Page 161 and 162:
ene moment staarde ze dommig en een
- Page 163 and 164:
'Prima!' 'Maakt u zich nict te druk
- Page 165 and 166:
Een nieuwe karavaan To en het uitei
- Page 167 and 168:
Onze broers schoten als één man o
- Page 169 and 170:
'De tanks,' zei ik. 'Welnee!' riep
- Page 171 and 172:
er eentje met haar vinger doodschoo
- Page 173 and 174:
Mejuffrouw Vroon '1ànte Trude, de
- Page 175 and 176:
Ik was helemaal niet van plan gewee
- Page 177 and 178:
Pap in de sigarenwerkplaats tekeerg
- Page 179 and 180:
Het werk dat ik doen moest was niet
- Page 181 and 182:
'Ik zei toch: laat maar!' zei ik kw
- Page 183 and 184:
als onze Belgische potkachel. Muulk
- Page 185 and 186:
hem niet eens aardig vindt.' 'Wie z
- Page 187 and 188:
Gods bakplaat (r) Het was een kwest
- Page 189 and 190:
Hij keek me aan. Ik zuchtte. 'Omdat
- Page 191 and 192:
Muulke keek me verbluft aan. 'Je mo
- Page 193 and 194:
'Broers of zussen?' 'Nee.' 'Andere
- Page 195 and 196:
maar die had het niet gehoord of de
- Page 197 and 198:
'Ik moet weg.' 'Weg?' 'Naar huis.'
- Page 199 and 200:
omdat het huis buiten de stadsgrenz
- Page 201 and 202:
Hij zweeg. Het zwijgen van de Imbec
- Page 203 and 204:
Gods bakplaat (II) Mejuffrouw Vroon
- Page 205 and 206:
Bèr zat in een kerkhofvaas te roer
- Page 207 and 208:
zaten in onontwarbare klitten bij e
- Page 209 and 210:
Misschien kwam het doordat Filip me
- Page 211 and 212:
klommen. Er waren luchtgevechten ov
- Page 213 and 214:
Ze hadden stemmen van zijde, zo zac
- Page 215 and 216:
'U was er niet eens bij!' riep ik w
- Page 217 and 218:
niet verdrietig, eerder grimmig. Ze
- Page 219 and 220:
Tussentijd (r) Haar hele leven lang
- Page 221 and 222:
We begonnen aan een brief. Ik wilde
- Page 223 and 224:
'Waar naartoe?' De nonnen dachten d
- Page 225 and 226:
Suiker op straat Op een zaterdagmid
- Page 227 and 228:
Filip maakte een geluid. Het was ie
- Page 229 and 230:
'Lief kind, ik ben bang dat de Pruu
- Page 231 and 232:
Berichten 'Fing?' Ik keek om me hee
- Page 233 and 234:
'Nu, we sluiten deze brief in de ho
- Page 235 and 236:
Zwart jassen die hun blaadjes probe
- Page 237 and 238:
Hij grijnsde. 'J a?' 'Ja.' Jongens
- Page 239 and 240:
worden voor onze post. Hij zei: 'U
- Page 241 and 242:
Die middag ontbood meester Govaerts
- Page 243 and 244:
Een glorieuze toekomst Die zaterdag
- Page 245 and 246:
Mejuffrouw Vroon zat rechtop met ha
- Page 247 and 248:
echtop. Af en toe ving hij mijn bli
- Page 249 and 250:
Geloven in Sint-Nicolaas Het was ee
- Page 251 and 252:
Hij zweeg een moment. 'Meester Gova
- Page 253 and 254:
Ik dacht aan Filip. Aan zijn gehave
- Page 255 and 256:
'Dat is prettig,' zei Emmaus weer.
- Page 257 and 258:
Heilige Boon Ik gaf hem zo'n harde
- Page 259 and 260:
zegt dat ik goed werk heb geleverd.
- Page 261 and 262:
Tussentijd (u) Nog steeds kon je la
- Page 263 and 264:
'Ha,' zei ik. We stonden een tijdje
- Page 265 and 266:
J es zei er niets meer over. Ze zei
- Page 267 and 268:
Ik snapte er niks van. 'Werkkampen
- Page 269 and 270:
'Waarom heeft u me eigenlijk geroep
- Page 271 and 272:
niet geschrokken. Mijn blik was vij
- Page 273 and 274:
Ik keek naar haar spiegelbeeld. Ze
- Page 275 and 276:
'Mevrouw?' 'Ja?' Ineens drong er ie
- Page 277 and 278:
wordt. En ook de ruimte tussen elke
- Page 279 and 280:
De heren soldaten zien toch wel dat
- Page 281 and 282:
Diefstal In de laatste week van okt
- Page 283 and 284:
'Wat ga je doen?' vroeg Jes. Ik poe
- Page 285 and 286:
zag ik dat haar gezicht strak van d
- Page 287 and 288:
'Speel niet de vermoorde onschuld!'
- Page 289 and 290:
Ik hoorde de grinderige grond krake
- Page 291 and 292:
'Wa t îs dit?' vroeg ik kwaad. 'De
- Page 293 and 294:
'Daarom dacht ik dat ik haar daar w
- Page 295 and 296:
De lucht was inmiddels loodgrijs ge
- Page 297 and 298:
Hoe een rat niet te vangen Twee dag
- Page 299 and 300:
Ik ranselde het kleed vol overgave.
- Page 301 and 302:
'We zijn beneden,' zei Muulke allee
- Page 303 and 304:
'Nu!' beval Muulke. 'Fing, nu!' Ik
- Page 305 and 306:
De onbeperkte mogelijkheden van het
- Page 307 and 308:
Die lag bezaaid met lijfjes en mouw
- Page 309 and 310:
'Je moet het die man niet kwalijk n
- Page 311 and 312:
Piep en kraak Je kon niet altijd ba
- Page 313 and 314:
in een strak ritme, met oma Mei die
- Page 315 and 316:
'Je kan toch wel wat zeggen.' 'Door
- Page 317 and 318:
Pakjesavond En daarmee was onze sit
- Page 319 and 320:
maar ik kon achter me voetstappen h
- Page 321 and 322:
kaar kunnen rammelen. Alleen had ik
- Page 323 and 324:
hield zijn armen wijd. Ik had kunne
- Page 325 and 326:
tegen zijn hoofd gedrukt. Een ander
- Page 327 and 328:
weet niet of het door die blik komt
- Page 329 and 330:
Tweeënhalf jaar is de oorlog bezig
- Page 331 and 332:
Eerst denk ik dat iemand met een sc
- Page 333 and 334:
Op de vlucht We vlogen over de akke
- Page 335 and 336:
In de ver tc kwamen nieuwe vliegtui
- Page 337 and 338:
en doodsbang om buiten te blijven.
- Page 339 and 340:
olJes de lamp heeft aangestoken met
- Page 341 and 342:
Nu was mijn hoofd dat pijn deed. Nu
- Page 343 and 344:
De vlam ging steeds zwakker branden
- Page 345 and 346:
Het kleine keukentje staat propvol
- Page 347 and 348:
Maar Groi3papa vond ze helemaal nie
- Page 349 and 350:
ten. En ook een beetje muurderiger.
- Page 351 and 352:
eenmaal niet een hond in Amerika ko
- Page 353 and 354:
'Soms wou ik dat ik nog een zus had
- Page 355 and 356:
Als ik in onze straat kom is het le
- Page 357 and 358:
Ze begint aan me te sjorren, maar i
- Page 359 and 360:
klinkt rustig. 'We vinden ze toch w
- Page 361 and 362:
Geen weg terug 'Wat heb je daarna g
- Page 363 and 364:
Muulke en Jes waren er ook, maar ze
- Page 365 and 366:
Ze stak haar hand uit. 'Leeba,' zei
- Page 367 and 368:
zocht ik net nog haar armen, nu sla
- Page 369 and 370:
'Hier,' zei ze. En ik voelde een ha
- Page 371 and 372:
De wereld is plat Een week later kr
- Page 373 and 374:
Muulke enJes hehhen me later vertel
- Page 375 and 376:
Heer Dokter kwam die middag, bekeek
- Page 377 and 378:
De schat van de linde Het duurde no
- Page 379 and 380:
Jes. 'Over de twee bommen die op on
- Page 381 and 382:
Het omvallen van de linde had een a
- Page 383 and 384:
Niet omkijken We stonden voor Negen
- Page 385 and 386:
Verantwoording en dank Net als het
- Page 387 and 388:
f,imburgse woordenlijst dreuvige -
- Page 389 and 390:
Duitse woonienlijst auftnachen bitt
- Page 391 and 392:
Jiddisje woordenlijst afikoman - he