Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...
Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...
Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Thema: 13 Doorgaande wegen<br />
De gemeenten worden vanouds doorsneden door landwegen verbonden met de rest van Brabant en<br />
de wereld. Het beloop van die wegen is in de regel goed bekend, de ouderdom van de wegen van<br />
voor 1800 is vaak onduidelijk. De doorgaande wegen verbinden dorpen onderling of met verder weg<br />
gelegen steden en streken. Vervoer vond plaats langs landwegen waarvan de loop werd bepaald<br />
door de zandruggen en beekdalen die ze volgden. Deze wegen waren in de zomer stoffig en mul en<br />
in de winter nat en modderig. 30<br />
Een kenmerk van de middeleeuwse wegen is dat ze zorgvuldig de hogere gronden volgen, enigszins<br />
bochtig zijn en hier en daar overgaan in bundels van alternatieve wegen. Dit laatste maakt dat beter<br />
van routes gesproken kan worden. Rivieren en beken werden aanvankelijk overgestoken bij een<br />
voorde of doorwaadbare plaats. Juist in de doorgaande wegen zijn die het eerste door bruggen<br />
vervangen. Zo'n voorde of brug werd vaak de focus van een tweezijdige wegenwaaier. Er zijn echter<br />
ook eenzijdige wegenwaaiers: de punten waar alternatieve wegen afsplitsten en punten waar een<br />
weg het cultuurland verliet en daar het keurslijf van akkers en heiningen kon afschudden. Dergelijke<br />
eenzijdige wegenwaaiers markeren dus het punt tot waar de ontginningen strekten. Bij veren,<br />
bruggen en kruisingen verrezen vaak ook herbergen. Nabij steden werden stukjes weg bestraat, maar<br />
de vraag is of dat op de dorpen ook gebeurde.<br />
Vanaf het midden van de zeventiende eeuw werden nieuwe met bomen beplante rechte en tonnerond<br />
gelegde wegen (“dijken”) aangelegd ter vervanging van de beroerde middeleeuwse wegen. We zagen<br />
al een voorbeeld in een deel van de oude weg Antwerpen – Roermond ten oosten van Budel. Het<br />
zelfde idee werd vanaf 1810 op een hoger schaalniveau herhaald met de wegen die door Napoleons<br />
genie en onder koning Willem I aangelegd werden. Deze "rijkswegen" waren echte interregionale<br />
wegen, kaarsrecht, bestraat en beplant. De kosten moesten weer via tollen terug verdiend worden.<br />
Opnieuw raakten er zandwegen buiten gebruik. De "provinciale wegen" die in de negentiende eeuw<br />
tot stand kwamen waren daarentegen niets anders dan verbeterde interlokale wegen. Ze behielden<br />
dus hun bochtig verloop, al werd er hier en daar een lastige bocht opgeruimd of een ontbrekend stuk<br />
nieuw aangelegd. Tenslotte (hier vanaf 1873 in het zuiden en 1913 in het oosten) verschenen de<br />
spoorlijnen op geheel nieuwe spoorbanen. Elders sloten daar vanaf ca 1880 trammetjes op aan die<br />
meestal in de berm van bestaande wegen reden.<br />
In Budel werden buiten de landbouw opvallend veel verschillende beroepen uitgeoefend. Bepaalde<br />
primaire bronnen laten zien dat in Budel de meeste centraal verzorgende en stedelijke beroepen<br />
vertegenwoordigd zijn, zodat het er op lijkt op dat Budel een verzorgende functie voor de regio had.<br />
Het grote aantal verschillende ambachten, - waarbij enkele beroepen zoals timmerlieden, metselaars,<br />
smeden en winkeliers zelfs zeer hoog vertegenwoordigd zijn -, het grote aantal winkeliers, het<br />
voorkomen van enkele voor het platteland zeldzame beroepen in de sector maatschappelijke<br />
diensten zouden er op kunnen wijzen dat Budel een soort verzorgingscentrum was. Een<br />
verzorgingscentrum is een economisch optimaal gelegen plaats waartoe mensen uit de directe<br />
omtrek zich wenden voor hun behoeftenvoorziening. 31<br />
De veronderstelling dat Budel een verzorgingscentrum was, is curieus omdat de ligging van Budel<br />
niet zo optimaal was. Door de aanleg van de straatweg van 's-Hertogenbosch naar Luik rond 1800<br />
had Budel haar ligging aan de handelsroute naar België verloren. Deze straatweg liep namelijk langs<br />
de volgende route: 's-Hertogenbosch, Boxtel, Best, Eindhoven, Borkel, Lommel, Tongeren, Luik. In de<br />
tweede helft van de negentiende eeuw verliep het handelsverkeer naar België grotendeels volgens<br />
deze route. In feite lag Budel vrij geïsoleerd, wat men spottende heeft genoemd "de appendix van de<br />
Brabantse zuidoosthoek". In het midden van de negentiende eeuw kwam er verbetering in de<br />
infrastructuur door de aanleg van de weg Eindhoven - Maarheeze - Weert, en de aanleg van de<br />
spoorlijn Antwerpen - München Gladbach. De enige verklaring van Budel als verzorgingscentrum is<br />
dan ook dat mensen uit de omliggende dorpen Gastel, Soerendonk, Maarheeze en misschien<br />
Hamont in Budel hun inkopen deden. Deze dorpen waren immers even geïsoleerd gelegen als Budel.<br />
30 Kolman e.a., 1997, 45.<br />
31 Lammers, 1983.<br />
35