30.09.2013 Views

Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...

Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...

Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1.3. Werkwijze bij het maken van het fysieke landschap<br />

Als uitgangspunt voor de kaart van het fysieke landschap is de geomorfologische kaart genomen. De<br />

ligging en begrenzing van de daar aangegeven terreintypen is vervolgens aangepast aan de hand<br />

van vooral de relatieve hoogtekaart en verder voor details met behulp van de kadasterkaarten en de<br />

het andere kaartmateriaal. Al doende zijn de moderne structuren, zoals autowegen, vuilhopen,<br />

afgravingen en bebouwde gebieden, uit de kaart verwijderd.<br />

Vanaf de oude kadasterkaarten werden de beken ingetekend: element “07 Beken” op de kaart. De<br />

beken werden stroomopwaarts niet verder getekend dan tot waar de kadasterkaart ze een min of<br />

meer natuurlijk (enigszins kronkelend) uiterlijk geeft. Op die beken sluiten vaak veel rechtere, ooit<br />

gegraven waterlopen aan die misschien wel in een oud dal of dalvormige laagte liggen, maar hier niet<br />

als “beek” zijn aangemerkt. Ook enkele beken direct ten westen van Budel zijn meegenomen. In<br />

totaal betreft het 10 beken, met een totale lengte van 59 km waarvan een groot deel buiten de huidige<br />

gemeente Cranendonck.<br />

De beekdalen zijn op de geomorfologische kaart meestal van een R-type. Al die R-typen zijn<br />

samengenomen en vervolgens is de begrenzing aangepast aan de AHN-gegevens en de oude<br />

kadasterkaart, waar dat nodig was. Deze bewerking leverde “06 Dalen op het Hoge”. Door controle<br />

tegen de kadaster- en topografische kaarten is een nadere verdeling tussen “dal” en “rijt”<br />

aangebracht. De beekdalen strekken deels een eind buiten de huidige gemeente. Het zijn er 10 met<br />

een oppervlakte van 1198 hectare. Ook een 11 e dalletje net in België is meegenomen omdat het een<br />

stukje bovenloop van de Sterkselse Aa is. In het noorden sluiten de noord of noordwest gerichte<br />

dalen aan op de dalen van Heeze – Leende. In het zuiden komen twee oost-west gerichte dalen net<br />

tot in Cranendonck, de een westwaarts afstromend, de andere oostwaarts.<br />

De volgende stap betrof het andere uiterste in het landschap: de stuifduingebieden. Ook deze kunnen<br />

op de geomorfologische kaart teruggevonden worden (3L8 en 4L8: Lage land- en stuifduinen met<br />

bijhorende vlakten; 4L8 Hoge land- en stuifduinen met bijhorende vlakten; 4K21 Lage stuifdijk; 12C3<br />

Hoge stuifduinen), maar hier leverde de relatieve hoogtekaart een belangrijke verrijking met details<br />

op. De bodemkaart (code Zd maar ook Hd) diende als controle en de topografische kaarten van<br />

1837/8, 1900, 1930 en de kadasterkaart dienden om inmiddels afgegraven duinen terug te vinden en<br />

ze scherper te lokaliseren. De geomorfologische kaart bevat wonderlijke aanduidingen: enkele grote<br />

vennen in het zuiden van Budel heten duinen te zijn. Dat soort zaken wordt nu gecorrigeerd.<br />

Binnen de duingebieden komen allerlei kamduinen voor: soms paraboolvormig, soms langgerekt,<br />

soms helemaal rondlopend. Ook de laagten in het duingebied konden zo goed worden opgespoord.<br />

In een aantal gevallen moesten de kadasterkaart en de oude topografische kaarten voor aanvullingen<br />

zorgen. Ook de afgravingen zijn hier van belang. Grote gebieden in vooral het zuiden van<br />

Cranendonck zijn om allerlei redenen afgezand en of afgevlakt. Door de grote omvang van deze<br />

vlakken is het goed mogelijk dat daar niet alle oude duinpartijen teruggevonden werden. Deze<br />

bewerkingen leverde het onderdeel “04 Duinen en stuifkoppen” op. Vooral het grote complex van de<br />

Budelerduinen langs de oostgrens van de gemeente is opvallend.<br />

Van de geomorfologische kaart werden de dekzandruggen (3K14, 4K14) afgelezen. Dat zijn er resp.<br />

47 (747 ha) en 1 (50 ha). De categorie “3L5 Dekzandruggen met of zonder oud bouwland” bleek een<br />

zeer belangrijke aanvulling. Voor een deel bleken deze gebieden hiervoor als duinengebied<br />

geclassificeerd omdat de hoogtekaart er heel duidelijk een patroon van duinen en uitblazingslaagten<br />

laat zien. De enkeerdgronden van de bodemkaart beslaan zeer grote oppervlakten, maar de<br />

grondwatertrappen daarbinnen (vooral GWT=7), bleken wel nuttig bij het onderscheiden van hoge en<br />

lage dekzandruggen. Na het inschatten van de overvloedige zandafgravingen en vergelijking met de<br />

AHN en oude topografie, konden in Cranendonck uiteindelijk 57 gebieden als “02 Lage<br />

dekzandruggen” en 34 als “03 Hoge dekzandruggen” aangegeven, resp. 1194 en 461 hectare groot.<br />

Het betreft onder andere de dorpsakkers van Hugten, Maarheeze, Soerendonk, Gastel en Budel,<br />

waarbij vooral het laatste gebied opvalt omdat het akkergebied uiteenvalt in een archipel van hoge en<br />

minder hoge dekzandkoppen.<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!