HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dram«tisch climax is uitgewerkt. In de<br />
andere gevallen gaat het steeds slechts<br />
om het amoureuze spel tussen Nereïde<br />
en Cycloop, waarbij iedere bewerker,<br />
dichter of beeldend kunstenaar, zich op<br />
eigen wijze de afloop van het verhaal<br />
kon voorstellen. Maar hoe die afloop<br />
ook werd verbeeld, variërend van een<br />
strikte afwijzing door Galatea tot een<br />
gelukkige vereniging van beide geliefden,<br />
duidelijk is, dat hier een mensenvretend<br />
monster, dat zich van geen<br />
enkele wet, noch goddelijk noch menselijk,<br />
iets aantrekt, niet meer op zijn<br />
plaats is. Ook al heeft hij een enkele keer<br />
nog drie ogen, toch vertoont hij steeds<br />
meer het karakter van een domme en<br />
onhandige maar toch goedmoedige lobbes.<br />
En dat de onmogelijk lijkende liefde<br />
tussen beiden toch ook nog wel eens kan<br />
eindigen in een ‘happy ending’ blijkt uit<br />
een Pompeiaanse muurschildering,<br />
waarop Galatea en Polyphemus zijn afgebeeld<br />
in een innige ‘eindeloze’ omhelzing<br />
(afb. 27).<br />
Afb. 27. Polyphemus en Galatea. Muurschildering<br />
uit de Casa della caccia antica in<br />
Pompeii, 1e eeuw. Napels, Museo Nazionale.<br />
38/94<br />
Een keuze uit de geraadpleegde<br />
literatuur<br />
B. Andreae, Odysseus. Archeologie des europäischen<br />
Menschenbildes. Frankfurt, 1982.<br />
B. Conticello en B. Andreae, Die Skulpturen<br />
von Sperlonga (Antike Plastik, Lieferung 14).<br />
Berlijn, 1974.<br />
E. Bradford, Ulysses found. Londen, 1963.<br />
Fr. Brommer, Odysseus, Die Taten und Leiden<br />
des Helden in antiker Kunst und Literatur.<br />
Darmstadt. 1983.<br />
B. Frellmann, Die antiken Darstellungen des<br />
Polyphemabenteuers (Münchener archäologische<br />
Studiën, 5). München, 1972.<br />
M. I. Finley, The world of Odysseus. Harmondsworth,<br />
1962.<br />
R. Hampe, Sperlonga und Vergil (Schriften zur<br />
antiken Mythologie, 1). Mainz, 1972. Zie ook<br />
recensie van B. Andreae in: Gnomon, 45, 1973,<br />
84-88.<br />
J. H. Jongkees en W. J. Verdenius, Platenatlas<br />
bij Homerus. Haarlem, 1955.<br />
E. Lessing (cd.). Die Odyssee. Homers Epos in<br />
Bildern erzählt. Bazel-Wenen, 1966 2 . Zie<br />
vooral: H. Sichtermann, Die Bilderwelt der<br />
Odyssee. Ueber die bildlichen Darstellungen des<br />
odysseischen Sagenkreises, 211-233.<br />
G. Säflund, The Polyphemus and Scylla Groups<br />
at Sperlonga. Stockholm, 1972.<br />
Margaret R. Scherer, The legends of Troy in art<br />
and literature. New York en Londen, 1963.<br />
W. B. Stanford, The Ulysses theme. A study in<br />
the adaptability of a traditional hero. Oxford,<br />
1963.<br />
W. B. Stanford en J. V. Luce, The quest for<br />
Ulysses. Londen, 1974.<br />
Odette Touchefeu-Meynier, Thèmes odysséens<br />
dans l’art antique. Parijs, 1968.<br />
Noten<br />
l. Strabon (Geographica 1,2,15) geeft als zijn<br />
mening, dat de zwerftochten van Odysseus<br />
zich moeten hebben afgespeeld in het<br />
westelijk deel van de Middellandse Zee. V.<br />
Bérard (Les navigations d’Ulysse. 4 delen.<br />
Parijs, 1927-1929) meent, dat Homerus<br />
reële locaties beschrijft, die dan ook terug<br />
te vinden moeten zijn. E. Bradford (Ulysses<br />
found. Londen, 1963) ontleend aan Homerus<br />
gegevens voor windrichtingen en zeilroutes<br />
en zeilde de route van Odysseus na.<br />
J. V. Luce (in: Stanford-Luce, Quest, 118<br />
e.v.) meent, dat een aantal passages bij<br />
Homerus gebaseerd zijn op de beschrijving<br />
van werkelijke plaatsen in Zuid-Italië. De<br />
bron van deze gegevens moeten gezocht<br />
worden bij de Mykeense zeevaarders en<br />
vroegste Griekse kolonisten. Maar ook de<br />
sprookjestheorie heeft nog steeds aanhan-