HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
The Dial in 1923, getiteld ‘Ulysses, Order and Myth’. Eliot vindt Joyce’s gebruik van<br />
de Odyssee ‘even belangrijk als een (natuur)wetenschappelijke ontdekking’; en vervolgt:<br />
‘In using the myth, in manipiilating a continuous parallel between contemporaneity and<br />
antiquity, Mr Joyce is pursuing a merhod which others must follow after him... It is<br />
simply a way of controlling, of ordering, of giving a shape and a significance ïo the<br />
immense panorama of futility and anarchy which is contemporary history’. (Deining,<br />
pag. 270). Op de vraag of de moderne geschiedenis zo zinloos is als Eliot voorgeeft,<br />
en op de heel andere ideeën die Joyce daarover had, kunnen we hier niet ingaan.<br />
Belangrijk voor een juist begrip van de wijze waarop Joyce het Homerische epos<br />
heeft nagevolgd zijn Eliot’s woorden ‘een continue parallel’. Wanneer men de roman<br />
Ulysses (de gebruikelijke Engelse benaming voor Odysseus) opent na het lezen van de<br />
titel, verwacht men een verhaal over deze held. Niets in de roman echter lijkt op het<br />
eerste gezicht naar de klassieken te verwijzen, behalve een paar woorden Grieks geuit<br />
door een vlerkerige student. De roman is zo anders dan het epos, dat we moeten<br />
spreken van een herschepping, of van een vertaling van het klassieke gegeven in een<br />
hedendaagse mythe, waarbij de structuur van het epos in zijn algemeenheid tot<br />
leidraad heeft gediend. Joyce’s Ulysses is dan ook een roman die speelt in de<br />
twintigste eeuw - om precies te zijn verhaalt hij de gebeurtenissen op één dag en één<br />
plaats, het Dublin van 16 juni 1904. Er is een jongeman genaamd Stephen Dedalus<br />
op zoek naar een vader (zoals Telemachos dit was), er is een oudere man, Leopold<br />
Bloom (het equivalent voor Odysseus) wiens omzwervingen de lezer volgt, en er is<br />
een - zeer ontrouwe - echtgenote, Molly geheten, die in bed wacht op de thuiskomst<br />
van haar man. Zoals blijkt zijn de personages bij Joyce zeer vrij gekozen. Het zijn<br />
onheroïsche, moderne ‘reïncarnaties’ van het klassieke voorbeeld. De overeenkomst<br />
tussen epos en roman is alleen een kwestie van zeer vage structurele parallellen, niet<br />
van gelijkenis in karakter, fysieke kwaliteiten enz.<br />
Dat Joyce Homerus zo vrij - en voor sommigen aanstootgevend - herschreef, was<br />
niet uit minachting, maar uit bewondering voor het epos. Wij weten dat hij het ‘the<br />
most beautiful, allembracing theme’ noemde. Waaraan hij toevoegde ‘If is greater, more<br />
human than that of Hamlet, Don Quixote, Dante, Faust. The rejuvenation of old Faust<br />
has an unpleasant effect upon me. Dante lires one quickly, it is like looking at the sun. The<br />
most beautiful, most human traits are contained in the Odvssey... I am almost afraid to<br />
treat such a theme; it’s overwhelming’. (Ellman, pag. 416). In de passage waaruit deze<br />
zinnen zijn genomen, beschrijft Joyce Odysseus verder als een pacifist, een vader,<br />
een zwerver, een musicus en een artiest. Al deze rollen zijn ook kenmerkend voor<br />
James Joyce zelf. Zijn herschepping van het epos als een roman over en voor onze<br />
tijd, was een poging het universeel menselijke te belichten dat een Griekse held, een<br />
Ierse auteur, en een heel gewone, heel zwakke burgerman uit Dublin gemeen<br />
hebben. Mochten we, onder invloed van recente ontwikkelingen in antropologie en<br />
sociologie, twijfelen aan het bestaan van iets dat men als ‘universeel menselijk’ zou<br />
kunnen betitelen, dan nog geldt, dat de ideeën van Jovce moeten worden gezien in de<br />
intellectuele context van de tijd waaruit zij stammen: de tijd van Jungs archetypen,<br />
Freuds Oedipus-complex, Frazers noties over de structuur van mythen, enz. Hierbij<br />
valt Joyce op door een totale afwezigheid van fascistoïde trekjes.<br />
Al nam Joyce grote vrijheden met de Odyssee, hij ging in zijn voorbereiding zelf<br />
heel nauwgezet te werk. Hij betreurde het, dat hij weinig Grieks kende, en<br />
bestudeerde alles wat hij over Homerus te pakken kon krijgen. Zo ontdekte hij der<br />
theorie van Victor J. Bérard dat de Odyssee van Semitische oorsprong zou zijn. Bij<br />
nauwkeurige beschouwing zouden de plaatsnamen in het verhaal kunnen worden<br />
teruggevonden door een Hebreeuws woord te zoeken dat op het Grieks leek. Dit<br />
kwam Joyce goed te pas. Zijn held kreeg een joodse origine, en het thema van de<br />
55/111