HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
weideplaats. Wij gingen naar binnen en inspecteerden alles. Planken langs de wanden bogen door<br />
onder het gewicht van grote kazen. In hokken stonden lammeren en bokjes dicht op elkaar; de<br />
oudste, de middensoort en de allerjongste waren apart van elkaar opgesloten. Al het vaatwerk,<br />
emmers en troggen, waarin hij gewoon was te melken, vloeide over van wei. Mijn mannen smeekten<br />
mij om gauw terug te gaan en alleen een paar kazen mee te nemen. Ik aarzelde. Zij stelden voor de<br />
lammeren en de bokjes uit hun hokken naar het schip te drijven en weg te varen. Ook daar wilde ik<br />
niets van horen - helaas, het zou ons groter voordeel hebben gebracht! Ik was er nieuwsgierig naar<br />
de man zelf te zien; misschien zouden wij nog iets van hem krijgen... Maar toen hij zich vertoonde<br />
bleek hij geen vriendelijk gastheer voor mijn volgelingen!<br />
Dus maakten wij een vuur, waarin wij voor de goden wat kaas verbrandden, om vervolgens ook zelf<br />
van zijn kaas te eten. Na de maaltijd bleven wij in de grot op hem zitten wachten. Eindelijk kwam<br />
hij er aan met zijn kudde. Hij droeg een geweldige last droog hout voor het koken van zijn’<br />
avondmaal. Met een smak gooide hij die de grot in en wij stoven verschrikt weg naar de achterwand.<br />
Maar hij dreef zijn vette kleinvee de spelonk in, dat wil zeggen, de dieren die gemolken moesten<br />
worden; de rammen en bokken liet hij buiten, in de hoog omheinde hof. Vervolgens tilde hij een<br />
grote, een overweldigend grote steen hoog op en sloot daarmee de ingang af. Met geen<br />
tweeëntwintig stevige, vierwielige wagens had men die steen kunnen verplaatsen; zo’n enorme,<br />
steile rots diende hem tot voordeur. Hij ging zitten om zijn schapen en mekkerende geiten te<br />
melken, zeer ter zake kundig, waarna hij onder elk dier een jong zette. Van de blanke melk stremde<br />
hij de helft en voegde die in gevlochten manden bij zijn voorraad; de andere helft deed hij in<br />
emmers, om als hij dorst had, en bij het avondmaal te drinken. Nadat hij deze werkzaamheden vlot<br />
had verricht, stak hij een vuur aan - en toen zag hij ons.<br />
‘Hei, bezoekers!’ riep hij. ‘Wie zijn jullie? Waarvandaan zijn jullie komen aanvaren? Drijven jullie<br />
handel of zwalk je zo maar rond, als rovers, die de zee afzwerven, terwijl ze hun eigen leven op het<br />
spel zetten en andere lui kwaad doen?’<br />
Zo sprak hij en wij voelden ons inwendig gebroken door de angst voor zijn zware stem en zijn<br />
reusachtige gestalte. Toch vond ik moed om hen te antwoorden: ‘Wij zijn Grieken, van Troje op<br />
weg naar huis; door velerlei winden altijd weer uit de koers geslagen, zijn wij, na een zwerftocht over<br />
de grote diepte van de zee, hier aangekomen. Blijkbaar heeft Zeus het zo gewild. Gij ziet in ons<br />
krijgsvolk van Atreus’ zoon Agamemnon, wiens roem onder de hemel nu wel het grootste is: zo’n<br />
ontzaglijke stad heeft hij verwoest en zoveel mannen vonden door hem hun dood. Wij, echter, tot uw<br />
knieën gekomen, smeken u, of gij ons misschien als uw gasten wilt ontvangen of, zonder zover te<br />
gaan, ons misschien iets wilt geven van wat vreemdelingen gewoonlijk krijgen. Denk aan de goden,<br />
edele heer. Wij zijn uw smekelingen, en Zeus is de beschermer van smekelingen en vreemdelingen,<br />
hij, de Begeleider, die hen vergezelt en wil dat men hen respecteert’.<br />
Opdracht 10<br />
Veel afbeeldingen van de Cycloop geven de scène van de blind-making weer; in het verhaal<br />
zijn we nog niet zo ver, maar in de afbeeldingen is dit gegeven niet te vermijden.<br />
Waarvoor zou de standaard (rechts) dienen? Geef de zin uit de tekst die hierbij past.<br />
Afb. 1. Detail van Aristonothos-krater uit Cerveteri. Midden 7e eeuw v.Chr. Rome, Conservatorenpaleis.<br />
67/123