31.07.2013 Views

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eageren. De bedoeling daarvan was niet om de Olympische goden belachelijk te<br />

maken - die waren in intellectuele kringen in die tijd allang van hun voetstuk gestoten -<br />

maar om via een travestie menselijke verhoudingen te bekritiseren, zoals fabeldichters<br />

dat via dieren plegen te doen.<br />

Onze Polyphemus treedt in twee van Lucianus’ ‘eenacters’ op. In nr. 2 van de<br />

zogenaamde ‘Zeegodendialogen’ klaagt Polyphemus bij zijn vader Poseidon over de<br />

ruwe behandeling, die hij van Odysseus heeft ondergaan; in nr. 1 maakt Galatea<br />

ruzie met een medezeenimf Doris. Net op het einde van de klassieke traditie krijgt<br />

het thema hier nog een onverwachte wending: hetzelfde soort argumenten, dat<br />

Polyphemus bij Theocritus en vooral Ovidius hanteert om zichzelf ondanks zijn<br />

ruige uiterlijk aan te prijzen, wordt nu Galatea in de mond gelegd. Ze valt kennelijk<br />

op het muzikale monster.<br />

Ook uit Pompeii kennen we overigens tenminste één schildering, waarin Galatea<br />

en de Cycloop elkaar duidelijk gevonden hebben.<br />

‘Here is my journey’s end’<br />

Men zou denken, dat in de Oudheid het Polyphemus-thema al van alle mogelijke<br />

kanten belicht was, en dat er voor de verdere traditie weinig mogelijkheden tot<br />

‘poetische Entfaltung’ resteerden. Dat er letterlijk muziek in het thema zat, bewijst<br />

het ontstaan van ettelijke opera’s met het Acis-Galatea-Polyphemus-motief in<br />

Europa vanaf ± 1600 (na een voorstelling in Dresden van Metastasio’s ‘La Galatea’<br />

verschenen toepasselijke illustraties zelfs op Meissner-porcelein). Maar ook in<br />

minstens één ander opzicht was er nog iets toe te voegen, dat in de antieke versies<br />

volkomen ontbreekt: een moraal. Onder invloed van het Christendom werd vooral<br />

de altijd immens populair gebleven Ovidius bruikbaar gemaakt voor de nieuwe leer<br />

door allegorische verklaringen (‘Ovide moralisé’). Veel variatiemogelijkheden bood<br />

ons thema overigens niet: Galatea is in deze verklaringen altijd de kuise vrouw, Acis<br />

nu eens de bestrafte verleider, dan weer de onschuldige verliefde, die door een<br />

wonder gered wordt uit de handen van de Cycloop. Maar deze laatste blijft altijd de<br />

schurk, die moet boeten voor zijn misdaden. Wat dat betreft blijft het verhaal wat het<br />

vanaf het begin was: een sprookje.<br />

Belangrijkste geraadpleegde literatuur:<br />

J. M. Bremer, Beschouwingen omtrent de Odyssee, Lampas 6 (1973), 304-333.<br />

Id., Sprookjes in de Odyssee, Lampas 7 (1974), 215-221.<br />

P. Chantraine, Dictionnaire étymologique de la langue grecque (Paris 1968), 598.<br />

H. Dörrie, Die schöne Galatea (München 1968).<br />

S. Eitrem, art. ‘Kyklopen’, in Pauly-Wissowa’s Realencyclopädie der class. Altert. wiss., IX, 2328 e.v.<br />

H. von Geisau, art. ‘Kyklopen’, in Der kleine Pauly, 3 (München 1979), 393 e.v.<br />

A. S. F. Gow, Theocritus II (Cambridge 1973), 118e.a.<br />

H. Hunger, Lexikon der griechischen und römischen Mythologie (Wien 1959).<br />

M. L. West, Hesiod, Theogony (Oxford 1971), 206 e.a.<br />

9/65

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!