31.07.2013 Views

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

e.v., pl. 59 en afb. 13-15. Door vergelijking<br />

met oude tekeningen heeft men kunnen<br />

constateren, dat het reliëf een aantal ingrijpende<br />

restauraties heeft ondergaan. De paal<br />

is verdwenen en de tweede Griek van links<br />

heeft een beker in zijn hand gekregen. Zie:<br />

Fellmann, Darstellungen, afb. 13; Conticello-Andreae,<br />

Skulpturen, pl. 59b.<br />

21. Volksnaam van fragment van Menelaos-<br />

Patroklos-groep, opgegraven en opgesteld<br />

in Rome, vlakbij de Piazza Navona, op de<br />

plaats, waar in de Middeleeuwen de<br />

schoenlapper Pasquino zijn werkplaats had.<br />

Deze Pasquino fungeerde als levende<br />

‘muurkrant’, na de dood van Pasquino<br />

werd de beeldengroep als prikbord gebruikt.<br />

Voor verdere parallellen van de groep:<br />

Conticello-Andreae, Skulpturen, 87 e.v.<br />

22. Alleen het Polyphemus- en Skyllaverhaal<br />

vinden we in de Odyssee van Homerus. De<br />

redding van het lijk van Achilleus wordt<br />

het eerst vermeld bij Sophokles (Philoktetes<br />

372-373) en verder bij Ovidius (Metamorphoses<br />

XIII, 282-285). De beroving van<br />

Diomedes is te vinden bij Aristophanes<br />

(Ekklesiazousai 1029).<br />

23. A. F. Stewart, To entertain an emperor:<br />

Sperlonga, Laokoon and Tiberius at the<br />

dinner-table, in: Journal of Roman Studies,<br />

67, 1977, 76-90. l<br />

24. Zie o.a.: W. B Stanford, The Ulysses theme.<br />

A study in the adaptability of a traditional<br />

hero. Oxford, 1963, 118-127.<br />

Opmerkelijk is, dat onder de beeldengroepen<br />

van Sperlonga ook een voorbeeld is<br />

opgenomen van een minder fraai trekje van<br />

Odysseus, nl. dat hij Diomedes het Palladion,<br />

dat deze met levensgevaar uit Troje<br />

had gehaald, tracht te ontroven om zo zelf<br />

de eer op te strijken. Men wil dit wel<br />

verklaren vanuit de onstabiliteit van Tiberius’<br />

karakter.<br />

25. A. Balland, Une transposition de la grotte<br />

de Tibère à Sperlonga; le ninfeo Bergantino<br />

de Castelgandolfo, in: Mélanges d’Archéologie<br />

et d’Histoire (École française de Rome),<br />

79, 1967, 421-502; F. Magi, Il Polifemo di<br />

Castelgandolfo, in: Rendiconti della Pontificia<br />

Academici Romana di Archeologia, 41,<br />

1969, 69-84; Andreae, Odysseus, 216 e.v.<br />

26. H. Lavagne, Le Nymphée au Polyphème<br />

de la Domus Aurea, in: Mélanges d’Archeologie<br />

et d’Histoire (École française de<br />

Rome), 82, 1970, 673-721.<br />

27. G. V. Gentili, Die Villa Erculia in Piazza<br />

Armerina. Die figürlichen Mosaiken. Stuttgart,<br />

z.j. (1958?), 27-28, pi. 23.<br />

28. Alleen Polyphemus: G. Heres, Die römischen<br />

Bildlampen der Berliner Antiken-<br />

Sammlung. Berlijn, 1972, 91, nr. 620; alleen<br />

Odysseus: D. M. Bailey, A catalogue of the<br />

40/96<br />

lamps in the British Museum, 2. Roman<br />

lamps made in Italy. Londen, 1980, 143, nr<br />

Q 805, pl. 5.<br />

29. Van deze terracotta negatiefvormen (matrijzen)<br />

zijn de meeste exemplaren in het<br />

westelijk deel van het Middellandse Zeegebied<br />

(vooral in Ostia en Noord-Afrika)<br />

gevonden. Van geen enkel exemplaar is een<br />

positieve afdruk bekend; deze zijn dus<br />

waarschijnlijk van zeer vergankelijk materiaal<br />

(deeg?) geweest. Datering: eind 2e -<br />

begin 3e eeuw. J. W. Salomonson, Römische<br />

Tonformen mil Inschriften. Em Beitrag zum<br />

Problem der sogenannten ‘Kuchenformen’ aus<br />

Ostia, in: Bulletin Antieke Beschaving, 47,<br />

1972, 88-113.<br />

30. Zie b.v.: M. Renard, Ulysse et Polyphème.<br />

A propos d’une mosaique de Piazza Armerina,<br />

in: Hommages à Léon Herrmann,<br />

Collection Latomus 44, 1960, 655-668, fig.<br />

6-8, 11.<br />

31. Voor een overzicht van de behandeling van<br />

dit thema door dichters en schilders in de<br />

oudheid en van het ‘Nachleben’ kan verwezen<br />

worden naar: H. Dörrie, Die schöne<br />

Galatea. Eine Gestalt am Ronde des<br />

griechischen Mythes in antiker und neuzeitlicher<br />

Sicht. München, 1968.<br />

32. A. Blanco, Polifemo e Galatea, in: Archivo<br />

Español de Arqueologia, 32, 1959, 174-177.<br />

J. M. Blazquez, Mosaicos Romanos de Cordoba,<br />

Jean y Malaga (Corpus de mosaicos<br />

de Espana, fasc. III). Madrid, 1981, 13-17,<br />

fig. 1-2, pl. 1-2, 81.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!