HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Claude Lorrain (1600-1682) voegt Acis en Galatca er weer aan toe, maar bij hem<br />
ligt het zwaartepunt op het mooie zeelandschap, waarin de kleine figuurtjes bijna<br />
verdwijnen. Dat er gevaar dreigt, is duidelijk op te maken uit de donkere wolken, die<br />
zich op de achtergrond rond de Etna opstapelen.<br />
Tot de overgangsperiode van het Academisme naar de Lodewijk-XVe stijl<br />
behoren o.a. de Boulognes. Deze kunst richt zich tot de opkomende bourgeoisie.<br />
Zowel Bon als Louis Boulogne, van wie wij reeds een ‘Venus in de werkplaats van<br />
Vulcanus’ aanhaalden, schilderde een ‘Triomf van Galatea’, die weinig nieuws bracht.<br />
Ook Antoine Coypel (1661-1722) behoort tot deze periode, maar hij brengt ons<br />
dichter bij de rococo-stijl. In zijn ‘Triomf van Galatea’ (afb. 4) verschijnt de zeenimf<br />
Afb. 4. Anioinc Covpel, Triomf van Galatea.<br />
Cat. Sotheby P.B. Monaco, Juni 1982.<br />
in bescheiden négligé, zoals toen aanbevolen werd door de Academie. Maar - en<br />
hierin ligt de vernieuwing - Galatea is ontegenzeglijk een portret, een model<br />
waarschijnlijk ontleend aan het hof van de Regent, de hertog van Orléans. Het brengt<br />
Coypels wil tot uitdrukking om weer tot de werkelijkheid terug te keren. De<br />
reusachtige, iets vulgaire Polyphemus leunt over een rots om zijn liefde beter te<br />
kunnen gadeslaan.<br />
Een nieuwe periode<br />
Met Jean-François de Troy (1679-1752) zijn wij in de nieuwe periode beland.<br />
Volgens zijn biograaf (de ridder de Valory) stond hij goed aangeschreven ‘bij de<br />
fatsoenlijke hoewel gevoelige vrouwen van de Parijse bourgeoisie’ 5 . Voor hen schilderde<br />
hij tal van genre- en historiestukken, waaronder een ‘Acis en Galatea’ (afb. 5). De<br />
blanke, mollige Galatea vertoont een burgerlijke wellust, die reeds aan Boucher doet<br />
denken. Ondanks zijn derde oog is Polyphemus niet meer dan een gewone, jaloerse<br />
minnaar, die naar een steen grijpt om zijn jeugdige rivaal te verdrijven.<br />
48/104<br />
Afb. 5. Jean-Francois de Troy, Acis en Galatea.<br />
Cat. Sotheby P.B. Monaco, Juni 1982.