HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
HERMENEUS jrg 56-1984 nummer 2 - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vol hun uier is, zodat hun poten er nauwelijk omheen kunnen. Dan zijn er de<br />
lammeren, het kleinere goed, in de koele schaapskooi, en in een andere kooi de<br />
bokjes, even oud.<br />
Sneeuwwitte melk is er altijd bij mij; een deel bewaar ik om te drinken, het<br />
stremsel maakt de rest tot kaas. En je zult niet alleen voor de hand liggende en<br />
gewone geschenken krijgen, als damherten, hazen en een bok, of een paartje duiven<br />
of een nest uit een hoge boomtop. Nee, ik vond een tweetal om met je te spelen, ze<br />
lijken op elkaar als twee druppels water, jongen van een ruige berin hoog in de<br />
bergen. Toen ik ze vond, zei ik meteen: die zal ik houden, voor haar!<br />
Steek nu je mooie hoofdje toch eens op uit die donkere zee, kom nu toch Galatea,<br />
en wijs mijn geschenken niet af. Ja, ik weet wel hoe ik er uit zie. Ik heb mezelf pas nog<br />
bekeken in de spiegeling van het water en ik was best tevreden met mijn uiterlijk.<br />
Kijk eens hoe groot ik ben! Jupiter in de hemel is niet groter - want volgens jullie<br />
moet er een of andere Jupiter de scepter zwaaien. Een welige bos haar hangt over<br />
mijn mannelijke trekken en overschaduwt als een bos mijn schouders. En dat mijn<br />
lichaam is bedekt met ruig en borstelig haar, dat moet je niet lelijk vinden: lelijk is<br />
een boom zonder bladeren en lelijk een paard als blonde manen zijn hals niet bekleden»<br />
veren bedekken de vogels, wol is het sieraad van het schaap. Een baard en ruige<br />
beharing, dat staat juist voor een man! Eén oog heb ik, midden op mijn voorhoofd,<br />
maar het evenbeeld van een reusachtig schild. Nou? Ziet de zon niet alles hier vanuit<br />
de hemel? En toch heeft hij maar één schijf.<br />
Daarbij, mijn vader is koning over jullie zee. Dat is de schoonvader die ik je<br />
aanbied. Heb toch medelijden en verhoor mijn smeekbeden. Jij bent de enige voor<br />
wie ik buig. Ik, die slechts verachting voel voor Jupiter in de hemel en de<br />
allesdoordringende bliksem, aanbid jou, dochter van Nereus, jouw woede doet meer<br />
pijn dan de bliksem. En ik zou deze afwijzing makkelijker verdragen, als je van<br />
niemand iets wilde weten. Maar waarom verstoot je de Cycloop en houd je van Acis,<br />
laat je je liever door Acis omhelzen dan door mij? Maar hoe hij ook in de smaak valt<br />
bij zichzelf en bij jou, helaas, Galatea, als ik de kans krijg, zal hij merken dat ik net zó,<br />
sterk ben als ik er uit zie. Z’n ingewanden zal ik levend uit zijn lijf trekken en z^n<br />
ledematen in stukjes verstrooien over de golven - jouw terrein. Zo’n verbintenis wens”<br />
ik jullie toe. Want ik ben zo verliefd en mijn liefdesvuur gloeit alleen maar feller nu<br />
het niet beantwoord wordt. Het lijkt wel of ik de hele Etna in mijn hart draag - maar<br />
dat laat jou koud, Galatea’.<br />
Wanneer Polyphemus na het zingen van dit lied als een razende ronddwaalt,<br />
ondekt hij Acis en Galatea en verplettert hij Acis onder een rotsblok. Deze verandert<br />
vervolgens in een riviergod. (De naar hem genoemde rivier ontspringt op de<br />
noordhelling van de Etna).<br />
Vert.: M. C. E. Mineur-van Kassen<br />
1 De Latijnse tekst van dit fragment is te vinden op pag. 99; voor de achtergrond van de tekst leze<br />
men de inleidingen op Thcocritus en Ovidius, pag. 94 en 96.<br />
43/99