er - Home
er - Home
er - Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
17<br />
Relative<br />
clauses<br />
120<br />
5 Een voetbal is een ding ( je moet <strong>er</strong> zo hard mogelijk tegenaan<br />
schoppen)<br />
6 Een pen is een ding ( je kunt <strong>er</strong> notities mee opschrijven)<br />
Ex<strong>er</strong>cise 17.4<br />
Ent<strong>er</strong> the correct relative pronoun: wie, wat.<br />
Situation: A picnic.<br />
1 Sanne: ______ nog een broodje met kaas wil, moet het zeggen.<br />
2 Pet<strong>er</strong>: Er zit al een tijdje een wesp op mijn broodje, ______ ik heel v<strong>er</strong>velend<br />
vind.<br />
3 Sanne: Is <strong>er</strong> niemand voor ______ ik nog een broodje kaas kan maken?<br />
4 Karin: ______ <strong>er</strong> ov<strong>er</strong>blijft, kunnen we aan de vogels geven.<br />
5 Sanne: Er is niets in deze picknickmand ______ we<strong>er</strong> mee t<strong>er</strong>ug naar<br />
huis gaat.<br />
6 Erik: Picknicken op het strand is toch het leukste ______ je in de zom<strong>er</strong><br />
kunt doen.<br />
Ex<strong>er</strong>cise 17.5<br />
Connect the sentence pairs with the correct relative pronoun.<br />
1 Ik heb gist<strong>er</strong>en een soort vis gegeten. Ik had <strong>er</strong> nog nooit van gehoord.<br />
2 Het is een witte vis. Hij wordt in de Atlantische Oceaan gevangen.<br />
3 De vis w<strong>er</strong>d met een saus ges<strong>er</strong>ve<strong>er</strong>d. Er zat heel veel knoflook in.<br />
4 We bestelden een witte wijn. Hij smaakte heel goed bij de vis.<br />
5 Ik vroeg om het recept van de saus. Ik kreeg het natuurlijk niet.