er - Home
er - Home
er - Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ex<strong>er</strong>cise 9.4<br />
Give a negative answ<strong>er</strong> using niet hoeven te. Watch the pronouns and<br />
separable v<strong>er</strong>bs.<br />
1 Moet ik mijn formuli<strong>er</strong> nu meteen invullen? Nee, u ________<br />
2 Moet ik een paspoort bij me hebben? Nee, je ________<br />
3 Moet ik mijn schooldiploma’s laten zien? Nee, u ________<br />
4 Moet ik me hi<strong>er</strong> voor die cursus aanmelden? Nee, je ________<br />
5 Moet ik het cursusgeld nu meteen betalen? Nee, u ________<br />
Ex<strong>er</strong>cise 9.5<br />
In this ex<strong>er</strong>cise, you are giving negative answ<strong>er</strong>s to the questions using<br />
indirect speech. You are also replacing the prepositional object with <strong>er</strong>.<br />
Example: Wil Erik ov<strong>er</strong> dat probleem praten?<br />
Nee, hij zei dat hij <strong>er</strong> niet ov<strong>er</strong> wil praten.<br />
1 Gaat Karin naar die film op tv kijken? Nee, ze zei ________<br />
2 Kan Erik goed met die comput<strong>er</strong> w<strong>er</strong>ken? Nee, hij zei ________<br />
3 Int<strong>er</strong>esse<strong>er</strong>t Pet<strong>er</strong> zich voor die tweedehands scoot<strong>er</strong> in de krant? Nee,<br />
hij zei ________<br />
4 Had Sanne zin in een zak patat? Nee, ze zei ________<br />
5 Heeft Johan aan die vechtpartij op school meegedaan? Nee, hij zei<br />
________<br />
Ex<strong>er</strong>cise 9.6<br />
Speaking ex<strong>er</strong>cise. Look at each sentence pair and discuss with your<br />
partn<strong>er</strong> what the diff<strong>er</strong>ence between the sentences is.<br />
1a Op dat feestje heeft iemand niet gegeten.<br />
1b Op dat feestje heeft niemand gegeten.<br />
2a Erik heeft ooit niet willen trouwen.<br />
2b Erik heeft nooit willen trouwen.<br />
3a Hij wil iets niet v<strong>er</strong>tellen.<br />
3b Hij wil niets v<strong>er</strong>tellen.<br />
4a Karin wil <strong>er</strong>gens niet naartoe gaan.<br />
4b Karin wil n<strong>er</strong>gens naartoe gaan.<br />
5a De dokt<strong>er</strong> kon iets niet voor de patiënt doen.<br />
5b De dokt<strong>er</strong> kon niets voor de patiënt doen.<br />
Ex<strong>er</strong>cise<br />
9.4<br />
69