er - Home
er - Home
er - Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7<br />
The<br />
pronouns<br />
zich, zelf<br />
and<br />
elkaar<br />
58<br />
Wij lenen altijd boeken van elkaar.<br />
We always borrow each oth<strong>er</strong>’s books.<br />
Kees en Rianne lijken op elkaar.<br />
Kees and Rianne look alike.<br />
An informal, mostly spoken form of elkaar is mekaar.<br />
The pronoun elkaar can also be used as an adjective, elkaars ....<br />
Examples:<br />
Pet<strong>er</strong> en Johan gebruiken altijd elkaars pennen.<br />
Pet<strong>er</strong> and Johan always use each oth<strong>er</strong>’s pens.<br />
Sanne en Karin dragen soms elkaars kl<strong>er</strong>en.<br />
Sanne and Karin sometimes wear each oth<strong>er</strong>’s clothes.<br />
Ex<strong>er</strong>cise 7.1<br />
Fill in the correct pronoun with -zelf.<br />
1Vroeg<strong>er</strong> sche<strong>er</strong>den de mannen ______ niet ______, ze gingen naar een<br />
barbi<strong>er</strong>.<br />
2 Lydia koopt twee boeken; het een is voor een jarige vriendin en het<br />
and<strong>er</strong>e is voor ______. Dat gaat ze vanavond meteen lezen.<br />
3 We kopen dit jaar alleen sint<strong>er</strong>klaaskado’s voor ______, niet voor de<br />
hele familie.<br />
4 Mijn man is gek op boxwedstrijden op tv, maar ______ vind <strong>er</strong> ______<br />
niets aan.<br />
5 Kunt u ______ even een kop koffie inschenken, mene<strong>er</strong> Jansen?<br />
6 Sorry hoor, maar ik moet even tot ______ komen, ik ben zo<br />
geschrokken van dat ongeluk.<br />
7 Ze zeggen dat het goed met Niko gaat op St. Maarten, maar van ______<br />
heb ik nog geen b<strong>er</strong>icht gehoord.<br />
8 Wil ______ je vet<strong>er</strong>s ______ vastmaken, of zal ik het voor je doen?<br />
9 Vanavond koken we niet, we laten ______ bedienen. We gaan naar<br />
Pizz<strong>er</strong>ia Luca.<br />
10 Pet<strong>er</strong> en Karin, maken ______ je ontbijt ______ even? Er is v<strong>er</strong>s brood<br />
van de bakk<strong>er</strong>.