er - Home
er - Home
er - Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
The<br />
adv<strong>er</strong>b<br />
<strong>er</strong><br />
76<br />
3 Hoeveel euro’s zitten <strong>er</strong> in je portemonnee? (nog drie) ________<br />
b Ik denk dat ________<br />
4 Hoeveel koekjes liggen <strong>er</strong> op de schaal? (nog maar één!) ________<br />
b Ik kan niet geloven dat ________<br />
Ex<strong>er</strong>cise 10.5<br />
Answ<strong>er</strong> the questions using <strong>er</strong> in a passive sentence.<br />
1 Wat wordt <strong>er</strong> in een disco gedaan? (dansen) ________<br />
2 En in een bibliotheek? (boeken lenen) ________<br />
3 En op de univ<strong>er</strong>siteit? (colleges volgen) ________<br />
4 En in een museum? (schild<strong>er</strong>ijen bekijken) ________<br />
5 En bij de bakk<strong>er</strong>? (brood v<strong>er</strong>kopen) ________<br />
6 En op de Noordzee? (vis vangen) ________<br />
7 En op Oudejaarsavond? (oliebollen eten) ________<br />
8 En op 5 decemb<strong>er</strong>? (pakjes uitpakken) ________<br />
Ex<strong>er</strong>cise 10.6<br />
Practice the use of <strong>er</strong> in subordinated passive sentences in the past tenses.<br />
Situation: Pet<strong>er</strong> and Karin had a party in their parents’ house. Aft<strong>er</strong> the<br />
party, they write a note to Erik and Sanne to apologize for the damage<br />
done.<br />
Example: een lamp – breken (imp<strong>er</strong>fect)<br />
Het spijt ons dat <strong>er</strong> een lamp gebroken w<strong>er</strong>d.<br />
1 twee glazen – breken (imp<strong>er</strong>fect)<br />
Sorry dat ________<br />
2 te veel – drinken (present p<strong>er</strong>fect)<br />
Het spijt ons dat ________<br />
3 in jullie slaapkam<strong>er</strong> – roken (imp<strong>er</strong>fect)<br />
We hebben niet gem<strong>er</strong>kt dat ________<br />
4 op de tafel – dansen (imp<strong>er</strong>fect)<br />
We wilden niet dat ________<br />
5 niets – stelen (present prefect)<br />
We zijn blij dat ________