Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TNO-rapport | KvL/B&G/<strong>2007.006</strong><br />
155<br />
een score van 250 punten of meer op de test wordt gehaald, krijgen de kinderen een<br />
Award. Wanneer de test een jaar later weer wordt uitgevoerd, en weer 250 punten<br />
worden behaald, kan de volgende Award gewonnen worden.<br />
De test beschikt niet over referentiewaarden, maar werkt met punten die overeenkomen<br />
met behaalde scores (Safrid, 1995).<br />
Zoals hierboven al is vermeld, zijn er van de National youth physical fitness program<br />
geen referentiewaarden bekend. Er wordt gewerkt met een puntensysteem. De punten<br />
van alle onderdelen worden bij elkaar opgeteld waarna een algemene uitspraak<br />
wordt gedaan over de fitheid van het kind. Dit is niet voordelig omdat op zo’n manier<br />
informatie verloren gaat over de scores op de afzonderlijke onderdelen en kunnen<br />
slechte scores niet opvallen.<br />
Er is geen software bij deze test ontwikkeld.<br />
Wel is er een programmaboek, zijn er award certificaten en een nieuwsbrief. Deze zijn<br />
allemaal gratis te verkrijgen.<br />
De videoband met voorbeelden van activiteiten, goede voeding en voorbeelden van<br />
oefeningen voor een warming-up kan voor $ 29,95 (plus $ 2,50 verzendkosten) worden<br />
aangeschaft.<br />
In de bijlage is de contactinformatie te vinden zodat contact met de fabrikant kan<br />
worden opgenomen om in het bezit te komen van deze test.<br />
7.8.1 Uithoudingsvermogen<br />
7.8.1.1 Shuttlerun<br />
Een veldtest die in de National youth physical fitness program is opgenomen om het<br />
maximale aërobe uithoudingsvermogen te schatten is de Shuttlerun test.<br />
Op een parcours met een afstand van 20 meter moet heen en weer (acyclisch) gerend<br />
worden. De afstand van 20 meter moet binnen een bepaalde tijd worden afgelegd.<br />
Deze tijd wordt aangegeven door een bandje of cd. Het bandje of de cd geeft aan<br />
wanneer met de test mag worden begonnen en de piepjes op het bandje geven aan<br />
wanneer de 20 meter moet zijn afgelegd. Iedere minuut moet de afstand van 20 meter<br />
sneller afgelegd worden. De beginsnelheid is 8 km per uur en iedere minuut wordt<br />
deze met 0,5 km per uur verhoogd. De testpersoon rent tot deze uitgeput is, niet meer<br />
kan en stopt met rennen, of wanneer de testpersoon twee keer achter elkaar te laat is<br />
met het afleggen van de 20 meter (Safrid, 1995).<br />
Te meten parameters<br />
De laatste trap die gehaald wordt, komt overeen met een hoogst gerende snelheid. De<br />
hoogste trap wordt vergeleken met de hoogst gehaald trap van leeftijdsgenoten.