Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TNO-rapport | KvL/B&G/<strong>2007.006</strong><br />
158<br />
7.8.2.3 Verspringen uit stand<br />
Verspringen uit stand is een test uit de National youth physical fitness program om de<br />
beenkracht van een kind te meten. In de testbatterij wordt deze test de ‘standing long<br />
jump’ genoemd.<br />
De testpersoon staat met de voeten op normale afstand van elkaar en de tenen voor<br />
een lijn (de startlijn) op de grond. De testpersoon moet door de knieën zakken, met de<br />
armen naar achteren zwaaien en zo ver mogelijk proberen te springen. Er moet geprobeerd<br />
worden met beide voeten tegelijk te landen en niet te vallen.<br />
De test wordt twee keer herhaald zonder pauze. De verste sprong telt. De afstand<br />
wordt in hele centimeters gemeten vanaf het achterste lichaamsdeel (de hiel) tot de<br />
afzetlijn (Safrid, 1995).<br />
Te meten parameters<br />
De afstand waarover gesprongen is in centimeters is de testuitslag. De testuitslag<br />
wordt vergeleken met de testuitslag van leeftijdsgenoten.<br />
Materiaal<br />
− Antislip ondergrond<br />
− Lijn waarmee het beginpunt wordt aangegeven<br />
− Meetlint<br />
Testeigenschappen<br />
Bij kinderen vanaf 12-jarige leeftijd kan deze test worden afgenomen. De test duurt<br />
niet langer dan 5 seconden.<br />
De betrouwbaarheid van deze test is redelijk tot goed en varieert tussen 0,66 en 0,97<br />
(tabel 5). De validiteit van de test is matig tot redelijk en ligt tussen de 0,52 en de 0,78.<br />
De scores die behaald kunnen worden bij deze test kunnen opgevraagd worden met<br />
behulp van de contactgegevens in de bijlage (Safrid, 1995).<br />
7.8.2.4 Pull-ups<br />
Een andere test in de National youth physical fitness program om de armkracht van<br />
een kind te meten zijn pull-ups.<br />
De testpersoon moet onder een rekstok gaan liggen en de armen en vingers zo ver<br />
mogelijk uitstrekken. De rekstok wordt nu op een hoogte geplaatst op ongeveer 20<br />
centimeter boven de vingertoppen van de testpersoon.<br />
De testpersoon pakt de rekstok met een bovenhandse grip vast (duimen onder de<br />
stang en vingers er overheen).<br />
Als de armen helemaal gestrekt zijn, mogen alleen de hielen van de testpersoon op de<br />
grond rusten. Het lichaam van de testpersoon wordt in een rechte lijn gehouden, als<br />
een plank.