Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
Rapport_fitheidstesten_2007.006_DEF-1-
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TNO-rapport | KvL/B&G/<strong>2007.006</strong><br />
27<br />
Testeigenschappen<br />
Afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de testpersoon duurt deze test tussen<br />
de 10 en 15 minuten. De PACER kan vanaf een leeftijd van 5 jaar worden afgenomen.<br />
De betrouwbaarheid van deze test varieert van 0,89 tot 0,98 zoals in tabel 1 staat<br />
aangegeven. De validiteit van deze test ligt tussen de 0,52 en de 0,93. Dit betekent dat<br />
de betrouwbaarheid van de test goed is, terwijl de validiteit als matig tot goed kan<br />
worden beoordeeld.<br />
Er zijn Amerikaanse referentiewaarden beschikbaar voor kinderen vanaf een leeftijd<br />
van 5 jaar (zie bijlage, tabel 7.49a en 7.49b (Safrid, 1995).<br />
1.1.2.4 Coopertest<br />
De Coopertest is een andere veldtest om het maximale aërobe uithoudingsvermogen te<br />
schatten. Deze veldtest komt overeen met de 6-minuten loop al moet bij de Coopertest<br />
12 minuten in plaats van 6 minuten gerend worden. Door de langere looptijd is deze<br />
veldtest geschikt voor kinderen vanaf 11 jaar, terwijl de 6-minuten loop gericht is op<br />
kinderen van 9 tot en met 11 jaar.<br />
Er wordt met tweetallen gewerkt. De testpersoon van het tweetal moet gedurende 12<br />
minuten zo veel mogelijk rondjes rennen terwijl de andere testpersoon op het scoreformulier<br />
bijhoudt hoeveel ronden er afgelegd zijn. Iedere minuut wordt doorgegeven<br />
hoeveel tijd is verstreken en hoe lang de test nog duurt. De testpersoon mag niet langer<br />
dan 25 meter lopen (afstand tussen 2 pionnen) daarna moet weer in looppas worden<br />
verdergegaan. De laatste 10 seconden worden afgeteld en als afgefloten wordt,<br />
moet de testpersoon onmiddellijk stilstaan en op de plek blijven staan totdat aangegeven<br />
wordt dat deze plek verlaten mag worden. De test wordt één keer uitgevoerd.<br />
Ieder gelopen rondje wordt afgestreept. Wanneer de test wordt afgefloten moet ook<br />
worden afgestreept bij welke kegel de testpersoon zich op dat moment bevindt. Dit<br />
wordt onderaan het testformulier aangegeven. Als een leerling tussen kegel 1 en 2<br />
staat, dan wordt de 2 doorgestreept.<br />
De score is de afgelegde afstand in 12 minuten, gemeten in meters. (Bovende’eerd et<br />
al., 1980; Leyten, 1982; Leyten et al., 1982; Hulzebos en Van der Loo, 2002; Takken,<br />
2004).<br />
Te meten parameters<br />
Het aantal afgelegde meters in 12 minuten is een maat voor het uithoudingsvermogen<br />
van het kind. Voor kinderen vanaf 11 jaar kan deze waarde worden omgerekend<br />
met onderstaande formule om de maximale zuurstofopname te schatten.<br />
VO2 & max = (0,0215 * afstand (m)) – 7,4<br />
De schatting voor de maximale zuurstofopname is minder nauwkeurig dan de Åstrandtest<br />
(zie paragraaf 1.2.1.1). De afgelegde afstand kan ook worden vergeleken met de