13.03.2014 Views

LESTIPS - Jeugdboekenweek

LESTIPS - Jeugdboekenweek

LESTIPS - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

klappen. De andere leden van het groepje luisteren en proberen de beschrijving<br />

aan het juiste sprookje te koppelen. Ze doen dit om de beurt tot alle<br />

illustraties een titel hebben meegekregen. Daarna controleren ze aan de hand<br />

van het boek of ze titels aan de juiste illustraties koppelden.<br />

Na het lezen<br />

de sprookjestentoonstelling<br />

Vraag je leerlingen om zich te verkleden in een figuur uit hun lievelingssprookje.<br />

Ze maken daarbij gebruik van zowel kleding als attributen. Zo heeft<br />

Roodkapje niet enkel een rood kapje om het hoofd geknoopt, maar draagt<br />

ze ook een mand vol lekkers en een ruiker bloemen voor haar grootmoeder.<br />

Klein Duimpje draagt dan weer veel te grote laarzen, maar heeft ook kiezelsteentjes<br />

op zak.<br />

De verklede klas wordt in twee groepen verdeeld. De ene helft stelt zich op in<br />

de ruimte alsof ze wassen beelden zijn. De ander helft wandelt doorheen de<br />

tentoonstelling van sprookjesfiguren en kijkt. Elk kind geeft vooraf een kaartje<br />

aan de juf of meester waarop de naam van zijn sprookjesfiguur te lezen staat.<br />

Die kaartjes koppelen de bezoekers van de tentoonstelling aan het juiste wassen<br />

beeld. Je kunt de wassen beelden ook vragen om bijbehorende bewegingen<br />

te maken of een dialoogje te voeren met de bezoekers.<br />

sprookjesdrama<br />

Neem de eerste vier sprookjes uit Mijn eerste sprookjesgroeiboek opnieuw door:<br />

DeWolf en de Zeven Geitjes, Roodkapje, De Drie Biggen en Sneeuwwitje.<br />

Hier wordt het verhaal vooral verteld aan de hand van tekeningen, aangevuld<br />

met een beperkt aantal woorden. Stel de leerlingen voor om nu zelf een<br />

nieuw sprookje te verzinnen. Nog steeds verkleed als sprookjesfiguur ontmoeten<br />

ze elkaar, bijvoorbeeld Sneeuwwitje en de Wolf van de zeven geitjes. De<br />

kinderen improviseren wat de twee sprookjesfiguren tegen elkaar zouden zeggen<br />

en wat ze samen zouden kunnen gaan doen.<br />

Verdeel de klas weer in twee groepen. De eerste groep neemt plaats in de binnencirkel,<br />

de tweede groep vormt de buitencirkel. De binnencirkel blijft staan,<br />

terwijl de buitencirkel telkens doorschuift. Op die manier maken alle sprookjesfiguren<br />

kennis met elkaar. Op jouw teken vatten ze gelijktijdig het gesprek<br />

aan. Groepen met weinig spelervaring stuur je meer en geef je een aantal<br />

beginzinnen mee. Doordat de kinderen gelijktijdig spelen, zorg je voor een<br />

veilig klimaat. Het geregeld wisselen biedt inspiratie aan wie minder fantasie<br />

heeft. Duo’s die willen, kunnen hun dialoogje voor de klas opvoeren.<br />

een nieuw sprookje<br />

Bouw verder op de vorige opdracht. De duo’s van sprookjesfiguren ontmoeten<br />

elkaar, ze nemen een bepaalde houding aan en bevriezen vervolgens. Ze<br />

Lestips <strong>Jeugdboekenweek</strong> 2008 – eerste leerjaar | 57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!