Langues modernes (3) - SeGEC

MODULE 2 : L’ÉVALUATION À VALEUR CERTIFICATIVE : QUELQUES OUTILS.
Texte 2 :
1. Ons huis staat aan een riviertje. We hebben een grote tuin en onze hond speelt er graag in. Ik
woon niet ver van de kerk. Op het kerkplein is er een skateramp.
2. We wonen in een leuk huisje. Het heeft geen voortuin, maar wel een kleine achtertuin. Het huis
staat in een smalle straat. Er is geen garage en mijn vader parkeert zijn auto altijd voor het huis.
3. In onze buurt rijden niet veel auto’s. Alleen de buurtbewoners mogen er hun wagen parkeren. De
huizen zijn wel klein, maar gezellig. Elke straat heeft zijn eigen sfeer. Niemand heeft een tuin,
maar er is een groot park vlakbij.
4. Ik woon op de derde verdieping van een flatgebouw met acht verdiepingen. Er zijn veel winkels
in onze straat. Het is dus makkelijk om boodschappen te doen. We hebben geen garage, maar we
hebben ook geen auto nodig, zegt pa. Er is een metrostation vlakbij. Eén keer per jaar gaan we
met vakantie. Dan nemen we de trein.
Exemple 3:
Source : Mme K. Talpaert et Mr O. Van den Bergh – Institut St-Joseph, Saint-Hubert
Niveau : 2 ème Degré
Situation et consignes :
comprendre le fil rouge d’une conversation se déroulant dans un magasin 7
Supports :
Questionnaire :
Luister naar dialoog 1 en vul het rooster aan.
Aankoop 1
Wat ? Kenmerken Prijs
Aankoop 2
Wat ? Kenmerken Prijs
Luister nu naar dialoog 2 en vul het volgende rooster aan :
Aankoop 1
Wat ? Kenmerken Prijs
Aankoop 2
Wat ? Kenmerken Prijs
7
uit : Top in Zicht 1, Bonnet Fr., Dangreau B., Guilmin M., Poivre M., Ureel M. –les 3 « Winkelen »– Ed. De Boeck -
Bruxelles - 1995, pp. 38-39.
109