Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Hongarije</strong> was halverwege de 19 de eeuw nog een agrarisch land. Handelsactiviteit was er<br />
niet veel en de buitenlandse handel bleef beperkt tot de verkoop <strong>van</strong> Hongaarse<br />
landbouwprodukten binnen het Habsburgse rijk. In de jaren ’50 ging de handel in graan<br />
zich concentreren in Pest, waar in die tijd grote handelsondernemingen ontstonden.<br />
Joodse zakenlui die al tot de grote bourgeoisie <strong>van</strong> de stad behoorden en die in deze<br />
handel een rol op zich namen, ontwikkelden zich in korte tijd tot sleutelfiguren in de<br />
landseconomie. De rijkdom die deze zakenlui zich in de handel verzamelden, gaf hun de<br />
moed om op industriëel gebied initiatieven te nemen. De belangstelling ging in het begin<br />
vooral uit naar de meelfabricage, omdat die nu eenmaal dicht lag bij de handel in granen.<br />
In de jaren ’50 en ‘60 ontstonden heel wat stoom-maalderijen. In de graanhandel<br />
rijkgeworden Joodse zakenlui keken daarnaast ook in de richting <strong>van</strong> het bankwezen. Dat<br />
was al sinds de jaren ’40 het geval, maar in de jaren ’60 nam de belangstelling daarvoor<br />
nog toe. In de jaren tussen 1867 en 1873 ontstonden in <strong>Hongarije</strong> maar liefst vijf grote<br />
banken. Bij de stichting <strong>van</strong> deze banken speelden buitenlandse Joodse bankhuizen een<br />
belangrijke rol, maar uiteraard waren ook Hongaarse Joodse families er rechtstreeks bij<br />
betrokken. Dankzij de buitenlandse connecties konden deze banken leningen aantrekken,<br />
waarmee <strong>Hongarije</strong> haar staatsschuld dekte, maar daarnaast gingen deze banken <strong>van</strong>af de<br />
jaren ’70 in toenemende mate investeren in de industrie. In de loop der jaren vergaarden<br />
ze elk een reeks <strong>van</strong> hen afhankelijke bedrijven. Maar er waren ook Joodse families die<br />
onafhankelijk <strong>van</strong> deze banken industriële ondernemingen stichtten. Voorbeelden zijn de<br />
suikerfabriek <strong>van</strong> de familie Deutsch in Hat<strong>van</strong>, die in het begin <strong>van</strong> de 20 ste eeuw binnen<br />
de Dubbelmonarchie een monopoliepositie bereikte en de fabriek <strong>van</strong> de gebroeders<br />
Weiss op Csepel, die in 1882 conserven begon te produceren, maar die al tegen het begin<br />
<strong>van</strong> de 20 ste eeuw een gigant op staalgebied was.<br />
De komst <strong>van</strong> de Walachijse en de Beás zigeuners<br />
In Roemenië en Zevenburgen waren de zigeuners tot in de 19 de eeuw als lijfeigenen<br />
gebonden aan de plek waar ze leefden en werkten. Door de afschaffing <strong>van</strong> de horigheid<br />
zou dat veranderen. De eerste stappen daartoe werden aan gene zijde <strong>van</strong> de Karpaten<br />
gezet. In 1837 beëindigde Alexander Ghica, de vorst <strong>van</strong> Walachije, de lijfeigenschap <strong>van</strong><br />
4.000 aan de kroon onderhorige zigeunergezinnen. De ex-lijfeigenen werden als<br />
kolonisten naar dorpen gestuurd. In Moldavië werd de lijfeigenschap <strong>van</strong> de aan de kroon<br />
onderhorige zigeuners in 1842 beëeindigd. Twee jaar later waren daar de zigeuners aan<br />
de beurt, die op de kerkelijke landgoederen werkten. In 1847 werd ook de beëindiging<br />
<strong>van</strong> de lijfeigenschap <strong>van</strong> de op kerkelijke landgoederen levende zigeuners in Roemenië<br />
bevolen. In Zevenburgen werd de horigheid in het revolutiejaar 1848 afgeschaft. Niet<br />
alleen de boeren, maar ook het grote aantal zigeuners dat als horigen op het platteland had<br />
geleefd, kregen daardoor bewegingsvrijheid. Velen verloren door de afschaffing <strong>van</strong> de<br />
horigheid hun middelen <strong>van</strong> bestaan en zagen zich gedwongen hun geluk te beproeven in<br />
de steden, waar de zigeunerkolonies sterk groeiden. In 1856 tenslotte werd de<br />
lijfeigenschap in Roemenië beëindigd. Vanaf dat jaar waren dus ook de horigen <strong>van</strong><br />
grootgrondbezitters vrij.<br />
Van hoeveel invloed de beëindiging <strong>van</strong> de lijfeigenschap daarop is geweest, is<br />
omstreden, maar in elk geval kwam in de tweede helft <strong>van</strong> de 19 de eeuw een belangrijke<br />
migratiestroom <strong>van</strong> zigeuners op gang. Van reizende zigeunergroepen werd voor het eerst<br />
108