04.09.2013 Views

Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije

Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije

Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

echtvaardiging voor zijn machtspolitiek wilde geven. De naoorlogse elite kon het bij<br />

beweringen <strong>van</strong> een dergelijk kaliber niet laten, omdat het recht <strong>van</strong> de sterkste, als het<br />

bestond, nu het recht was <strong>van</strong> de mogendheden <strong>van</strong> de Entente om het land hun wil op te<br />

leggen. Dit is er de reden <strong>van</strong>, dat Klebelsberg zo sterk de nadruk legde op de ‘culturele<br />

superioriteit’ <strong>van</strong> de Hongaren. De gedachtengang <strong>van</strong> Klebelsberg, die trouwens als twee<br />

druppels water leek op die <strong>van</strong> <strong>van</strong> de z.g. ethische koloniale politiek in ons land, kwam<br />

erop neer dat <strong>Hongarije</strong> in het Karpatenbekken beschavingsarbeid had te verrichten en dat<br />

het om die reden nodig was de hegemonie <strong>van</strong> <strong>Hongarije</strong> weer <strong>over</strong> de verlorengegane<br />

gebieden uit te breiden. Maar Klebelsberg en zijn geestverwanten waren wel <strong>van</strong> mening,<br />

dat de Hongaarse hegemonie een humaner gezicht moest krijgen. Zo pleitten Pál Teleki<br />

en Gyula Szekfű ervoor om gebieden waar andere nationaliteiten in de meerderheid<br />

waren, interne autonomie te geven. Het aanstaande geachte Super-<strong>Hongarije</strong> moest voor<br />

de niet-Hongaren acceptabel gemaakt worden. En in afwachting <strong>van</strong> de komst er<strong>van</strong><br />

probeerde Teleki de Hongaren tot wat meer ‘geduld’ en ‘vaderlijke liefde’ te bewegen.<br />

Tegelijkertijd echter voelde het regiem er niet voor om de collectieve rechten <strong>van</strong> de<br />

nationale minderheden, vastgelegd in het verdrag <strong>van</strong> Trianon, te respecteren. Ook al<br />

vormden Slowaken, Roemenen, Kroaten en Serven samen niet meer dan 2,4 procent <strong>van</strong><br />

de bevolking, toch kon een tolerante minderhedenpolitiek niet lijden. Al in 1922 werd het<br />

ministerie voor de minderheden opgeheven. Het minderhedenbeleid werd de<br />

verantwoordelijkheid <strong>van</strong> regeringscommissarissen die uitdrukkelijk tot taak hadden de<br />

verhongaarsing <strong>van</strong> de onder hen ressorterende minderheden te bevorderen. Politieke<br />

partijen <strong>van</strong> de minderheden verdwenen <strong>van</strong> het toneel, de oprichting <strong>van</strong> een<br />

onafhankelijke Slowaakse organisatie werd door de regering en de plaatselijke<br />

autoriteiten in Békéscsaba eendrachtig voorkomen. Het onderwijs in de eigen taal werd<br />

beperkt tot een paar verloren uurtjes in de week. Zo kregen de etnische minderheden<br />

binnen de grenzen <strong>van</strong> Klein-<strong>Hongarije</strong> de Hongaarse culturele superioriteit zonder een<br />

spoortje vaderlijkheid ingewreven.<br />

Etnisch nationalisme 1: de ‘rasbeschermers’<br />

In de jaren rond het oorlogseinde was een nieuwe nationalistische stroming ontstaan. Net<br />

als Bethlen nam deze richting het vooroorlogse, in die tijd door István Tisza (1861-1918)<br />

vertegenwoordigde nationalisme <strong>over</strong> en eiste ze herstel <strong>van</strong> de vooroorlogse grenzen en<br />

een heersende positie voor <strong>Hongarije</strong> in het Karpatenbekken. Maar tegelijkertijd<br />

constateerden deze nieuwe nationalisten, dat Tisza voor zijn politiek eenzijdig had<br />

gesteund op de traditionele elite. Na het falen <strong>van</strong> die politiek was, vonden ze, het<br />

moment gekomen voor een politieke en maatschappelijke doorbraak <strong>van</strong> die lagen <strong>van</strong> de<br />

bevolking die Tisza in zijn tijd hardnekkig buiten de macht had gehouden. Zij keken<br />

daarbij met name naar de provincie, naar de bovenlaag die de provinciebesturen en de<br />

andere instituties <strong>van</strong> het lokale bestuursapparaat in handen had, maar ook naar het volk<br />

daarachter, naar de honderdduizenden kleine en landloze boeren. Hun nationalisme ging<br />

soms samen met anti-Duitse gevoelens, meestal met een afkeer <strong>van</strong> de aristocratie en<br />

bijna altijd met antisemitisme.<br />

Woordvoerders er<strong>van</strong> waren mensen die, vaak nog op het platteland opgegroeid, in de<br />

oorlogsjaren hun weg naar de stad hadden gevonden. Hoewel ze deel waren gaan<br />

uitmaken <strong>van</strong> het nieuwe, stedelijke <strong>Hongarije</strong>, presenteerden ze zichzelf als<br />

169

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!