Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Een geschiedenis van Hongarije.pdf - Kees Bakker over Hongarije
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In de loop <strong>van</strong> de 18 de eeuw ontstonden aan de rand <strong>van</strong> veel dorpen zigeunerkolonies. De<br />
om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de kolonie was een graadmeter voor de welstand <strong>van</strong> het dorp. Hoe meer<br />
vrije en min of meer welgestelde boeren het dorp kende, des te groter was de<br />
zigeunerkolonie. Van invloed was ook of er in het dorp een landedelman woonde, die<br />
gelegenheidswerk te bieden had.<br />
De koloniebewoners waren mensen die (meestal) niet de mogelijkheid hadden zich grond<br />
te verwerven, maar die ook niet behoorden tot de klasse <strong>van</strong> de horigen, de landloze<br />
boeren, die verplicht waren het land <strong>van</strong> de grootgrondbezitter te bewerken en die in ruil<br />
daarvoor een stukje land toegewezen kregen.<br />
Volgens een volkstelling uit 1780-1783 leefden er in het toenmalige <strong>Hongarije</strong> (inclusief<br />
Kroatië, exclusief Zevenburgen) tussen de 30.000 en de 44.000 zigeuners.<br />
Van de zigeunerbevolking had een deel een vaste woonplaats. <strong>Een</strong> ander deel leefde als<br />
reizigers. Zij woonden ’s zomers in tenten en ’s winters in verblijfplaatsen die meer<br />
bescherming boden tegen de kou. Soms waren dat grotten die ze in de bergen uitgroeven.<br />
De meeste zigeuners gingen als smid door het leven. Ze besloegen schoenen en laarzen,<br />
maakten hoefijzers en hoefijzernagels, sloegen koeiebellen, voorzagen wielen <strong>van</strong> ijzeren<br />
banden, lapten pannen, repareerden bakroosters en scherpten ploegijzers. De<br />
paardenhandelaars golden als beter gesitueerd. Het villen <strong>van</strong> dieren en het vervaardigen<br />
<strong>van</strong> zeven en houten gerei leverde een aanvullend inkomen op. <strong>Een</strong> aparte groep vormden<br />
de goudwassers in Zevenburgen en de Banaat (gebied in het zuidwesten <strong>van</strong> Roemenië<br />
met Timisoara als hoofdstad). ‘s Zomers trokken ze er als goudzoekers op uit. ‘s Winters<br />
leefden ze <strong>van</strong> het vervaardigen <strong>van</strong> houten schalen en bakken. Er waren ook wel<br />
zigeuners die als kermisgasten hun brood verdienden. In steden waren ze soms te vinden<br />
als slagers en als scherprechters en beulen. Het maken <strong>van</strong> muziek was vaak een<br />
bijverdienste, maar kon uitgroeien tot het hoofdberoep <strong>van</strong> de betrokkene.<br />
Net als in de 17 de waren ook in deze eeuw muziekzigeuners aan de adellijke hoven te<br />
vinden, waar ze eventueel samen met andere beroepsmuzikanten de hofkapel vormden.<br />
Karakteristiek is het levensverhaal <strong>van</strong> Panna Czinka (gest. 1772), de eerste<br />
zigeunerprimás, wier naam we uit schriftelijke bronnen kennen. Panna Czinka werd op<br />
jonge leeftijd door een grootgrondbezitter uit de provincie Gömör (nu in Slowakije) naar<br />
zijn huis gehaald. Hij liet haar muziekonderwijs geven en huwelijkte haar op 14-jarige<br />
leeftijd uit aan een bassist die tegelijk ook smid was. Samen met twee broers <strong>van</strong> de<br />
echtgenoot vormden ze een band. Later namen de kinderen de rol <strong>van</strong> de zwagers <strong>over</strong>.<br />
De landheer gaf ze een huis met een stukje grond. Elke dag moesten ze op het landhuis<br />
verschijnen om er bij het diner te spelen. Het gezin bleef naast de muziek het<br />
smidsambacht beoefenen, waarbij ook Panna Czinka hielp. Fans meldden naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> haar begrafenis, dat Panna Czinka goed Hongaars sprak en dat ze een pijp rookte met<br />
een korte steel, zodat die haar bij het vioolspel niet hinderde. ‘s Zomers woonde het gezin<br />
in een tent naast het huis.<br />
De houding <strong>van</strong> de samenleving ten opzichte <strong>van</strong> de zigeuners was tweeslachtig. Omdat<br />
de zigeuners in <strong>Hongarije</strong> geen horigen waren, zagen de autoriteiten hen als spel- en<br />
ordebrekers, maar de plattelandsbewoners maakten graag gebruik <strong>van</strong> hun diensten.<br />
In de tweede helft <strong>van</strong> de 18 de eeuw zouden keizerin Maria Theresia (1740-1780) en haar<br />
zoon, keizer Jozef II (1780-1790) een poging doen om de reizende zigeuners aan een<br />
vaste woonplaats te binden. Maria Theresia verplichtte de landheren in 1761 om de<br />
76