Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
plaatsing naar het buitenland of de verdergaande inzet en ontwikkeling<br />
van technologie.<br />
Op de korte termijn (2013–2016) zal sprake zijn van een lichte groei van<br />
het aantal banen en een kleine, structurele, toename van het arbeidsaanbod.<br />
Vraag naar en aanbod van arbeid lijken op korte termijn met<br />
elkaar in evenwicht. Op de lange termijn wordt een grote afname<br />
verwacht van het structurele arbeidsaanbod als gevolg van demografische<br />
ontwikkelingen. Volgens het CBS daalt de potentiële beroepsbevolking<br />
van 20- tot 65-jarigen tot 2 040 met 800 000 mensen.<br />
Dit tekort is per regio en sector verschillend. In bepaalde sectoren zoals de<br />
gezondheidszorg, de zakelijke dienstverlening (met name uitzendbranche),<br />
onderwijs en in mindere mate ook in transport en handel zullen er meer<br />
banen ontstaan. Zo zullen in de zorgsector als gevolg van de groeiende<br />
zorgvraag in 2 030 tussen 540 000 en 750 000 extra banen nodig zijn ten<br />
opzichte van 2007. Er zal een krimp komen in de agrarische sector, maak-<br />
industrie en bij de overheid.<br />
Het UWV verwacht dat vooral Flevoland en Zuid- Gelderland een toename<br />
van de werkgelegenheid zullen laten zien. Regio’s die te maken zullen<br />
krijgen met een afnemend aantal banen zijn het Rivierenland, de<br />
Achterhoek en Zuid- Limburg.<br />
Het is nog onduidelijk of deze afname van het arbeidsaanbod op de lange<br />
termijn daadwerkelijk zal leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en een<br />
eventuele extra vraag naar arbeidsmigranten omdat ook andere factoren<br />
een rol spelen. Participatie van uitkeringsgerechtigden, vrouwen en<br />
ouderen, groei van de productiviteit (bijvoorbeeld door technologische<br />
ontwikkelingen), economische ontwikkelingen, mogelijk bedrijfsverplaatsing<br />
naar het buitenland, de aansluiting tussen vraag en aanbod, e.d.<br />
Tot dusver heeft de activering van het huidige arbeidspotentieel in<br />
Nederland tot weinig resultaat geleid. Het stelsel van sociale zekerheid<br />
moet uitnodigen tot (hernieuwde) deelname aan de arbeidsmarkt.<br />
Re-integratie blijkt echter, vooral in combinatie met seizoenswerk, tot nu<br />
toe weinig succesvol. Lokale uitvoerders zijn van mening dat WWB-<br />
uitkeringsgerechtigden vaak niet in staat zijn om de overgang van<br />
uitkeringssituatie naar voltijd werken in één keer te maken. Behalve de<br />
afstand tot de arbeidsmarkt speelt ook motivatie een belangrijke rol. Zo<br />
zijn er onvoldoende prikkels voor werkzoekenden en zij willen het werk<br />
vanwege de aard en de tijdelijkheid vaak niet doen. Bij werkgevers<br />
ontbreekt soms de wil of de motivatie hen aan te nemen<br />
1.5 In hoeverre heeft recente arbeidsmigratie geleid tot<br />
problemen op de arbeidsmarkt en op het gebied van sociale<br />
zekerheid? Welke instrumenten zijn ingezet om deze problemen<br />
te voorkomen en tegen te gaan en wat is het effect van de inzet<br />
van deze instrumenten? Welke lessen kunnen hieruit worden<br />
getrokken?<br />
Op macroniveau is er nauwelijks of geen verdringing, op lokaal en<br />
sectoraal niveau doen zich wel degelijk problemen voor. Dit wordt<br />
versterkt door constructies van detacheringen en schijnzelfstandigheid.<br />
Het principe van gelijk loon voor gelijk werk kan bij detacheringen niet<br />
altijd worden afgedwongen.<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 13