19.09.2013 Views

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

117 RWI (2004), Besseling, Cox-Woudstra en<br />

Verheijden (2006), Gier, de, Gevel, Miedema<br />

en Vrieze (2007).<br />

118 Bakker, de, Frouws, Jongeneel en Slangen,<br />

(2004).<br />

119 Verslag openbaar gesprek met de heer<br />

Vreeburg, beleidsmedewerker UWV, de heer<br />

Baltussen, bestuurder FNV Bondgenoten, en<br />

de heer Verdellen, algemeen directeur Prime<br />

Champ, 15 juni 2011 lessen uit recente<br />

arbeidsmigratie.<br />

Figuur 4 Overzicht werkend-werkloos-niet beschikbare Brabanders<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Totale bevolking<br />

15−65 jaar<br />

Aantal x 1000<br />

Bron: SER Brabant 2011<br />

Werkend Werkloos en<br />

beschikbaar<br />

Niet of niet direct<br />

beschikbaar<br />

Behalve de afstand tot de arbeidsmarkt speelt ook motivatie een belangrijke<br />

rol. <strong>Uit</strong> onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI),<br />

Onderzoeksinstituut TNO en ITS blijkt dat er TNO en ITS hebben er op<br />

gewezen dat er onvoldoende prikkels zijn voor werkzoekenden. 117 De<br />

Bakker et al. stelt dat veel Nederlanders het zware en soms in hun ogen<br />

vieze werk niet willen doen. 118 Daarnaast ontbreekt bij werkgevers soms<br />

de motivatie hen aan te nemen.<br />

De heer Vreeburg: «De werkgever zoekt natuurlijk naar gemotiveerd<br />

personeel. Een werkzoekende is dat misschien niet altijd. Hij laat wellicht<br />

weten dat het aangeboden werk hem niet het meest ideale toekomstperspectief<br />

biedt.» 119<br />

De heer Baltussen: «De belangrijkste reden dat het niet lukt [om Nederlanders<br />

dit werk te laten doen], is dat mensen geen perspectief hebben. Zij<br />

kunnen een korte tijd werken en de beloning bestaat hoofdzakelijk uit het<br />

minimiumloon van ongeveer € 1 300 bruto. De contracten zijn meestal op<br />

parttimebasis, waarbij men ervan uitgaat dat op hoogtijdagen veel meer<br />

uren worden gemaakt. Als er sprake is van minder werk, worden er ook<br />

minder uren gemaakt.» 119<br />

De heer Verdellen: «Wij werken inderdaad met het wettelijk minimumloon<br />

en er zijn niet veel Nederlanders die voor dit loon zeven dagen in de week<br />

kunnen worden ingepland, al werken ze niet echt zeven dagen per week.<br />

Om die reden zoeken wij onze toevlucht to de arbeidsmigranten.» 119<br />

<strong>Uit</strong> bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de arbeidsmigranten<br />

werk doen dat Nederlandse werklozen niet kunnen doen of niet willen<br />

doen. <strong>Uit</strong> een analyse van buitenlandse kranten blijkt dat dit vergelijkbaar<br />

is met de situatie in Italië of Spanje. Daarnaast wordt er in de literatuur<br />

nog een aantal verklaringen genoemd voor de gebrekkige aansluiting<br />

tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Eén verklaring is de<br />

wederzijdse negatieve verwachtingen. Zo hebben werkgevers vaak een<br />

<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!