Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
38 Verslag openbaar gesprek met Prof. Dr.<br />
Bakker, manager taakgroep Sociaal Economisch<br />
Totaalbeeld CBS, de heer van der Velde,<br />
Gemeente Den Haag en Prof. Dr. Engbersen,<br />
hoogleraar sociologie Erasmus Universiteit,<br />
15 juni 2011.<br />
39 Weltevrede, de Boom, Rezai, Zuijderwijk en<br />
Engbersen (2009).<br />
40 <strong>Kamer</strong>stuk 29 407, nr. 118.<br />
problemen te voorkomen. 38 Maar ook voor andere beleidsvelden is het<br />
voor gemeenten belangrijk te weten om hoeveel migranten het gaat.<br />
Bijvoorbeeld om de leerplicht te kunnen handhaven en ervoor te zorgen<br />
dat er geen belastinginkomsten worden misgelopen.<br />
Combinatie van bestanden geeft een completer beeld<br />
In Nederland komen de cijfers over aantallen migranten voornamelijk van<br />
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze cijfers zijn met name<br />
gebaseerd op het aantal migranten dat als inwoner van Nederland staat<br />
ingeschreven in de GBA. Het gaat dan met name om migranten (niet<br />
alleen arbeidsmigranten) die de intentie hebben langer dan vier maanden<br />
in Nederland te verblijven en zich inschrijven in de GBA. Om het aantal<br />
werknemers in kaart te brengen maakt het CBS gebruik van de polisadministratie<br />
UWV en de Belastingdienst. Daaronder vallen ook werknemers<br />
die korter dan vier maanden in Nederland verblijven, zoals seizoensarbeiders.<br />
Om een nog completer beeld te krijgen van het aantal arbeidsmigranten<br />
in Nederland zijn aanvullende gegevens en schattingen nodig van degene<br />
die niet in de GBA voorkomen of als werknemer ingeschreven staan. Het<br />
gaat dan vooral om zelfstandigen en illegale werknemers. Zelfstandigen<br />
kunnen zich inschrijven bij de <strong>Kamer</strong> van Koophandel, hetzij in Nederland,<br />
hetzij in het thuisland. Geschat wordt dat ongeveer een derde van het<br />
aantal zelfstandigen zich niet in Nederland registreert bij de <strong>Kamer</strong> van<br />
Koophandel. 39 Als zij zich wel inschrijven staan ze meestal ook<br />
ingeschreven in de GBA omdat een fysiek adres noodzakelijk is. Illegale<br />
werknemers komen niet voor in de registraties. De omvang wordt bepaald<br />
aan de hand van schattingen.<br />
Een totaalbeeld van het aantal arbeidsmigranten bestaat dan ook uit een<br />
combinatie van verschillende groepen arbeidsmigranten:<br />
1. Tijdelijke werknemers die hier korter dan vier maanden verblijven en<br />
geen inschrijvingsplicht hebben bij de GBA, wel bij het UWV.<br />
2. Arbeidsmigranten die voor langere tijd naar Nederland komen, met<br />
wellicht de intentie om zich te vestigen – staan meestal ingeschreven<br />
in de GBA en bij het UWV.<br />
3. Zelfstandigen zonder personeel – deels in <strong>Kamer</strong> van Koophandel en<br />
de GBA.<br />
4. Illegalen – niet in de GBA, niet bij het UWV.<br />
3.4 Begin 2011 zijn er ten minste tweehonderdduizend arbeidsmigranten<br />
uit Midden- en Oost-Europa in Nederland<br />
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) schat het aantal<br />
arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa op 200 000: «Wanneer we<br />
de laatste schatting van 165 000 arbeidsmigranten uit Midden- en<br />
Oost-Europa (op 1 januari 2009), gecombineerd met het sindsdien<br />
toegenomen aantal geregistreerde werknemers en zelfstandigen,<br />
extrapoleren, komt het huidige aantal arbeidsmigranten uit Midden- en<br />
Oost-Europa uit op ongeveer 200 000.» 40<br />
Professor Engbersen schat in dat het aantal wat hoger zal liggen:<br />
De heer Engbersen: «Veel mensen zijn niet geregistreerd in de GBA, maar<br />
verrichten wel reguliere loonarbeid. Zij zitten in de UWV-bestanden. We<br />
kunnen de bestanden combineren. Het is ooit gedaan door Risbo, in<br />
samenwerking met mijn eigen onderzoeksgroep. Toen kwamen we uit op<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 35