19.09.2013 Views

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het CBS verwacht dat de migratiestroom naar Nederland vanuit de EU-26<br />

tot 2015 rond de 55 000 personen op jaarbasis zal liggen. Daarna neemt<br />

deze stroom af naar een structureel niveau van circa 45 000 vanaf 2030.<br />

Centrale veronderstelling hierbij is dat op langere termijn de economische<br />

groei in de herkomstlanden zodanig zal toenemen dat de inkomensverschillen<br />

naar elkaar toegroeien. Daardoor zal de neiging tot emigratie naar<br />

Nederland kleiner worden.<br />

Indien de emigratie hierbij betrokken wordt, kan grosso modo worden<br />

berekend dat vanaf 2015 het aantal migranten uit de EU-26 in Nederland<br />

per saldo met 10 000 per jaar toeneemt. Tot 2015 zal het migratiesaldo<br />

jaarlijks toenemen met circa 12 000 migranten (waarvan veertig procent<br />

uit Midden- en Oost-Europa afkomstig zal zijn, dus circa 5000).<br />

Op basis van de prognoses heeft het Nederlands Interdisciplinair<br />

Demografisch Instituut (NIDI) in 2010 in opdracht van VROM-WWI een<br />

viertal scenario’s gemaakt van de toekomstige omvang tot 2040 van het<br />

aantal personen uit Midden- en Oost-Europese lidstaten in Nederland. 53<br />

Dat heeft geresulteerd in een viertal scenario’s. Hieronder worden de<br />

laagste en hoogste schattingen weergegeven op basis van het<br />

zogenaamde Appèl scenario en LAT scenario. Daarbij zijn ontwikkelingen<br />

in land van herkomst en de openstelling van de grenzen in Duitsland en<br />

Oostenrijk per 1 mei 2011 niet meegenomen. Het betreft hier standcijfers,<br />

dus het aantal personen uit Midden- en Oost-Europa dat zich in Nederland<br />

bevindt in een bepaald jaar. Dat verklaart het grote verschil met de<br />

hiervoor beschreven stroomcijfers. Wel is duidelijk dat er volgens het<br />

laagste en hoogste scenario een stijging wordt verwacht van de omvang<br />

van Midden- en Oost-Europeanen in Nederland.<br />

Tabel 6 Lange en korte termijn schattingen toekomstige omvang van aantal personen uit Midden- en Oost-Europese lidstaten in<br />

Nederland<br />

2015 2025 2040<br />

GBA 2009 laagste hoogste 1<br />

laagste hoogste laagste hoogste<br />

Totaal 115 000 155 000 245 000 241 000 438 000 346 000 749 000<br />

1e generatie 83 000 116 000 196 000 175 000 340 000 233 000 529 000<br />

2e generatie 32 000 39 000 49 000 66 000 98 000 113 000 220 000<br />

1 laagste = Appèl scenario, hoogste = LAT scenario.<br />

53 Groenewold en de Beer (2010).<br />

Figuur 3 Prognose 2010–2060, EU-26<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

immigratie<br />

emigratie<br />

0<br />

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 2055 2060<br />

<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!