Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50 Jong, de (2005).<br />
Figuur 2 Aandeel eerste generatie Midden- en Oost-Europeanen per gemeente,<br />
1 januari 2011<br />
Minder dan 0,5%<br />
0,5% tot 1%<br />
1% tot 2%<br />
Meer dan 2%<br />
3.6 De omvang van het aantal arbeidsmigranten uit Midden- en<br />
Oost-Europa is destijds onderschat<br />
Bij de toetreding van landen uit Midden- en Oost-Europa tot de Europese<br />
Unie is door velen niet voorzien dat er in 2011 in Nederland ten minste<br />
200 000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa zouden zijn. Zo<br />
ging het CBS er destijds, in de bevolkingsprognose 2004–2050, van uit dat<br />
op termijn (circa vanaf 2015) jaarlijks tienduizend immigranten uit de<br />
nieuwe EU-landen zouden komen. 50<br />
Het kabinet-Kok heeft in 2004 het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd een<br />
raming te maken van het aantal te verwachten arbeidsmigranten uit<br />
Midden- en Oost-Europa. In 2004 werd uitgegaan van een toename van<br />
het aantal migranten uit Midden- en Oost-Europa met 4000 tot 8000 per<br />
jaar in geval dat er sprake zou zijn van volledig vrij werknemersverkeer.<br />
Voor het seizoenswerk zijn geen ramingen gemaakt. Er is destijds<br />
uitgegaan van de situatie dat het aantal seizoenswerkers zou stijgen met<br />
circa 10 000 per jaar.<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 41