Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
55 Commissie Arbeidsparticipatie (2008).<br />
56 Cedefop (2008).<br />
57 UWV Werkbedrijf (2011).<br />
58 Position Paper HIT foundation (2011),<br />
Position Paper OTTO workforce (2011),<br />
Position Paper Bouwend Nederland (2011) en<br />
Zorginnovatieplatform (2009).<br />
59 SER (2011b).<br />
60 Verslag openbaar gesprek met de heer van<br />
Gool, directeur OTTO Workforce, 15 juni 2011,<br />
Position Paper VNO-NCW-MKB Nederland<br />
(2011).<br />
61 Persbericht CBS, vrijdag 17 december 2010,<br />
Tempo vergrijzing loopt op.<br />
62 Euwals, Folmer, Knaap en Volkerink (2009).<br />
arbeidsaanbod kan worden gedacht aan de hogere participatie van<br />
ouderen en vrouwen of parttimers die fulltime gaan werken. Economische<br />
en arbeidsmarktontwikkelingen inschatten op de korte termijn is omgeven<br />
met de nodige onzekerheden en op de lange termijn nemen de onzekerheden<br />
nog verder toe.<br />
Beperkte vraag naar arbeidsmigranten op korte termijn<br />
De adviescommissie Arbeidsparticipatie voorzag voor Nederland een<br />
tekort van 375 000 arbeidskrachten in 2015. 55 De adviescommissie<br />
baseerde zich op een EU-studie van Cedefop. 56 Hierin werd voorspeld dat<br />
er tot 2015 in totaal 600 000 extra banen bij komen als gevolg van de groei<br />
van de werkgelegenheid. De adviescommissie deed de voorspelling vóór<br />
de economische crisis toen er sprake was van krapte op de arbeidsmarkt.<br />
De ontwikkeling van het aantal banen volgt (met vertraging) de economische<br />
ontwikkeling. Het is dan ook aannemelijk dat de economische<br />
crisis invloed heeft op de werkgelegenheid.<br />
Meer recent voorspelde het UWV bij een bescheiden economische groei<br />
voor de korte termijn (2013–2016) een zeer lichte groei van het aantal<br />
banen: gemiddeld 0,5 procent per jaar. 57 Dit komt overeen met een groei<br />
van 43 000 per jaar: 34 000 werknemers en 9000 zelfstandigen. Deze groei<br />
kan bijna volledig worden opgevangen door de groei van het structurele<br />
arbeidsaanbod, dat wil zeggen een groei van het autochtone arbeidsaanbod.<br />
<strong>Uit</strong> de gesprekken van de commissie bleek dat op de korte<br />
termijn (tot 2015) een lichte groei van het structurele arbeidsaanbod van<br />
gemiddeld 0,4 procent per jaar (door onder andere hogere participatie van<br />
vrouwen en ouderen) wordt verwacht. Dit komt overeen met een toename<br />
van het structurele arbeidsaanbod in de periode 2011–2015 van ongeveer<br />
140 000 personen.<br />
Onzekere vraag op lange termijn<br />
Diverse organisaties, zoals de HIT foundation, OTTO workforce, Bouwend<br />
Nederland en het Zorginnovatieplatform verwachten, vooral door de<br />
vergrijzing, voor de toekomst flinke tekorten op de arbeidsmarkt. 58 Ook de<br />
Sociaal-Economische Raad (SER) verwacht voor de lange termijn dat de<br />
instroom op de arbeidsmarkt onvoldoende zal zijn om de vervangingsvraag<br />
en de uitbreidingsvraag op te vangen. 59 De SER ziet als één van de<br />
oplossingen het bevorderen van de arbeidsmobiliteit.<br />
Het totale arbeidsaanbod zal volgens de SER in 2030 naar verwachting<br />
120 000 personen lager zijn ten opzichte van 2007. VNO-NCW-MKB<br />
Nederland komt op basis van cijfers van het CBS tot de conclusie dat in<br />
2020 door demografische ontwikkelingen meer dan 250 000 fulltime<br />
banen niet vervuld kunnen worden en OTTO workforce heeft berekend dat<br />
er in 2020 600 000 tot 700 000 arbeidsmigranten nodig zijn. 60 Volgens het<br />
CBS daalt de potentiële beroepsbevolking van 20- tot 65-jarigen tot 2 040<br />
met 800 000 mensen. 61<br />
Het onderzoek van Euwals, e.a. komt tot een tegengestelde conclusie. 62<br />
Volgens deze auteurs daalt de potentiële beroepsbevolking de komende<br />
vijftien jaar met 300 000. Als het aanbod van arbeid afneemt, is er in<br />
eerste instantie krapte op de arbeidsmarkt. Op de lange termijn passen<br />
actoren hun gedrag aan, bijvoorbeeld werknemers die hogere lonen<br />
afdwingen. Bij hogere lonen zullen meer mensen toetreden tot de<br />
arbeidsmarkt en door de hogere loonkosten gaan werkgevers op zoek<br />
naar alternatieven. Bovendien leiden hogere loonkosten tot hogere prijzen<br />
en dat zorgt weer voor minder vraag naar het product. Minder vraag naar<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 45