Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
Eindrapport Lessen Uit Recente Arbeidsmigratie - Tweede Kamer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4 Artikel 45 van het Verdrag betreffende de<br />
werking van de EU (VWEU) bepaalt dat het<br />
verkeer van werknemers in de Unie vrij is. De<br />
lidstaten verplichten zich «... elke discriminatie<br />
op grond van de nationaliteit tussen de<br />
werknemers der lidstaten, wat betreft de<br />
werkgelegenheid, de beloning en de overige<br />
arbeidsvoorwaarden...» af te schaffen.<br />
Beperkingen van de vrijheid werk te accepteren<br />
in een andere lidstaat, zich vrij te<br />
verplaatsen op het grondgebied van de Unie<br />
of er te verblijven nadat men een betrekking<br />
heeft vervuld, zijn alleen maar toegestaan «uit<br />
hoofde van openbare orde, openbare<br />
veiligheid en volksgezondheid...». Op grond<br />
van art 49 e.v. Verdrag Werking van de<br />
Europese Unie hebben burgers van de Unie<br />
het recht zich vrij te verplaatsen binnen de<br />
Unie en te verblijven op het grondgebied van<br />
de lidstaten. In de preambule van het Verdrag<br />
van Lissabon geven de Lidstaten aan<br />
«...vastbesloten te zijn het vrije verkeer van<br />
personen te vergemakkelijken ...».<br />
5 De economische kloof uit zich onder meer in<br />
de inkomensverschillen. De nieuwe lidstaten<br />
verdienen per persoon gemiddeld 40 procent<br />
van het inkomen van de burgers in de oude<br />
lidstaten. Eurostat (2004): GDP per capita in<br />
Purchasing Power Standards (PPS).<br />
6 Dit was niet nieuw. Een overgangsfase werd<br />
ook gehanteerd toen Griekenland in 1981 en<br />
Portugal en Spanje in 1986 lid werden van de<br />
EU. Voor Griekenland gold een overgangstermijn<br />
van zes jaar; voor Spanje en Portugal<br />
was een termijn van zeven jaar overeengekomen<br />
die uiteindelijk werd bekort tot zes jaar<br />
omdat de migratie uit beide landen achter<br />
bleef bij de verwachtingen. Het overgangsregime<br />
gold bij deze toetredingen overigens<br />
EU breed en de toepassing van overgangsmaatregelen<br />
werd niet zoals in 2004 overgelaten<br />
aan de individuele lidstaten.<br />
7 Hoge raad voor de werkgelegenheid (2006).<br />
2 INLEIDING EN VERANTWOORDING<br />
2.1 Aanleiding onderzoek<br />
In mei 2004 traden tien landen uit Midden- en Oost-Europa toe tot de<br />
Europese Unie (EU). Met de toetreding van Polen, Tsjechië, Slowakije,<br />
Litouwen, Letland, Estland, Hongarije, Slovenië, Cyprus en Malta tot de<br />
EU werd een belangrijke stap gezet om een einde te maken aan de deling<br />
van het Europese continent in Oost en West. In 2007 volgde Bulgarije en<br />
Roemenië.<br />
De uitbreiding van de EU betekende een vergroting van de interne markt,<br />
75 miljoen nieuwe burgers, nieuwe afzetgebieden en investeringsmogelijkheden.<br />
Bij de Europese interne markt hoort het recht van vrij verkeer<br />
voor werknemers en het recht van vrije vestiging. Naast vrij verkeer van<br />
kapitaal en diensten, worden zij gerekend tot de vrijheden die constituerend<br />
zijn voor de EU. 4<br />
In veel lidstaten van de oude Unie (EU-15) ontstond echter bezorgdheid<br />
over de grote economische kloof tussen de toetreders en de leden en de<br />
mogelijke groei van de migratie. 5 De EU-15 achtte een directe toepassing<br />
van het recht van vrij verkeer onwenselijk, uitgezonderd voor Malta en<br />
Cyprus. Zij kregen gelijk toegang tot vrij verkeer. In de toetredingsverdragen<br />
met de kandidaat-lidstaten werd de mogelijkheid van een tijdelijke<br />
beperking van het recht van vrij verkeer van werknemers opgenomen. 6<br />
Lidstaten konden voor twee jaar (eerste fase) overgangsmaatregelen<br />
nemen met een mogelijke verlenging van drie jaar (tweede fase) en bij de<br />
dreiging van ernstige verstoringen van de arbeidsmarkt nog eens twee<br />
jaar (derde fase); in totaal dus voor maximaal zeven jaar.<br />
In de praktijk betekende dat meestal een vergunningsplicht voor burgers<br />
uit de nieuwe lidstaten. Met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk,<br />
Ierland en Zweden maakten in 2004 alle oude lidstaten gebruik van de<br />
mogelijkheid het vrije verkeer van werknemers te beperken. De verdragen<br />
kennen bovendien een zogenaamde standstill bepaling, dat wil zeggen<br />
een verbod om op bepaalde gebieden nieuwe beperkingen in te voeren.<br />
Bovenop de beperkingen van het vrije verkeer van werknemers besloten<br />
alleen Duitsland en Oostenrijk tot overgangsmaatregelen voor het vrije<br />
verkeer van diensten. In bepaalde sectoren verhinderden zij de<br />
detachering van werknemers uit de toetredende landen, bijvoorbeeld in<br />
de bouw en schoonmaaksector. Nog vóór het einde van de tweede fase<br />
boden de meeste oude lidstaten werknemers uit de Midden- en<br />
Oost-Europese lidstaten vrije toegang tot hun arbeidsmarkt. In Nederland<br />
werd de verplichting een tewerkstellingsvergunning aan te vragen per<br />
1 mei 2007 afgeschaft. Alleen België, Duitsland en Oostenrijk gingen de<br />
derde fase van overgangstermijnen in. Hun overwegingen hierbij hadden<br />
betrekking op de arbeidsmarkt, met name de kostenvoordelen van<br />
gedetacheerden en zelfstandigen. 7<br />
Per 1 mei 2011 is het vrije verkeer voor werknemers uit de in 2004<br />
toegetreden landen een feit.<br />
Voor Bulgarije en Roemenië, die in 2007 toetraden tot de EU, gelden<br />
dezelfde bepalingen voor het vrije werknemersverkeer als in de verdragen<br />
met de acht Midden- en Oost-Europese lidstaten. Finland, Zweden, Polen,<br />
Tsjechië, Slowakije, Litouwen, Letland, Estland, Slovenië en Cyprus<br />
stelden direct na toetreding hun arbeidsmarkt open voor Roemenen en<br />
Bulgaren. Griekenland, Spanje en Portugal volgden op 1 januari 2009.<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, vergaderjaar 2011–2012, 32 680, nr. 4 21