10.07.2015 Views

Conceptrichtlijn colorectaal carcinoom 2013 - Oncoline

Conceptrichtlijn colorectaal carcinoom 2013 - Oncoline

Conceptrichtlijn colorectaal carcinoom 2013 - Oncoline

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2142214321442145214621472148214921502151215221532154215521562157215821592160216121622163216421652166216721682169217021712172217321742175217621772178217921802181218221832184218521862187218821892190219121922193 het stellen van een eventuele indicatie voor neoadjuvante therapie; om de kans op een R0 resectie te vergroten; de chirurgische planning ten aanzien van noodzakelijke expertise (uroloog, gynaecoloog, HPBchirurg).De plaats van radiotherapie in de behandeling van het T4 colon<strong>carcinoom</strong> heeft analogie met hetrectum<strong>carcinoom</strong>. Neoadjuvante radiotherapie kan downstaging bewerkstellingen en postoperatieveradiotherapie is een indicatie bij een irradicale resectie.Studies naar adjuvante radiotherapie met of zonder concurrent chemotherapie na een radicaleresectie van een T4 colon<strong>carcinoom</strong> dateren uit een tijdperk van voor 2000 zonder modernesystemische chemotherapie. De enige gerandomiseerde studie vergeleek adjuvante chemoradiatie(45 Gy radiotherapie eventueel met 5,4 Gy boost; fluorouracil en levamisole) met adjuvantechemotherapie (fluorouracil en levamisole) bij 187 patiënten met T3 of T4 colon<strong>carcinoom</strong> (81% vande patiënten had stadium T4) [Martenson 2004]. Zowel de 5-jaars overleving (58% indienchemoradiatie; 62% indien chemotherapie) als de 5-jaars ziektevrije overleving (51% in beidebehandelgroepen) waren vergelijkbaar voor de twee behandelstrategieën. Patiënten diechemoradiatie kregen hadden meer bijwerkingen (graad 3 toxiciteit, 54% bij chemoradiatie en 42% bijchemotherapie alleen). De studie had problemen met de patiëntinclusie waardoor het beoogd aantalpatiënten (700) niet werd behaald.In een vergelijkende studie naar adjuvante radiotherapie (totale dosis 45 Gy) na een R0 resectie(n=173) met een historische controle zonder adjuvante behandeling (n=395) [Willet 1993]. was hetpercentage patiënten zonder lokaal recidief na 5 jaar evenals de overleving hoger bij deradiotherapiegroep voor het T4 stadium. Daarnaast zijn meerdere kleine cohort studies beschreven,waarbij patiënten met een radicale of irradicale resectie van een T4 colon<strong>carcinoom</strong> meestal eencombinatie van behandelingen ondergingen. Waaronder intra-operatieve radiotherapie, pre- ofpostoperatieve externe radiotherapie, concurrent chemotherapie en sequentieel intraperitoneaalchemotherapie [Palerma 2000; Gunderson 1997; Amos 1996; Schild 1995; Willet 1997]. Onduidelijkeselectiecriteria voor een bepaalde behandeling, heterogene patiëntgroepen en ontbrekende controlegroep maakt interpretatie van deze studies lastig.In een retrospectieve analyse van 100 patiënten met locally advanced of recidief colon<strong>carcinoom</strong>worden de resultaten gepresenteerd van een multimodale behandeling bestaande uit intra-operatieveradiotherapie met externe radiotherapie (merendeel preoperatief), en chemotherapie (bij hetmerendeel van de patiënten preoperatief; bij 73 patiënten als ‘radiosensitizer') [Taylor 2002], 25patiënten hadden een T4 stadium colon<strong>carcinoom</strong>. In deze subgroep was de overleving 49% na 5jaar (95% BI 31-76%). Sterfte gerelateerd aan de behandeling op langere termijn (24-93 maanden;sepsis gerelateerd) trad op bij vier patiënten (16%). Het percentage patiënten met ernstigecomplicaties was 8%. Bij 12% van de patiënten was een operatie nodig in verband met complicaties.In een andere studie wordt een cohort beschreven van 33 patiënten met een locally advancedcolon<strong>carcinoom</strong> [Cukier 2012]. Zij ondergingen neoadjuvante chemoradiatie. Alle patiëntenondergingen een R0 resectie, terwijl in 66% er nog sprake was van ypT4b ziekte. De 3-jaarsoverleving bedroeg 86% en de 3-jaars DFS bedroeg 74%. Het percentage postoperatievecomplicaties bedroeg 36%; er was geen postoperatieve mortaliteit.In een gerandomiseerde pilot studie werden 150 patiënten met een radiologisch gestadieerd T3 ( >5mm vetinvasie) of T4 colon<strong>carcinoom</strong> gerandomiseerd tussen neoadjuvante chemotherapie gevolgddoor chirurgie en adjuvante chemotherapie (n=99) of directe chirurgie met adjuvante chemotherapie(n=51). In de experimentele groep resulteerde preoperatieve therapie in minder positieve resectiemarges (4% vs 20%), en matige tot goede tumorregressie bij 31% met pathologisch completeremissie bij 2 patiënten. Postoperatieve complicaties waren gelijk (14% vs 12%). Data over langetermijn zijn nog niet beschikbaar [Foxtrot group 2012].Richtlijn Colorectaal <strong>carcinoom</strong> en Colorectale levermetastasen <strong>2013</strong> - CONCEPT 52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!