ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Trimarans<br />
Tuig: sloep, kotter, yawl of kits.<br />
Traditionele langkieljachten waren vaak yawl- of kitsgetuigd om een evenwichtiger zeilplan<br />
te krijgen. Vooral in zwaar weer was het met alleen het voorzeil moeilijk om de boot op koers<br />
te houden: door de grotere snelheid en de helling verplaatste het lateraalpunt zich dramatisch<br />
naar voren, waardoor de loefgierigheid sterk toenam, hetgeen met een bezaan moest worden<br />
gecompenseerd. Het enkele roer van een trimaran is veel gemakkelijker te bedienen dan het<br />
dubbele van een catamaran. Zolang de boot een helmstok heeft of een mechanische<br />
wielbesturing, kan een servo-pendulumsysteem worden gebruikt. Een hulproersysteem is<br />
minder geschikt omdat het aangehangen roer op de meeste trimarans de plaatsing van het<br />
hulproer bemoeilijkt. Dit type windvaan heeft bovendien niet genoeg kracht om de snelheden<br />
aan te kunnen die met een trimaran kunnen worden gehaald. Een dubbelroersysteem is totaal<br />
ongeschikt. De twee roeren van het systeem zouden meteen achter het aangehangen hoofdroer<br />
moeten worden geplaatst en het hulproer zou daardoor te dicht bij het hoofdroer zitten.<br />
Tuig: sloep, kotter, yawl of kits.<br />
Traditionele langkieljachten waren vaak yawl- of kitsgetuigd om een evenwichtiger zeilplan<br />
te krijgen. Vooral in zwaar weer was het met alleen het voorzeil moeilijk om de boot op koers<br />
te houden: door de grotere snelheid en de helling verplaatste het lateraalpunt zich dramatisch<br />
naar voren, waardoor de loefgierigheid sterk toenam, hetgeen met een bezaan moest worden<br />
gecompenseerd<br />
Boten met een yawltuig zijn altijd een streling voor het oog; dit fraaie<br />
traditionele jacht lag in Newport, Rhode Island in 1996<br />
Tegenwoordig hebben zeegaande jachten meestal een vinkiel en een scheg (het roer los van<br />
de kiel), waarbij het roer met de scheg vrij ver naar achteren zit. Hun lateraalpunt verschuift<br />
niet zo sterk als gevolg van grotere bootsnelheid of meer helling; ze blijven goed op koers en<br />
hebben geen tweede mast nodig. Alle tegenwoordige rompvormen zeilen onder alle<br />
omstandigheden goed zonder een tweede mast.<br />
105