ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
ZELFSTURING ONDER ZEIL - WINDPILOT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De geleiding van de stuurlijnen<br />
Bij een servo-pendulumsysteem is bij de maximale uitslag van het systeem de hoeveelheid<br />
lijn die door de stuurlijnblokken loopt slechts ongeveer 25 centimeter. Bij een combinatie van<br />
ondoelmatige overbrenging, speling, rekkende of te lange lijnen is het niet ondenkbaar dat de<br />
maximale doorloop van de stuurlijnen tot maar 10 centimeter terug kan lopen. Een systeem<br />
waarbij dit het geval is zal bij de eerste de beste gelegenheid zijn zwakte laten blijken; vroeg of<br />
laat zal het roer zijn controle verliezen.<br />
Een goed servo-pendulumsysteem kan<br />
wel 150 kg. stuurkracht genereren –<br />
genoeg om met gemak alle schepen tot 60<br />
voet op koers te kunnen houden. In feite<br />
is de sleutel tot goede stuurprestaties van<br />
een servo-pendulumsysteem heel simpel:<br />
de kwaliteit van het geheel van de<br />
overbrengingen.<br />
Bij een Aries hebben de stuurlijnen een<br />
doorloop van 25 centimeter door de blokken,<br />
evenals bij een Monitor en een Windpilot<br />
Pacific.<br />
Tip: de effectieve doorloop van de stuurlijnen en daarmee de grootte van de corrigerende<br />
roerbewegingen die het systeem kan maken kan worden vergroot door de midscheepse stand<br />
van de windvaan meer naar lij te verplaatsen ( wat eenvoudig kan worden bereikt door de<br />
bevestiging op de helmstok of de wieladapter bij te stellen). Deze methode berust op het feit<br />
dat bijna alle koerscorrecties van de windvaan gericht zijn op afvallen. In extreme<br />
omstandigheden kan dit de enige manier zijn om voldoende roeruitslag te krijgen.<br />
De overbrenging op de helmstok<br />
Voor de overbrenging van de stuurkracht is een helmstok het meest ideaal. Bij een<br />
achterkuip kan de lijnvoering kort worden gehouden en kan het bevestigingspunt van de<br />
stuurlijnen verplaatsbaar worden gemaakt of zelfs, zoals op sommige snelle lichte boten, op<br />
een rail worden gemonteerd. De stuurlijnen worden bij voorkeur op de helmstok bevestigd met<br />
een stukje ketting, waarvan één schalm tussen twee tanden van het beslag op de helmstok valt.<br />
Bij sommige systemen worden de lijnen met lijnklemmen op de helmstok bevestigd, maar dit is<br />
niet erg praktisch.<br />
.<br />
65