Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verdere realisatie van <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong>. Wij beperken ons<br />
daarbij tot actoren <strong>met</strong> een hoofdrol: het Rijk, de provincies<br />
en kaderwetgebieden, gemeenten, waterschappen,<br />
maatschappelijke organisaties en de kennisinstituten.<br />
15.4.1. De rol van het Rijk: van centrale<br />
beleidsbepaler naar beleidsinnovator<br />
In weerwil van de decentralisatieslag van de afgelopen<br />
jaren zijn er nog steeds taken overgebleven waarop<br />
de rijksoverheid zich kan profileren, zelfs het enig effectieve<br />
bestuursniveau zal blijven. Daar waar het gaat om<br />
nationale normstellende regelgeving voor verkeersveiligheid,<br />
het (laten) nemen van effectieve maatregelen<br />
door de nationale wegbeheerder (regionale diensten<br />
van Rijkswaterstaat) en de vervulling van een stuwende<br />
functie binnen de Europese Unie, zal het Ministerie van<br />
Verkeer en Waterstaat een centrale rol blijven spelen.<br />
De discussie over de invulling van de zogeheten regierol<br />
van het Rijk is daarnaast cruciaal. Bijvoorbeeld op<br />
het terrein van afstemming tussen Verkeer en<br />
Waterstaat enerzijds en Binnenlandse Zaken en Justitie<br />
anderzijds in het kader van de handhaving ligt een<br />
belangrijke uitdaging. Uiteraard bepalen politie en<br />
justitie hun eigen prioriteiten binnen opsporing en<br />
handhaving, maar ook hier zijn afspraken over het<br />
optreden noodzakelijk, juist bezien vanuit het integrale<br />
karakter van <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong>. Overigens geldt dat niet<br />
alleen voor handhaving op het landelijke niveau, maar<br />
zeker ook op het regionale niveau (zie ook Hoofdstuk 8).<br />
Naast deze afstemming binnen de beleidskolom verkeersveiligheid,<br />
is het ook nuttig om verkeersveiligheid<br />
en de <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong>-visie in te brengen in<br />
de discussie waarbij politieprioriteiten bepaald worden.<br />
Er zal daarbij aansluiting gezocht moeten worden bij<br />
de andere aandachtsvelden van de politiezorg.<br />
Indien de mening zou postvatten dat decentralisatie<br />
van verkeersveiligheid naar de provincies en kaderwetgebieden<br />
ertoe zou leiden dat het Rijk hierop verder<br />
niet of nauwelijks taken heeft, worden serieuze kansen<br />
ter verbetering van de prestatie in Nederland op dit<br />
terrein gemist. Juist het Rijk moet het voortouw nemen<br />
<strong>met</strong> het inbedden van <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> als facetbeleid<br />
in het bredere verkeers- en vervoersbeleid (Nota<br />
Mobiliteit), het beleid op het gebied van ruimtelijke<br />
ordening en stedenbouw (Nota Ruimte) en het milieubeleid.<br />
Concreet kan dat door verkeersveiligheidsambtenaren<br />
van het Ministerie van Verkeer en<br />
Waterstaat onderdeel te laten zijn van de besluitvorming<br />
over deze grote nota's of door een verkeersveiligheidstoets<br />
voor aanpalend beleid in te voeren (zie<br />
ook Van Wee & Marchau, 2005).<br />
Daarnaast dient het Rijk een belangrijke rol te vervullen<br />
als aanjager van decentrale processen, interventies te<br />
plegen bij impasses in decentrale interacties, en de totstandkoming<br />
van uniforme standaarden <strong>met</strong> betrekking<br />
tot <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong>-maatregelen te bevorderen en<br />
te sanctioneren.<br />
Hoewel het Rijk minder centraal zal komen te staan in<br />
die afwegingen die aan de provincies worden overgelaten<br />
(zie volgende paragraaf), kan het volgens de Nota<br />
Mobiliteit kaderstellende afspraken <strong>met</strong> lagere overheden<br />
blijven maken. Deze afspraken kunnen dienen als<br />
informatiebron en aanjager, die het mogelijk maken om<br />
provincies op kengetallen en benchmarks onderling te<br />
vergelijken. De afspraken kunnen de vorm krijgen van<br />
verkeersveiligheidsakkoorden, waarin op diverse<br />
onderwerpen concrete samenwerking en prestaties<br />
binnen en tussen regio's zijn vastgelegd. Eventueel kan<br />
een gedeelte van het BDU-budget op grond van<br />
gerealiseerde verkeersveiligheidswinst worden verdeeld.<br />
Dit zal een sterke prikkel zijn om de prestaties op<br />
het terrein van verkeersveiligheid in het algemeen en<br />
<strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> in het bijzonder te verbeteren. De<br />
focus zal in vergelijking <strong>met</strong> vroeger verschuiven van de<br />
provincie als uitvoerder van rijksbeleid naar de provincie<br />
als autonoom orgaan <strong>met</strong> eigen middelen, wensen,<br />
voorkeuren en verantwoordelijkheden.<br />
Naast de minister en het ministerie speelt op nationaal<br />
niveau ook het parlement een rol. Hoewel het parlement<br />
vooral in de besluitvormende fase invloed uitoefent,<br />
kan het ook bij de implementatie van <strong>Duurzaam</strong><br />
<strong>Veilig</strong> een ondersteunende functie hebben. Het parlement<br />
controleert de uitvoering van het landelijke beleid<br />
van de minister. Het kan daarbij inspireren en aanjagen,<br />
niet alleen om <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> op de beleidsagenda te<br />
krijgen en te houden, maar ook om voldoende budgetten<br />
te reserveren, bij de uitvoering de vinger aan de pols<br />
te houden en <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> als facetbeleid bij andere<br />
onderwerpen te laten terugkomen. Belemmeringen<br />
hierbij zijn de geleidelijkheid waarmee de 'ramp' van<br />
verkeersveiligheid zich voltrekt, de concurrentie <strong>met</strong><br />
andere onderwerpen en het feit dat duurzaam veilige<br />
infrastructuur kostbaar is.<br />
218 UITVOERING