Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
heidsaudits, onafhankelijke beoordelingen van wegontwerpen,<br />
die een beeld hadden kunnen geven van de<br />
mate waarin wegontwerpen aan <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> voldoen.<br />
En we hebben ook niet een systeem zoals in het<br />
Verenigd Koninkrijk, waar men systematisch probeert<br />
om de veiligheidseffecten te leren kennen van aangebrachte<br />
veranderingen in de infrastructuur (Molasses:<br />
Monitoring of Local Authority Safety Schemes;<br />
www.trl.co.uk/molasses). Wij zullen het hier moeten<br />
doen <strong>met</strong> enkele indrukken. Zo'n indruk is bijvoorbeeld<br />
het probleem van het snelheidsgedrag van gemotoriseerd<br />
verkeer bij oversteekplaatsen (zie Hoofdstuk 12).<br />
Categorisering<br />
De praktijk van <strong>Duurzaam</strong> <strong>Veilig</strong> heeft inmiddels aangetoond<br />
dat de theoretische indeling van wegcategorieën<br />
en de daarop afgestemde uniformiteit van wegvakken<br />
en kruisingen tot enkele grote problemen leidt. De oorspronkelijke<br />
driedeling werd een vijfdeling nadat een<br />
onderscheid aangebracht was tussen binnen en buiten<br />
de bebouwde kom voor gebiedsontsluitingswegen en<br />
erftoegangswegen (stroomwegen binnen de bebouwde<br />
kom zouden niet mogen bestaan). Bij het uitwerken<br />
van de richtlijnen voor deze vijfdeling bleek bij wegbeheerders<br />
een behoefte te bestaan aan nog een (extra)<br />
onderscheid binnen wegcategorieën, in ieder geval<br />
naar snelheidsregime. Zo kwamen voor de gebiedsontsluitingsweg<br />
binnen de bebouwde kom twee versies:<br />
de standaard <strong>met</strong> een limiet van 50 km/uur en een<br />
soort stroomweg <strong>met</strong> een limiet van 70 km/uur. Ook<br />
kon niet worden volstaan <strong>met</strong> één type stroomweg buiten<br />
de bebouwde kom. Voor de autosnelweg kwam er<br />
een goedkoper alternatief, de regionale stroomweg<br />
<strong>met</strong> een smaller dwarsprofiel en een lagere limiet.<br />
Rijrichtingscheiding<br />
De mate van rijrichtingscheiding heeft tot veel discussies<br />
geleid, vooral voor de gebiedsontsluitingswegen buiten<br />
de kom. Men ziet op tegen de kosten bij verbreding van<br />
het dwarsprofiel, de onmogelijkheid om dan te kunnen<br />
inhalen, en vragen zoals wat te doen bij stremmingen<br />
en hulpdiensten? De oplossing van '2+1-wegen'<br />
(wegen <strong>met</strong> een inhaalstrook die per rijrichting wisselt)<br />
die in het buitenland steeds populairder wordt, geniet<br />
die populariteit in ons land niet. Vanuit theoretische<br />
overwegingen (homogeniteitsprincipe) zal de potentiële<br />
mogelijkheid van een frontale ontmoeting <strong>met</strong> botssnelheden<br />
boven de 70 km/uur uitgesloten moeten<br />
worden. Dus zullen op een weg <strong>met</strong> rijsnelheden van<br />
80 km/uur (de gebiedsontsluitende wegen buiten de<br />
bebouwde kom) de rijrichtingen zodanig moeten worden<br />
gescheiden dat auto's elkaar niet frontaal kunnen<br />
raken. In de praktijk is men uitgekomen op een dubbele<br />
asstreep. De dubbele ononderbroken asstreep verbiedt<br />
het inhalen over de rijstrook voor tegenliggers,<br />
evenals de enkele ononderbroken asstreep, <strong>met</strong> dien<br />
verstande dat de dubbele streep het verkeer (visueel en<br />
fysiek) meer uit elkaar trekt. Het inhalen van langzaam<br />
rijdende voertuigen zou op een andere wijze mogelijk<br />
gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld <strong>met</strong> inhaalstroken,<br />
of de rijbaan zou gesloten moeten worden voor de<br />
voertuigcategorieën die niet sneller kunnen of mogen<br />
rijden dan het snelheidsregime toestaat. In plaats van<br />
voor een rigide gedragsbepalende infrastructuur, wordt<br />
gekozen voor een meer vrijblijvende vormgeving, waarbij<br />
<strong>met</strong> belijning (<strong>met</strong> name dubbele asmarkering) wordt<br />
gecommuniceerd wat de bedoeling is. Voor de verkeersdeelnemer<br />
kan de bedoeling van dergelijke vormgeving<br />
duidelijk zijn, maar of hij zich hierdoor veilig zal<br />
gedragen, is en blijft voor een groot deel afhankelijk van<br />
zijn bereidwilligheid om dit te doen. Bovendien voorkomt<br />
dit soort markering niet dat onbedoelde fouten tot<br />
een ongeval kunnen leiden. Een dergelijke oplossing<br />
heeft derhalve geen duurzaam karakter. Inmiddels is er<br />
een discussie gaande in ons land omtrent de zogeheten<br />
'cable barrier', een oplossing die in Zweden in<br />
Vision Zero wordt gepropageerd. Ook spelen er nog<br />
vragen over het gecombineerde gebruik van parallelwegen<br />
langs gebiedsontsluitingswegen (namelijk door<br />
landbouwverkeer en fietsers/bromfietsers).<br />
Erftoegangswegen<br />
Bij de uitvoering van het Startprogramma <strong>Duurzaam</strong><br />
<strong>Veilig</strong> is ervoor gekozen om ook 'sobere' varianten van<br />
30-km/uur-gebieden mogelijk te maken. Er zijn aanwijzingen<br />
dat 'sober' hier en daar té sober is geworden<br />
(zie Hoofdstuk 3) en dat er harder gereden wordt dan<br />
de limiet. Het verdient aanbeveling om dit onderwerp<br />
van 'sobere inrichting' nog eens zorgvuldig te bekijken.<br />
De keuze van een 60-km/uur-limiet op erftoegangswegen<br />
buiten de bebouwde kom is geen duurzaam<br />
veilige oplossing, omdat snelverkeer en langzaam verkeer<br />
hier mengen en botsingen bij deze snelheden nog<br />
steeds ernstig kunnen aflopen voor het langzaam verkeer.<br />
Uit het evaluatieonderzoek naar de effecten van<br />
60-km/uur-gebieden (Beenker et al., 2004) blijkt het<br />
positieve effect vooral het gevolg te zijn van slachtofferreductie<br />
op de kruisingen en niet op de wegvakken.<br />
Hoe vaak en hoe sterk de snelheidslimiet op deze<br />
wegen overschreden wordt, is niet bekend.<br />
4. INFRASTRUCTUUR<br />
87