Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
Door met Duurzaam Veilig; Nationale - SWOV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
17. Financiering<br />
Dit hoofdstuk gaat in op de financiering van verkeersveiligheidsmaatregelen.<br />
Het gaat hier dus niet in de eerste<br />
plaats over de vraag wat effectieve middelen zijn<br />
om de veiligheid van het wegverkeer te vergroten, maar<br />
om de vraag hoe en door wie deze betaald kunnen of<br />
moeten worden. We zullen zien dat het antwoord op<br />
deze vraag mede afhangt van de aard van de veiligheidsmaatregelen,<br />
en daarnaast niet los gezien kan<br />
worden van het (dis-)functioneren van de ‘markt voor<br />
verkeersveiligheid’ zelf.<br />
Het hoofdstuk neemt primair een welvaartseconomisch<br />
perspectief. Allereerst gaan we in 17.1 terug naar de<br />
standaardtheorie omtrent marktfalen en overheidsingrijpen.<br />
We zullen namelijk zien dat het marktfalen op<br />
markten die aan de verkeersveiligheid zijn gerelateerd,<br />
consequenties heeft voor de keuze van financieringsbronnen<br />
voor verkeersveiligheidsinvesteringen. Dit werken<br />
we uit in 17.2, waarin we beginnen <strong>met</strong> een classificatie<br />
van typen investeringen die de veiligheid zouden<br />
kunnen verhogen. Beargumenteerd wordt waarom we<br />
ons vervolgens beperken tot de (her)inrichting van<br />
regionale wegen. In 17.3 wordt voor deze investeringen<br />
een aantal financieringsbronnen kwalitatief beoordeeld<br />
vanuit welvaartseconomische hoek. Hierbij zal het gaan<br />
om financiering uit vergoedingen voor ongevalsschade,<br />
variabele gebruikersheffingen en algemene middelen.<br />
De laatste paragraaf (17.4) ten slotte, bevat de belangrijkste<br />
conclusies.<br />
Onze analyse baseert zich dus primair op een theorie<br />
over het vergroten van het maatschappelijk welzijn. Dit<br />
laat onverlet dat beleidsvoorbereiders en -vormers de<br />
verantwoordelijkheid hebben om te beslissen over de<br />
invoering en financiering van maatregelen. Daarbij spelen<br />
(ook) andere dan welvaartseconomische overwegingen<br />
vaak een belangrijke rol. Het is aan de beslissers<br />
om al deze belangen af te wegen.<br />
17.1. Marktfalen en overheidsingrijpen<br />
17.1.1. Theoretische achtergronden<br />
In de moderne micro- en welvaartseconomische theorie<br />
(zie bijvoorbeeld Varian, 1992; Atkinson & Stiglitz,<br />
1980; Johansson, 1991) is ‘de kracht van de markt’<br />
een belangrijk uitgangspunt. Als aan een aantal veronderstellingen<br />
is voldaan (zie hieronder), zal de vrije<br />
markt ervoor zorgdragen dat het zogeheten ‘Paretooptimum’<br />
als vanzelf tot stand komt. In dat optimum<br />
geschiedt de productie van de maatschappelijk optimale<br />
hoeveelheden van alle diensten en goederen zo<br />
efficiënt mogelijk; dat wil zeggen: tegen minimale sociale<br />
kosten. Op dergelijke markten leidt individueel<br />
gedrag, gericht op het maximaliseren van de eigen welvaart,<br />
daarmee tot een marktevenwicht waarin de<br />
maatschappelijke Pigouviaanse welvaart (de som van<br />
in monetaire termen uitgedrukte individuele welvaartsniveaus<br />
van individuele actoren) is gemaximaliseerd.<br />
Het is dus niet verwonderlijk dat voor dergelijke markten<br />
het economisch beleidsadvies aan overheden zou<br />
zijn om vooral niet te interveniëren: 'If it ain’t broken,<br />
don’t fix it'.<br />
De omstandigheden waaronder de hierboven beschreven<br />
'kracht van de markt' functioneert zijn echter nogal<br />
hypothetisch. Het is daarom van belang om te benadrukken<br />
dat deze situatie <strong>met</strong> ‘perfecte markten’<br />
eigenlijk niet als een realistische weergave van economische<br />
marktprocessen in de praktijk moet worden<br />
gezien, maar veeleer als een hypothetisch ideaaltype.<br />
Dit ideaaltype biedt echter een goed uitgangspunt om<br />
te zien in welke mate, en om welke redenen, deze aantrekkelijke<br />
eigenschap van de markteconomie niet op<br />
zal treden, of in ieder geval verstoord wordt. Een dergelijke<br />
benadering geeft namelijk inzicht in de vraag óf<br />
men dient in te grijpen in het marktproces, en zo ja, wat<br />
de meest efficiënte manier is om dit te doen. Een intuïtief<br />
logisch resultaat uit de welvaartseconomie is<br />
namelijk dat een overheid, indien nodig, een markt het<br />
meest efficiënt bijstuurt door <strong>met</strong> het beleid zo dicht<br />
mogelijk aan te grijpen bij de bron van het ‘marktfalen’<br />
(de oorzaak van de divergentie van het hierboven<br />
genoemde ideaaltype).<br />
Er zijn verschillende redenen waarom de markt kan<br />
falen, en elk hiervan heeft eigen beleidsimplicaties.<br />
Externe effecten treden op als het gedrag van het ene<br />
individu een direct (dat wil zeggen, niet primair via veranderende<br />
prijzen) welvaartseffect op een ander individu<br />
heeft zonder dat daarvoor een prijs betaald wordt.<br />
Marktmacht treedt op als een bedrijf groot genoeg is,<br />
ten opzichte van de omvang van de gehele markt, om<br />
de prijs te kunnen beïnvloeden. Vaak is dit het gevolg<br />
17. FINANCIERING<br />
233