03.05.2013 Views

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lind (smoothing changes in market rents) als onderscheidende kenmerk van de Nederlandse<br />

huurprijsregulering lijkt te worden ondermijnd (2.1.2, tabel 4). Kleine stadsappartementen<br />

worden aangeboden, zij het dat er vaak sprake is van meubilering, of onzelfstandige eenheden.<br />

Institutionele verhuurders kunnen zich een flexibele opstelling als bovenstaand niet<br />

permitteren. Toch willen de meeste van hen in nieuwe projecten de handen vrij hebben, en niet<br />

beperkt worden door de huurprijsregulering. Dit zou rendementstechnisch gezien vaak niet<br />

eens verantwoord zijn (zie ook 2.5, tabel 8). Institutionele beleggers kiezen daarom structureel<br />

voor het geliberaliseerde huursegment. Dit betekent dat zij alleen appartementen boven een<br />

bepaalde oppervlakte aanbieden. Deze markt is beperkt van omvang, en staat bovendien sterk<br />

onder invloed van de eigenwoningsector. De ontwikkeling werd in 6.1 omschreven als een<br />

proces van 'vernichering' van de institutionele huursector. Appartementen met een<br />

woonoppervlakte onder ca. 80 m 2 vallen buiten deze niche, tot spijt van sommige aanbieders.<br />

Andere aanbieders laat het vrij onverschillig.<br />

Een belangrijk kenmerk van het Nederlandse huurbeleid is de gelijkschakeling van de sociale<br />

huursector en de particuliere huursector. M.a.w. er is geen categorale indeling van het beleid.<br />

Beleidsmedewerker op VROM DG Wonen Riemer Baumfalk neemt echter waar dat er in de<br />

praktijk een tweedeling op de markt is ontstaan. Verhurende partijen zoeken naar creatieve<br />

oplossingen, of kiezen strategisch voor het geliberaliseerde segment (interview VROM).<br />

Saillant detail is dat de liberalisatiegrens niet alleen een tweedeling tussen sociale en<br />

institutionele verhuurders bevordert, maar per definitie ook een tweedeling veroorzaakt in het<br />

aanboden goed door de verschillende soorten aanbieders. Sociale verhuurders verhuren wel<br />

kleine stadsappartementen, institutionele niet. Op de nieuwe nichemarkt worden voornamelijk<br />

studio's en gemeubileerde appartementen verhuurd.<br />

Het onvoorspelbare huurbeleid in Engeland tot aan 1988 heeft belangrijke gevolgen gehad voor<br />

het aanbod in de particuliere huursector. Ook hebben particuliere aanbieders strategisch<br />

ingespeeld op de mazen in de wet, net als Nederlandse verhuurders nu doen. Inmiddels<br />

kunnen in Engeland grofweg twee huurprijsregimes worden onderscheiden die grotendeels<br />

samenvallen met het onderscheid tussen de publieke/sociale en particuliere huursector. Het<br />

huurbeleid vormt nu vrijwel geen enkele restrictie voor de markt. Belangrijkste kenmerk van het<br />

Engelse systeem daarbij is dat zittende huurders voor een groot deel van de markt geen<br />

huurbescherming genieten (type a en b 'transaction cost' huurprijsregulering van Lind, 2.1.2,<br />

tabel 4), en geen huurzekerheid hebben. Verhuurders vinden dit een groot voordeel. Dit stelt<br />

hen in staat tijdelijk genoegen te nemen met lage huurinkomsten, om de huren te kunnen<br />

verhogen bij een economische opleving. Zeer belangrijk voor de 'city living' markt zijn de<br />

tijdelijke contracten. Speculanten zouden niet in de markt zijn gestapt wanneer zij het bezit niet<br />

leeg zouden kunnen doorverkopen. Hoewel er diverse redenen worden aangedragen voor het<br />

herstel van de particuliere huurwoningenmarkt (veelal conjunctureel), zou het herstel niet<br />

mogelijk zijn geweest zonder de liberalisatie van 1988. De invloed van de conjunctuur kan ook<br />

gerelativeerd worden. Over de hele periode van 1989 tot aan 2006 is er sprake geweest van<br />

pieken en dalen. Netto zou de uitwerking hiervan op de particuliere huurwoningenmarkt vrij<br />

neutraal moeten zijn. Het marktaandeel van de particuliere huursector is in deze periode<br />

gestegen van 9,50% naar 11,33%. Van grote invloed, vooral in de periode na 1999, is het<br />

gedeeltelijk of volledig ontbreken van de hypotheekrenteaftrek geweest. De keuze voor de<br />

koop- of huurwoning kon hierdoor beter door conjuncturele- en andere vraagfactoren bepaald<br />

worden. Toch kan er al met al gesteld worden dat de liberalisatie een belangrijke faciliterende<br />

rol heeft gespeeld. Dat in er in Leeds zoveel nadruk wordt gelegd op kleine stadsappartementen<br />

heeft niks met het huurbeleid te maken, maar ze worden in ieder geval niet door het<br />

huurbeleid onmogelijk/ onrendabel gemaakt.<br />

Over Duitsland kan alleen gesteld worden dat het stabiele en relatief liberale huurbeleid<br />

investeringen niet in weg zit. Samen met de gunstige fiscale behandeling en het ontbreken van<br />

een actieve eigenwoningpolitiek heeft de particuliere huursector haar sterke positie tot op de<br />

dag van vandaag kunnen behouden. Voor speculanten biedt het huurbeleid echter geen ruimte.<br />

Deze zullen hun heil in andere vastgoedcategorieën moeten zoeken, of voor zo ver het mogelijk<br />

is in onverhuurd bezit handelen.<br />

107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!