03.05.2013 Views

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2.3 De jaren tachtig en negentig. Harde sanering en flexibilisering<br />

1982-1993. Saneringskabinetten Lubbers. Boveninflatoir trendhuurbeleid & gedeeltelijke<br />

liberalisatie markt<br />

Onder Lubbers-I werd de koppeling tussen de lonen en de huurtrend losgelaten om te kunnen<br />

bezuinigen op de objectsubsidies. De tekorten bleven zich echter aandienen zodat van<br />

bezuinigingen geen sprake kon zijn (Salet, 1987). Staatssecretaris Heerma zette in 1988 in op<br />

voortzetting van het strenge trendhuurbeleid om de vraaghuur weer in overeenstemming te<br />

brengen met de kostprijshuur. Hij besloot in 1989 tevens tot gedeeltelijke liberalisatie van de<br />

markt. In 1991 dwong de overheid forse huurstijgingen af door de objectsubsidies sterk te<br />

beperken. Sociale verhuurders berekenden dit door aan de huurders, wat voor veel onbegrip<br />

zorgde (interview VROM).<br />

1993-2002. Verlaten huurtrend. Meer flexibiliteit, meer vrijheid voor de verhuurders<br />

In 1993 werd de dwingende huurtrend definitief verlaten, en verviel de minimaal redelijke<br />

huurprijs. Sindsdien geldt alleen nog een maximaal toelaatbare huurprijs. Voor sociale<br />

verhuurders werd naast de nieuwe vrijheden als extra restrictie de 'maximale<br />

huursombenadering' ingevoerd. Dit betekende dat tegenover forse huurstijgingen ook<br />

huurmatigingen moesten staan. Netto was er echter meer vrijheid. Per individuele woning werd<br />

een maximale huurstijging doorgevoerd tot zelfs 6,5%. Voorheen was de maximale huurstijging<br />

altijd gebonden geweest aan de afstand tot de maximale huurprijs (staffelsysteem). Particuliere<br />

verhuurders waren niet gebonden aan een maximale huursom. In de praktijk betekende de<br />

flexibilisering dat met name huurders van relatief dure huurwoningen te maken kregen met<br />

forse huurstijgingen. Hiertegen ontstond weerstand (interview Van der Schaar). Gemiddeld<br />

bleven de huren echter gematigd.<br />

In de loop van de jaren negentig legde de overheid minder nadruk op de doelstelling tot het<br />

optrekken van de huren naar markthuurprijsniveau. Volgens Van der Schaar (2002) was de<br />

noodzaak hiervoor verdwenen aangezien de overheid sinds de bruteringsactie in 1995 (1.3.3)<br />

niet langer meer financieel garant stond voor de sector. Hogere huren zouden daarentegen wel<br />

een extra last leggen op de Rijksbegroting door extra uitgaven voor de individuele<br />

huursubsidie. Van een door Heerma beoogd herstel van vraaghuur naar kostprijshuur is<br />

daarom weinig terechtgekomen, ook omdat de corporaties hier zelf weinig belang aan leken te<br />

hechten. Zij dekten exploitatietekorten uit verkopen, en via kruissubsidiëring op reeds<br />

afgeschreven bezit. Maar bovenal was het economisch tij de sociale huursector erg gunstig;<br />

iets wat bij de verzelfstandiging van de sector niet was voorzien.<br />

2.2.4 Het nieuwe millennium. Re-regulering en huurmatiging 2002-2005<br />

Commissie Vermeulen<br />

Hoewel met het afschaffen van de huurtrend en de minimale toelaatbare huurprijs het WWS<br />

een deel van zijn functie had verloren (harmoniseren), was het stelsel nog steeds de spil van<br />

het huurbeleid. Steeds vaker klonk wel de kritiek dat het WWS inhoudelijk achterhaald was. De<br />

VROM-raad stelde in 1999 dat er meer subjectieve kwaliteitskenmerken aan het stelsel<br />

moesten worden toegevoegd (VROM-raad 1999). Staatssecretaris Remkes legde de bal in<br />

2001 bij de Commissie Vermeulen.<br />

In de Commissie Vermeulen namen vertegenwoordigers van de Woonbond, VROM, Aedes 1 ,<br />

Vastgoed Belang en IVBN zitting. De commissie zou met voorstellen komen over een<br />

aangepast huurbeleid. Op de afdeling beleidsontwikkeling van VROM DG Wonen was weinig<br />

vertrouwen in een goede afloop, gezien de volledig tegengestelde belangen van de<br />

verschillende gesprekspartners. Bovendien was niet van elke deelnemende partij duidelijk wie<br />

zij precies vertegenwoordigden (interview VROM). De Commissie kwam niettemin met een<br />

conclusie dat het WWS onvoldoende geschikt was om de redelijkheid van de huurprijs te<br />

bepalen, omdat het stelsel onvoldoende inzicht bood in de werkelijke<br />

1 Aedes: vereniging van woningcorporaties<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!