WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wel een plausibele verklaring voor een trendbreuk. Andere groepen verhuurders die ook onder<br />
de noemer kleine- en middelgrote verhuurders vallen zijn ad-hoc verhuurders (particulieren of<br />
bedrijven die om toevallige redenen woonruimte te huur hebben), bedrijfsgebonden verhuurders<br />
(voor personeel) en onderwijsinstellingen (bijv. verhuur aan buitenlandse studenten).<br />
Figuur 18. Twee deelsectoren in de particuliere huursector/ Grafische voorstelling. Bron: G4,<br />
2005), Remkes (2001), CBS (2001), Companen (1998), NIWI (1997-xxxx), Feddes (1992)<br />
particuliere huursector<br />
kleine en middelgrote<br />
verhuurders*<br />
institutioneel**<br />
jaar woningen aandeel woningen aandeel<br />
1947*** 1.163.941 93% 87.608 7%<br />
1986*** 428.301 54% 364.849 46%<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
600.323 75% 200.000 25%<br />
2001<br />
2002<br />
556.626 75% 190.000 25%<br />
2003 535.927 75% 175.000 25%<br />
2004 532.298 77% 163.000 23%<br />
2005 529.692 78% 150.000 22%<br />
700000<br />
600000<br />
500000<br />
400000<br />
300000<br />
200000<br />
100000<br />
*individuele personen of bedrijven, niet-winst georiënteerde instellingen, ad hoc verhuurders, onderwijsinstellingen,<br />
CV's en maatschappen<br />
**vanaf 1995: IVBN-leden<br />
***Bronnen: Percentages: Feddes (1992). Aantallen: Feddes (1992) in combinatie met woningvoorraadcijfers (NIWI,<br />
1997-xxxx; CBS, 2001) en Nederland: Bronnen: NIWI (1997-xxxx), CBS (2001)<br />
0<br />
2005<br />
2004<br />
2003<br />
2002<br />
2001<br />
2000<br />
1999<br />
1998<br />
institutioneel**<br />
part.pers/ verhuurbedrijf*<br />
Liberalisatie<br />
Kleine- en middelgrote verhuurders verhuurden anno 2005 ongeveer 9% van de voorraad met<br />
een geliberaliseerd contract. Dit is aanzienlijk minder dan de institutionele verhuurders doen.<br />
Het is echter de vraag of de verhuurders van de andere 91% voorraad zich altijd zullen houden<br />
aan de regels die de huurwetgeving stelt. In de praktijk blijkt dat sommige groepen verhuurders<br />
door strategisch handelen de scherpste kantjes van de huurwetgeving weten te ontlopen, of de<br />
huurwetgeving gewoon negeren. In paragraaf 4.1.4 wordt hier kort bij stilgestaan.<br />
4.1.2 Institutionele verhuurders<br />
Anno 2005 bedroeg het gezamenlijk belegd vermogen door institutionele beleggers op de<br />
Nederlandse woningmarkt ca. € 17 miljard. De institutionele huursector is net als de sociale<br />
huursector pas werkelijk tot bloei gekomen in de tweede helft van de twintigste eeuw. Van de<br />
beoogde volkshuisvestingsfunctie (door minister Bogaers) is het echter nooit gekomen. Midden<br />
jaren tachtig bereikte de sector haar maximale omvang tot nog toe. Daarna ging het<br />
bergafwaarts (figuur 22). Vanaf 2001 heeft deze ontwikkeling zich versneld voortgezet. Het<br />
marktaandeel ten opzichte van de kleine- en middelgrote verhuurders is tussen 2001 en 2005<br />
afgenomen van 25% naar 22%. In absolute aantallen is in dit tijdsbestek van vier jaar de<br />
voorraad in de gezamenlijke portefeuilles van de institutionele beleggers afgenomen van<br />
59