WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Figuur 4. Woningmarktsectoren Engeland 1960-2005. Bron: ODPM, 2005<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
1960 1964 1968 1972 1976 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004<br />
koop<br />
part.huur RSL loc.auth. koop part.huur RSL loc.auth. koop<br />
1960 33.3 23.8 42.9<br />
1964 27.2 25.9 46.9<br />
1968 22.0 27.4 50.6<br />
1972 18.4 28.1 53.5<br />
1976 13.6 1.6 29 55.7<br />
1980 11.7 2.2 26.7 59.4<br />
local authority<br />
RSL*<br />
part.huur<br />
1984 10.9 2.4 24.6 62.0<br />
1988 9.6 2.6 22.2 65.7<br />
1992 10.1 3.3 19.4 67.2<br />
1996 10.7 4.6 17.0 67.7<br />
2000 10.2 6.0 14.3 69.4<br />
2004 11.0 7.7 10.8 70.5<br />
* RSL: Registered Social Landlords. De plotselinge verschijning van de RSL's vanaf het jaar 1976 is te verklaren<br />
aan de hand van nieuwe wetgeving die vanaf 1973 van kracht is. Private 'Housing Associations' kregen daarin de<br />
status van 'social landlord' toebedeeld. Met name vanaf de jaren negentig zijn gemeentelijke woningbedrijven of<br />
gedeeltes daarvan overgedragen aan deze 'social landlords'.<br />
Duitsland<br />
De marktverdeling op de Duitse woningmarkt is sinds 1960 niet veel veranderd. Dit is zeer<br />
opmerkelijk in vergelijking met Nederland en vooral ook Engeland, waar de veranderingen groot<br />
zijn geweest. Opvallend anno 2004 is de relatief beperkte rol van de eigenwoningsector in<br />
vergelijking met Nederland en vooral Engeland. Het meest opmerkelijke in het kader van dit<br />
onderzoek feit is wel de ruimte vertegenwoordiging van de particuliere huursector. Deze heeft<br />
in Duitsland een vier maal zo hoog marktaandeel als in Nederland. De eigenwoningsector is<br />
met 40% net zo groot als de particuliere huursector.<br />
Sociale verhuurders zijn er niet in Duitsland. Toch wordt anno 2005 ca. 10% van de markt<br />
aangemerkt als sociaal, of 'prijsgebonden'. Sociale huurwoningen worden gewoon aangeboden<br />
door particuliere verhuurders. De verhuurders krijgen hiervoor een subsidie per wóning. Deze<br />
subsidie dekt ongeveer het exploitatietekort als gevolg van het strenge prijsregime dat voor een<br />
sociale huurwoning geldt. Bewoners van een sociale huurwoning moeten voldoen aan een<br />
inkomenseis. Zodra een bewoner 20% meer verdiend moet hij een maandelijkse 'vereffening'<br />
betalen. Gemiddeld na 25 jaar vervallen de restricties m.b.t. de huurhoogte en dekt de overheid<br />
de exploitatietekorten niet langer. Hiermee komt de huurwoning te vervallen, als sociale<br />
huurwoning, en is het een particuliere huurwoning geworden. Begin jaren tachtig spoorde de<br />
conservatief-liberale Bondsregering sociale verhuurders aan de publieke leningen snel af te<br />
lossen in ruil voor een snellere afbouw van de restricties voor verhuur (Hubert, 1998). Anno<br />
2006 is de subsidieperiode vastgesteld op 20 jaar. Verhuurders zien vaak af van een forse<br />
huurverhoging nadat de subsidies zijn gestopt (telefonisch NRW.BANK).<br />
23