WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wederopbouwjaren. Volgens Salet (1987) is het mogelijk dat de overheid ook zonder<br />
oorlogsjaren op enigerlei wijze in de huurprijsvorming zou hebben ingegrepen. Salet stelt: "De<br />
bijzondere kenmerken van de woningmarkt met haar specifieke schaarsten nopen reeds tot een<br />
conditionering van de verhoudingen waaronder de huurprijzen worden bepaald". In een<br />
adviesrapport uit 1999 stelde de VROM-raad (1999) niettemin de vraag of centrale<br />
huurprijsregulering door de overheid nog wel zinvol was nu er van een tekort geen sprake meer<br />
was. Anno 2006 is de markt weer gespannen. Critici verwijten minister Dekker dan ook een<br />
'slechte timing' (o.a. Priemus, 2005). Zo wordt er al vanaf 1951 geleidelijk aan met vallen en<br />
opstaan toegewerkt naar liberalisatie van de markt.<br />
2.2.1 Oorlog en wederopbouwjaren. Van bevriezing tot bijna-liberalisatie<br />
1939-1951. Bevriezing<br />
De centrale huurprijsbeheersing en de hierop aansluitende huurbescherming vinden hun<br />
oorsprong in het buitengewone bezettingsrecht. Dit noodrecht voorzag in een integrale<br />
prijsbeheersing en distributie van schaarse goederen als voedsel, brandstof, textiel en ook<br />
huisvesting, en leidde een periode in van blijvende betrokkenheid van de overheid bij de<br />
prijsvorming op de huurwoningenmarkt (Salet, 1987). In de jaren na de oorlog kon er nog geen<br />
sprake zijn van een herstel van de vrije marktverhoudingen. Grote woningschaarste zou een te<br />
grote druk leggen op de prijzen. Dit werd niet alleen onaanvaardbaar geacht voor de huurders,<br />
maar stond vooral een centraal geleide economische herstelpolitiek in de weg. Tot 1951 bleven<br />
de huren daarom bevroren op het niveau van 1939. In deze periode bouwde de overheid<br />
noodwoningen voor gezinnen om in de meest schrijnende behoefte te voorzien. Van particuliere<br />
bouwinitiatieven was nauwelijks sprake.<br />
1951-1968. Dwingende huurprijsrondes; introductie algemeen geldend huur- en subsidiestelsel<br />
Met de introductie van de huurwet in 1951 werd een eerste stap ondernomen naar een herstel<br />
van de marktprijzen. Prijsmaatregelen die uit de huurwet volgden werden dwingend aan de<br />
marktpartijen opgelegd. Doelstelling was de kloof tussen de lage huren in de voorraad en de<br />
hoge nieuwbouwkostprijzen geleidelijk aan te dichten. Het werd echter onaanvaardbaar geacht<br />
om uit de pas te lopen met de loonontwikkeling. Liberalisatie werd dan ook afgewezen;<br />
daarvoor waren de tekorten nog te nijpend (Salet, 1987). In 1963 ging minister Bogaers de slag<br />
met de woningnood definitief aan. Als onderdeel van zijn 'pluriform en expansief bouwbeleid'<br />
introduceerde hij een huur- en subsidiestelsel waarin geen onderscheid gemaakt werd tussen<br />
sociale- en commerciële verhuurders. Anno 2006 is deze gelijkschakeling nog steeds een feit.<br />
1968-1973. Liberalisatie; Huursubsidie<br />
Eind jaren zestig was de woningmarkt zodanig verruimd dat het kabinet De Jong het beginsel<br />
van contractvrijheid tussen huurder en verhuurder herstelde. In de praktijk was dit echter aan<br />
condities gebonden omdat er nog altijd een forse kloof gaapte tussen de rekenhuren en de<br />
gestegen (bouw)kosten. Huurverhogingen werden min of meer dwingend opgelegd aan de<br />
sociale huursector, die de markttrend moest gaan bepalen. Het kabinet Biesheuvel koos begin<br />
jaren zeventig voor een definitieve slag naar liberalisatie. Vraaghuren voor nieuwbouwwoningen<br />
op kostprijsniveau zouden mogelijk zijn door een algehele huurverhoging van 20%<br />
door te voeren. Deze lijn werd uitgewerkt in de 'Nota Volkshuisvesting 1972'. Voor lage<br />
inkomensgroepen werd ter compensatie alvast het instrument van de individuele huursubsidie<br />
in werking gesteld. De liberalisatieplannen sneuvelden met de val van het kabinet.<br />
2.2.2 Jaren zeventig. Sociaal huurbeleid + introductie uniform huurprijzenstelsel<br />
1973-1982: Stopzetten liberalisatie; huurontwikkeling naar loonontwikkeling<br />
De progressieve partijen tekenden in een gezamenlijk verkiezingsprogramma 'Keerpunt 72'<br />
voor stopzetting van het liberalisatiebeleid. Zij pleitten voor handhaving van het systeem van<br />
object- en subjectsubsidies, en een gematigde huurontwikkeling (Van der Schaar, 1987). De<br />
nieuwe minister-president Den Uyl presenteerde tijdens de regeringsverklaring in 1973 een<br />
29