WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Figuur 22. Particuliere huursector in Engeland. Bron: Balchin & Rhoden (2002), IPD (2005)<br />
Grote<br />
vastgoedondern<br />
emingen; 7,0%<br />
Institutioneel;<br />
0,5%<br />
Verhuur aan<br />
personeel*;<br />
16,0%<br />
Private<br />
personen;<br />
76,5%<br />
*verhuur aan o.a. defensiepersoneel, en personeel van bedrijven<br />
contractvorm in de particuliere huursector. De mogelijkheid om vanaf 1988 'shorthold'<br />
contracten af te sluiten lijkt gretig te zijn aangegrepen. De verschuiving zal er mee te maken<br />
hebben gehad dat tussen 1988 en 1992 de huren in particuliere huursector met meer dan 100%<br />
stegen, bij een geldontwaarding van maar 30%, en een gemiddelde loonstijging van 37%.<br />
(Kemp, 1998). Bestaande huurders hadden wel recht op voortzetting van een oud contract, dat<br />
vaak een gereguleerd contract was. Volgens Balchin en Rhoden (2002) probeerden<br />
verhuurders na 1988 echter vaak contractvernieuwing op te dringen, op straffe van uitzetting.<br />
Dit was in het verleden al eens eerder gebeurd na invoering van de liberale 'Rent Act 1957'.<br />
Bekend is het voorbeeld van de beruchte Londense 'slumlord' Peter Rachman (1920-1962).<br />
Rachman zette zittende huurders met gereguleerde contracten onder dreiging van geweld uit<br />
hun woningen. De vrijgekomen woningen vielen onder het nieuwe huurregime. Welwillende<br />
immigranten waren bereid een vaak dubbele prijs als voorheen te betalen. Mallafide praktijken<br />
als deze worden sindsdien onder de noemer 'Rachmanism' gevat (interview Arlington).<br />
Opleving 1: 1989-1995<br />
De eerste opleving van de particuliere huursector vond plaats na een onafgebroken periode<br />
van verval, die in Engeland al voor de tweede wereldoorlog had ingezet. Over de oorzaken van<br />
deze plotselinge heropleving is veel gespeculeerd. Volgens Crook er al (1996) is er vooral<br />
sprake geweest van een conjuncturele opleving. De woningmarkt stagneerde juist rond<br />
1989/1990. Opvallend is echter het samenvallen van het herstel met de introductie van de<br />
'assured shorthold'-contracten in de Rent Act van 1988, en de stormloop die deze contactvorm<br />
vervolgens heeft gemaakt (tussen 1988 en 1995 van 5% naar 40%). Een herstel van de<br />
particuliere huursector was dan de doelstellingen van de 'Rent Act'. Daartoe diende ook de in<br />
3.1 genoemde BES-regeling. In de hoofdstukken 5 en 6 worden alle mogelijke invloeden nog<br />
eens op een rijtje gezet.<br />
Opleving 2: 2001-heden<br />
De tweede opleving van de particuliere huurwoningenmarkt zou vooral gedragen zijn door<br />
particuliere 'buy-to-let'-investeerders. In 3.5.3 was al te lezen hoe tussen 1995 en 2005 het<br />
aantal 'buy-to-let mortgages' meer dan is verzevenvoudigd (Unsworth, 2005). De opleving van<br />
65