WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
WEERBARSTIG HUURBELEID - Vastgoedkennis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7.2 Referentielanden. Dynamisch en stabiel<br />
Is het herstel van de particuliere huurwoningenmarkt in Engeland een reëel scenario voor<br />
Nederland wanneer het huurbeleid wordt geliberaliseerd? Of had de dominante rol van de<br />
particuliere huursector in Duitsland een realistische weergave kunnen zijn voor Nederland in<br />
het geval het huurbeleid hier ook al decennialang stabiel en relatief gedereguleerd was<br />
geweest? In deze paragraaf zal niet al het voorgaande nog eens herhaald worden. Volstaan<br />
wordt met een schematische vergelijking tussen de drie landen, en een toelichting hierop. Met<br />
het schema is getracht op zo compact mogelijke wijze alle informatie uit de hoofdstukken 5 en<br />
6 samen te vatten, en vooral vergelijkbaar te maken.<br />
Uitleg schematisch model<br />
In het schema op de volgende bladzijde wordt per land met een score aangegeven hoe de<br />
interveniërende factoren en de factor huurbeleid correleren met het aanbod kleine<br />
stadappartementen. Er zijn alleen 'structurele' factoren opgenomen. Dit betekent dat het<br />
schema geen informatie geeft over het investeringsklimaat. Het investeringsklimaat is namelijk<br />
afhankelijk van conjuncturele en economische factoren. Dit verandert van tijd tot tijd, maar kan<br />
over een langere periode voor de drie landen min of meer als neutraal worden beschouwd. Een<br />
negatieve score betekent een negatief verband, een positieve score een positief verband.<br />
Wanneer er de score 0 is ingevuld duidt dit op géén bijzonder verband. In economische termen<br />
zou dit betekenen dat de markt niet verstoord word. Bij de toekenning van de scores is globaal<br />
gehandeld en gebruik gemaakt van de informatie uit de hoofdstukken 5, 6 en 7.1. Op de<br />
volgende pagina wordt de waardering nog kort toegelicht.<br />
In de eerste vijf regels zijn alleen de interveniërende factoren gewaardeerd. De scores zijn<br />
vervolgens opgeteld. Het toekennen van de zwaartefactor per interveniërende factor is intuïtief<br />
gebeurd, op grond van alle eerdere informatie in het rapport. Er is al met al dus sprake van een<br />
zeer globale voorstelling van zaken. Het subtotaal in de zesde regel geeft aan of het verband<br />
tussen de interveniërende factoren en het aanbod kleine stadsappartementen positief, neutraal,<br />
of negatief is. Voor Nederland is dit neutraal, ondanks de gunstige fiscale behandeling en de<br />
vraagontwikkeling. Negatieve factoren zijn namelijk de hypotheekrenteaftrek en de<br />
woningbouwpolitiek.<br />
Op de zevende regel (7a) is een waarde toegekend aan het huurbeleid. Voor Nederland is dit<br />
het beleid zoals dit tot 1 juli van dit jaar van kracht was. Door deze waarde bij het subtotaal op<br />
de tellen is een waarde toegekend aan het verband tussen het totaal van interveniërende<br />
factoren én het huurbeleid met het aanbod kleine stadsappartementen in de commerciële<br />
huursector. In regel 8a staat of deze waarde positief, neutraal, of negatief is.<br />
Regel 7b geeft de situatie aan voor wanneer in Nederland het huurbeleid zou zijn<br />
geliberaliseerd, zoals in 2010 het geval kan zijn. In regel 8b is vervolgens te zien of het totaal<br />
van interveniërende factoren en het huurbeleid met het aanbod kleinere stadsappartementen<br />
zal veranderen. Op grond van de uitkomsten in het schematische model kan gesteld worden<br />
dat het totaal van interveniërende factoren en huurbeleid in Nederland negatief uitwerkt op het<br />
aanbod kleine stadsappartementen in de particuliere huursector. Door het huurbeleid te<br />
liberaliseren kan dit verband neutraal worden. In Engeland en Duitsland is het verband nog<br />
positiever. Hoe tot deze uitkomst is gekomen wordt hieronder toegelicht.<br />
Waarderingsfactoren<br />
Een structurele factor is de fiscale behandeling van de particuliere huursector. Hier hoeft niet<br />
meer veel over gezegd te worden. In Nederland zijn de FBI's een reden voor institutionele<br />
beleggers om in vastgoed te beleggen. Individuele particulieren kunnen in box III belastingvrij<br />
genieten van de huurinkomsten en verkoopwinsten. Engeland kende tot 1 juli geen equivalent<br />
voor de FBI's, en ook particulieren worden op geen enkele manier bevoordeeld wanneer zij<br />
passief beleggen. Voor actieve particuliere woningbeleggers gelden deze nadelen ten opzichte<br />
111