393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
steen werd voor kelders belangrijk gevonden omdat de gronddruk op keldermuren vrij groot is. Het<br />
aangrenzende Huis met de Oesters (huis V<strong>II</strong>I.2) lijkt aan de voorzijde altijd <strong>van</strong> hout gebleven te zijn,<br />
wat verklaart dat Reuvens daar<strong>van</strong> geen sporen herkende. Het aangrenzende Huis met de bronzen<br />
Munten (huis V<strong>II</strong>I.3) en <strong>het</strong> Huis met de Porfierschildering (huis V<strong>II</strong>I.4) stond aan de nieuwe voorzijde<br />
wel op een stenen fundament. Het toont een individuele differentiatie die doet vermoeden dat de<br />
huizen bezit waren <strong>van</strong> individuele eigenaren en niet als rijtje eigendom waren <strong>van</strong> een zelfde<br />
huurbaas. De meeste huizen hadden een uniforme breedte <strong>van</strong> circa dertig voet, dus de helft meer<br />
dan de twintig voet brede kavels in insula <strong>II</strong>. Het is een veel voorkomende kavelbreedte die onder<br />
meer als standaardbreedte bekend is uit Herculaneum. 838<br />
In Romeinse nederzettingen stonden houten en stenen huizen regelmatig naast elkaar. 839 Terwijl<br />
een aantal huizen in insula V<strong>II</strong>I aan de voorzijde <strong>van</strong> hout bleef, zijn ze aan de achterzijde wel alle op<br />
een gegeven moment <strong>van</strong> een stenen fundament voorzien en <strong>van</strong> stenen vloeren. Daarbij is <strong>het</strong> goed<br />
mogelijk dat alleen de sokkels <strong>van</strong> steen waren: zelfs in de provinciehoofdstad Keulen was een aantal<br />
zeer rijke woningen opgebouwd uit stenen sokkels met een lichtere houten bovenbouw. Ook elders is<br />
die techniek regelmatig toegepast met als zeldzaam goed bewaard gebleven voorbeeld de villa <strong>van</strong><br />
Ahrweiler-Silverberg bij Keulen. De stenen sokkels (voetmuren) boden bescherming tegen optrekkend<br />
bodemvocht en opspattend regenwater. 840 Een lichte stenen sokkelconstructie zou passen bij de<br />
opmerking <strong>van</strong> Reuvens dat <strong>het</strong> fundament <strong>van</strong> de huizen <strong>van</strong> insula V<strong>II</strong>I minder sterk was dan<br />
<strong>het</strong>geen hij bij <strong>het</strong> badhuis was tegengekomen. 841<br />
In Silchester waren dergelijke voetmuren twee tot drie voet hoog, wat een gebruikelijke maat voor<br />
sokkels was. Dezelfde hoogte werd ook vaak gebruikt voor de geschilderde sokkel in<br />
wandschilderingen. Volledig stenen muren zijn doorgaans twee tot drie voet dik, terwijl voetmuren<br />
veelal tussen de één en twee voet dik zijn. Beide waarden liggen vaak rond de twee voet zodat <strong>het</strong><br />
onderscheid niet altijd gemakkelijk valt te maken. 842 Omdat in insula V<strong>II</strong>I alleen fundamenten <strong>van</strong> de<br />
huizen zijn opgegraven, valt daarom over <strong>het</strong> muurtype geen zekerheid te verkrijgen.<br />
Reuvens merkt op dat deze stenen fundamenten hoger lagen dan die <strong>van</strong> <strong>het</strong> badhuis in de<br />
aangrenzende insula V<strong>II</strong>. 843 Aan <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> hoofdstuk 14 wordt aangegeven dat <strong>het</strong> fundament <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> badhuis volgens Reuvens direct op <strong>het</strong> vaste zand <strong>van</strong> de strandwal was gebouwd en dat de<br />
onderkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> fundament zich op ongeveer NAP-niveau bevond. In hoofdstuk 2 is bij de<br />
bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> Romeinse loopniveau <strong>het</strong> ongeveer 44 meter lange profiel besproken dat Reuvens<br />
diagonaal op de huizen V<strong>II</strong>I.3 en V<strong>II</strong>I.4 liet aanleggen (afb. 12.1). Bij de Stadsvilla was bovenop de top<br />
<strong>van</strong> de strandwal de oude bewoningslaag C1 en de laag stuifzand C2 bij elkaar 0,4 meter dik. In <strong>het</strong><br />
profiel <strong>van</strong> insula V<strong>II</strong>I was dit pakket bij elkaar 0,6 meter dik. Daarboven kwam ook nog eens een tot<br />
twee decimeter dikke brandlaag. Dat verklaart dat de fundamenten hier volgens Reuvens gemiddeld<br />
wat hoger lagen. Daarbij komt dat de huizen, met mogelijk houten wanden op een stenen sokkel,<br />
lichter en dus minder diep gefundeerd hoefden te worden.<br />
De bekleding <strong>van</strong> bodem, wand en dak (Skin)<br />
Dat in Voorburg in ieder geval aan de achterzijde de onderkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> muurwerk <strong>van</strong> de huizen <strong>van</strong><br />
steen was, suggereert dat zich hier aan de achterzijde <strong>van</strong> insula V<strong>II</strong>I de rijkste woonvertrekken en/of<br />
ambachtelijke werkruimtes bevonden. Daarop wijst ook <strong>het</strong> voorkomen <strong>van</strong> betonnen vloeren aan de<br />
achterzijde, een vloerconstructie die met name in de luxere vertrekken werd toegepast. 844 Interessant<br />
is de parallel met een in Nijmegen opgegraven huis dat <strong>van</strong> hout was, maar dat in een later stadium<br />
aan de achterzijde werd voorzien <strong>van</strong> een verwarmde stenen kamer, onmiskenbaar <strong>het</strong> rijkste<br />
woonvertrek. 845 Iets dergelijks was mogelijk ook in Voorburg in insula XV <strong>het</strong> geval bij <strong>het</strong> Huis bij de<br />
Havenmuur dat aan <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> hoofdstuk 10 is besproken. In <strong>het</strong> algemeen bouwden de Romeinen<br />
bij voorkeur hun rijkste vertrekken aan de achterzijde <strong>van</strong> hun woning.<br />
52 (Butzbach), 88 (Saalburg), 94 (Stockstadt) en 106-107 (Zugmantel).<br />
838<br />
De Kind 1998,190 (type 3 en 6).<br />
839<br />
Voorbeelden in Ditmar-Trauth 1995,172 (Bad Wimpfen), 208 (Mainz), 232 (Walheim), 283 (Malain), 348 (Lenzburg) en 345<br />
(Boedapest); Wacher 1975,63 en 186 (Cirenchester); MacMahon 2003,53 (diverse plaatsen).<br />
840 e<br />
Hellenkemper 2003,46; Vergelijk Perring 2002,36-38: eind 2 eeuw in Britse St. Albans 5 <strong>van</strong> de 16 ‘stenen’ muren alleen<br />
een sokkel; Dit type wordt met ‘voetmuur’ aangeduid (Voskuil 1979,53); MacMahon 2003,45, 49-50 en 53.<br />
841<br />
Reuvens Dagboek <strong>II</strong>,177.<br />
842<br />
Ditmar-Trauth 1995, 67-68 (onder andere Silchester) en 227 (Schwarzenacker); De Maeyer 1937,140.<br />
843<br />
Reuvens 1827,2 en 1828,5.<br />
844<br />
Perring 2002,127.<br />
845<br />
Van Enckevort en Thijssen 2000a,72-73 en Van Enckevort en Thijssen 2000b,104-105 (Nijmegen Maasplein); Zie ook<br />
Ditmar-Trauth 1995,67-68 en Rottier 1988,75 (andere plaatsen).<br />
503