393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
patroon <strong>van</strong> in de gracht gevallen dekstenen. 84 Vergelijkbaar is de 2,25 meter die wordt gesuggereerd<br />
voor de afstand tussen dekstenen in de gracht <strong>van</strong> de Saalburg. In Italië nog overeind staande<br />
voorbeelden <strong>van</strong> dergelijke kanteelafstanden zijn onder meer Fondi (2,4 meter), de Aureliaanse muur<br />
in Rome (2,25 tot 2,6 meter) en de muur <strong>van</strong> <strong>het</strong> Praetoriaanse kamp in dezelfde stad. Dekstenen in<br />
de gracht <strong>van</strong> A<strong>van</strong>ches duiden daar op een afstand <strong>van</strong> ongeveer 1,9 meter. 85 De genoemde<br />
afstanden variëren dus <strong>van</strong> 1,9 tot 2,9 meter.<br />
De grote kanteelafstand was <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> de Romeinse strijdwijze. Op de zuil <strong>van</strong> Trajanus is<br />
goed zichtbaar hoe de Romeinen zij aan zij hun muren verdedigden, qua strijdwijze vergelijkbaar is<br />
met gevechten in <strong>het</strong> open veld. Dat vereiste de nodige ruimte voor slagbewegingen, waarvoor een<br />
grote afstand tussen de kantelen nodig was. Het lijkt erop dat deze functie als ‘vechtplatform’ de<br />
kanteelafstand bepaalde op plaatsen waar een bestorming met ladders te verwachten viel. De Griekse<br />
auteur Philon noemt voor <strong>het</strong> succesvol gebruik <strong>van</strong> aanvalsladders een maximale muurhoogte <strong>van</strong>,<br />
omgerekend, 9,2 meter. Waarschijnlijk is dat tot de bovenkant <strong>van</strong> de kantelen gemeten, in welk geval<br />
de bijbehorende weerganghoogte ongeveer 7,5 meter bedroeg. 86 Het lijkt er inderdaad op dat bij<br />
hogere muren de afstand tussen de kantelen veel kleiner is (zoals in de Middeleeuwen). Bij deze hoge<br />
muren werden de openingen wellicht vooral gebruikt om projectielen te gooien (‘werpplatform’). Bij die<br />
functie was de dekking door kantelen belangrijker dan de bewegingsruimte die bij man-tot-man<br />
gevechten nodig was. Vanaf deze hoogte kan ook met kruisbogen zijn geschoten en mogelijk zelfs<br />
een draagbaar torsiewapen waar<strong>van</strong> in Xanten in 1999 uitzonderlijk goed bewaard gebleven resten<br />
zijn opgegraven. 87<br />
Laat-Romeinse kantelen lijken een afwijkende vorm en afstand gehad te hebben. Hierna wordt<br />
betoogd dat bij een weerganghoogte boven de ongeveer 7,5 meter de kanteelafstanden kleiner<br />
werden. Omdat in de laat-Romeinse tijd de muren vaak hoog waren, komen in die periode regelmatig<br />
kleine kanteelafstanden voor. Een fraai voorbeeld zijn de ongeveer tegelijk in <strong>het</strong> derde kwart <strong>van</strong> de<br />
3 e eeuw gebouwde stadsmuren <strong>van</strong> Rome en Verona. De weergang in Rome lag met ongeveer zes<br />
meter hoogte beneden de 7,5 meter-grens en is voorzien <strong>van</strong> kantelen die 2,25 tot 2,6 meter uit elkaar<br />
staan. De weergang <strong>van</strong> Verona komt met een hoogte <strong>van</strong> circa tien meter ruim boven de grens <strong>van</strong><br />
7,5 meter uit en de kanteelafstand bedraagt slechts 1,2 meter. Toen de stadsmuur <strong>van</strong> Rome in 312<br />
werd verhoogd met een nieuwe weergang die hoger was dan 7,5 meter, werd de muur bekroond met<br />
circa 0,9 meter brede kantelen die nog maar zo’n 0,9 meter uit elkaar stonden. Dergelijke smalle<br />
kanteelopeningen komen ook voor bij de laat-Romeinse stadsmuren <strong>van</strong> Barcelona (weerganghoogte<br />
9,2 meter) en Constantinopel (weerganghoogte 11 meter). Het ziet er naar uit dat deze bouwwijze in<br />
de laat-Romeinse periode ook is overgenomen bij lagere verdedigingsmuren. Zo komen bij de<br />
vermoedelijk in <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de 5 e eeuw gebouwde muren <strong>van</strong> <strong>het</strong> Zuid-Franse Saint-Bertrand en<br />
Saint-Lézer bij weerganghoogtes beneden de 7,5 meter kanteelafstanden voor <strong>van</strong> 1,2 en 1 meter. 88<br />
Bij laat-Romeinse muren, de <strong>het</strong> vaakst in middeleeuwse muren bewaard zijn gebleven, lijken de<br />
kanteelopeningen dus ongeveer even groot te zijn als de breedte <strong>van</strong> de kantelen. Bovendien is in de<br />
5 e -eeuwse voorbeelden <strong>van</strong> Saint-Bertrand en Saint-Lézer sprake <strong>van</strong> L-vormige kantelen, dat wil aan<br />
de achterkant aan één zijde versterkt met een steunbeer. Die vorm komt al vroeg in Pompeji voor,<br />
maar lijkt tot de laat-Romeinse tijd uitzonderlijk te zijn. 89 Los <strong>van</strong> de achtergrond <strong>van</strong> <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong><br />
kleinere kanteelopeningen en andersvormige kantelen, is die ontwikkeling waarschijnlijk pas<br />
doorgezet ruim na de bouw <strong>van</strong> de Voorburgse stadsmuur.<br />
De breedte <strong>van</strong> bekende kantelen varieert <strong>van</strong> 0,6 tot 1,8 meter. De smalste voorbeelden zijn de<br />
0,6 meter brede kantelen op de muur <strong>van</strong> <strong>het</strong> Praetoriaanse kamp in Rome. Veel voorbeelden zijn<br />
ongeveer een meter breed zoals die uit de Saalburg, Heddernheim, Silchester, Valkenburg (blijkens<br />
deksteen circa 0,9 meter), de Aureliaanse muur, Barcelona, Terracina en Saint-Lézer (bewaarde<br />
kantelen 0,9 tot 1 meter), Fondi en A<strong>van</strong>ches (idem 1,1 meter) en Pompeji, Cherchel en Saint-<br />
Bertrand (idem circa 1,3 meter). Met name in de laat-Romeinse tijd lijken soms nog grotere breedtes<br />
voor te komen zoals 1,45 tot 1,75 meter in Ravenna, 1,5 meter in Canterbury en 1,8 meter in<br />
84<br />
De dekstenen liggen ruim 6 meter uit elkaar, waarbij de schuine valrichting <strong>van</strong> de muur aangeeft dat de oorspronkelijke<br />
afstand iets kleiner was. De tussenliggende deksteen zou ontbreken: Buijtendorp 1988e,8-12 en afb. 5 en 8, gebaseerd op Van<br />
Giffen 1948,29 en plaat 13a vakken 35/36.<br />
85<br />
Buijtendorp 1988d,8; Richmond 1930,59 en 69; Baatz 1963/64 noot 61; Baatz 1983,139; Bidwell e.a. 1988,201; zie ook<br />
kantelen palaestra Pompeji (Nappo 1998,36-37).<br />
86<br />
Philon 12 noemt 20 ‘cubitys’ <strong>van</strong> elk 46 cm. Zie vertaling Lawrence 1979.<br />
87 e<br />
Vetera 1 (1 eeuw na Chr.); Busche e.a. 2008,62-63 met reconstructie draagbare versie.<br />
88<br />
Woods 2002,305; Darles, Badie en Malmary 2002,320; Christie en Rushwood 1988,78 en noot 14 noemt voor Terracina in de<br />
eerste helft <strong>van</strong> de 5 e eeuw 1 tot 1,3 meter kanteelafstand tussen de 0,95 tot 1 meter brede kantelen. Bij een mogelijk laat-<br />
Romeinse (of middeleeuwse) muur uit Canterbury is de kanteelafstand bij een hoogte <strong>van</strong> circa 6,5 meter ook slechts ongeveer<br />
een meter (Tatton-Brown 1978,80-81).<br />
89<br />
Woods 2002,298 en 305-306; Darles, Badie en Malmary 2002,320.<br />
407