393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zijvertrekken (side-ranges). 454 Bij <strong>het</strong> Huis met <strong>het</strong> smalle Achtervertrek (huis <strong>II</strong>I.2) lijkt inderdaad aan<br />
één kant een zijvertrek zichtbaar, terwijl bij <strong>het</strong> Huis met de Aardewerkkuil (huis <strong>II</strong>I.1) aan de zijkant<br />
deels een constructie zichtbaar is met mogelijk dezelfde vorm. Dit huistype heeft, in tegenstelling tot<br />
de smallere huizen, vaak een ingang in <strong>het</strong> midden, zoals onder meer blijkt in de Vesuviussteden en<br />
bijvoorbeeld de eveneens 40 voet brede huizen in Waldgirmes. 455 Het valt in dit verband op dat bij<br />
zowel dit huis als <strong>het</strong> Huis met <strong>het</strong> smalle Achtervertrek (huis <strong>II</strong>I.2) in <strong>het</strong> midden een doorgang<br />
mogelijk is. Het middendeel is bij <strong>het</strong> Huis met de rechthoekige Waterput (huis <strong>II</strong>I.3) niet opgegraven.<br />
Zeker langs drukke straten als die in Voorburg, bevonden zich aan één of twee zijden <strong>van</strong> de ingang<br />
winkels. Bij twee huizen <strong>van</strong> insula <strong>II</strong>I is minimaal aan één kant <strong>van</strong> de voorzijde een rechthoekig<br />
vertrek aanwezig dat zo’n winkel zou kunnen zijn, hoewel bij gebrek aan duidelijke gegevens andere<br />
functies natuurlijk ook mogelijk zijn.<br />
Achter de huizen zijn erven te reconstrueren. In 1911 vond Holwerda in <strong>het</strong> verlengde <strong>van</strong> de<br />
westelijke wand <strong>van</strong> <strong>het</strong> Huis met de rechthoekige Waterput (huis <strong>II</strong>I.3) een minimaal dertig meter lang<br />
spoor dat kennelijk de begrenzing <strong>van</strong> de erven aan de kant <strong>van</strong> de stadsgrens vormde. 456 Ten oosten<br />
er<strong>van</strong> lagen volop afvalgaten en enkele waterputten. Volgens Holwerda “heeft <strong>het</strong> terrein hier in<br />
Romeinschen tijd zeker open gelegen”. Hij vervolgt: “Daar komen bijna geen gebouwsporen voor.<br />
Daarentegen vinden we hier een aantal houten putten, tonputten zowel als vierkante putten”. Achter<br />
<strong>het</strong> Huis met de Aardewerkkuil (huis <strong>II</strong>I.1) vond Holwerda gaten met complete stukken aardewerk in<br />
wat een rechthoekig gat lijkt te zijn, mogelijk <strong>het</strong> restant <strong>van</strong> een kleine houten ondergrondse<br />
bergplaats (afb. 10.16). Holwerda oppert de mogelijkheid dat dit brandgraven zijn, maar dat is binnen<br />
de ommuring onwaarschijnlijk. 457 Nog zuidelijker trof hij ook kuilen met compleet aardewerk. Het gaat<br />
om een rechthoekige kuil met de bodem op ongeveer een meter beneden NAP. In de kuil bevonden<br />
zich twee complete stukken aardewerk: “een gaaf 2 de eeuwsch of begin 3 de eeuwsch urntje met<br />
hartvormigen rand en een geheel gave zeer late amphora.” Verder kwam uit deze kuil aardewerk “uit<br />
de late 2 de eeuw en ook fragmenten vensterglas”. 458 Het complete vaatwerk dateert dus uit de 2 e en<br />
3e eeuw en is mogelijk afkomstig <strong>van</strong> begraven voorraden. Zo moet de huisvrouw volgens Cato ter<br />
conservering “verse noten in vaten in de grond begraven”. Als een vrouw bijvoorbeeld plotseling<br />
overleed, is <strong>het</strong> best mogelijk dat de begraven voorraad niet meer werd opgehaald. Bij een dergelijke<br />
vondst aan de Scheveningse weg in Den Haag is ook wel gedacht aan een rituele kuil. 459 In Voorburg<br />
valt verder te denken aan houten bergkelders zoals die elders zijn opgegraven. Het valt in ieder geval<br />
op dat ook door Reuvens dergelijke vondsten zijn gedaan bij de erven <strong>van</strong> de huizen in insula V<strong>II</strong>I en<br />
in insula VI, en in 2005 door BAAC bij <strong>het</strong> Huis met <strong>het</strong> Keulse Vaatwerk. Het verschijnsel komt<br />
uitvoeriger aan bod bij de bespreking <strong>van</strong> de achtererven <strong>van</strong> insula V<strong>II</strong>I aan <strong>het</strong> slot <strong>van</strong> hoofdstuk<br />
12. 460<br />
In <strong>het</strong> zuiden <strong>van</strong> insula <strong>II</strong>I vond Holwerda verder nog wat vage sporen <strong>van</strong> onder meer een klein<br />
rechthoekig “gebouw” uit de eerste helft <strong>van</strong> de 2e eeuw. Verder vond hij afvalgaten met scherven uit<br />
“<strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de tweede eeuw”, maar ook nog latere scherven. Interessant was tot slot een dubbele<br />
tonput die tot 1,73 meter beneden NAP reikte. Hieruit werden “slechts late stukken” verzameld. Verder<br />
kwam uit de tonput een “stuk leder” en “een houten stok met dwarse ijzeren punten”, vermoedelijk een<br />
hark (afb. 10.17). Iets noordelijk hier<strong>van</strong> vond Holwerda nog een “zinkputje, met ruwe steenen omzet”<br />
met late aardewerkfragmenten. 461 Karakteristiek voor <strong>het</strong> gebruik als achtererf is ook <strong>het</strong> feit dat<br />
Holwerda hier vrij veel dierbeenderen opgroef. 462<br />
Samenvattend is <strong>van</strong> de huizen in insula <strong>II</strong>I per huis <strong>het</strong> volgende beeld te sc<strong>het</strong>sen (afb. 10.15):<br />
Huis <strong>II</strong>I.1 (Huis met de Aardewerkkuil)<br />
De ingang lijkt in <strong>het</strong> midden te liggen met een breedte <strong>van</strong> ongeveer anderhalve meter. Gezien <strong>van</strong>af<br />
de straat, bevindt zich links een vertrek <strong>van</strong> circa drie bij vier meter. Rechts is nauwelijks gegraven,<br />
maar er kan ook een ruimte hebben gelegen die - gezien een klein stukje wand - ook zo’n vier meter<br />
diep geweest kan zijn. Helemaal links, aan de oostkant, bevond zich langs de cardo 1 wellicht een<br />
454<br />
De Kind 1998,190 (type 2).<br />
455<br />
De Kind 1998,189-190 (Herculaneum); Peterse 2007,378 (Pompeji); Von Schnurbein 2006,31 (Waldgirmes) met <strong>het</strong> zeer<br />
vergelijkbare formaat <strong>van</strong> 12 meter breedte en 15,4 meter diepte (fig. 344 ad a1 t/m 1c).<br />
456<br />
Holwerda 1912b afb. 16, bleek in 1915 in lijn te liggen met de zijwand <strong>van</strong> huis <strong>II</strong>I.1.<br />
457<br />
Holwerda 1923,22. Hooguit valt te denken aan de Domitiaanse periode of de laat-Romeinse tijd.<br />
458<br />
Holwerda 1912b,23 en afb. 20 en 22.<br />
459<br />
Waasdorp 1999a,170; In Duitse Butzbach zijn in zo’n voorraadkuil vruchten gevonden (Ditmar-Trauth 1995,99).<br />
460<br />
Voorbeelden elders: Ditmar Trauth 1995,48-49, 99, 221 en 246 (Kastengruben); Von Petrikovits 1952,134 en Abb. 36.<br />
461 Holwerda 1912b,23-24 en 1923 afb. 37.<br />
462 Holwerda 1912b,21.<br />
452