393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ede haven. 1751 En <strong>het</strong> kon nog een stuk smaller aangezien in 1962 bij <strong>het</strong> castellum <strong>van</strong> Roomburg<br />
een insteekhaventje is opgegraven dat slechts zo’n tien meter breed was. 1752 De meeste platbodems<br />
hadden een grootste breedte <strong>van</strong> drie tot vijf meter, en de genoemde kleine oorlogsschepen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
type Oberstimm/Vechten, waren nog geen drie meter breed. Een minimaal tien meter brede monding<br />
was dus nog breed genoeg om twee <strong>van</strong> dergelijk schepen elkaar bij <strong>het</strong> in- en uitvaren te kunnen<br />
laten passeren (afb. 15.14 en 15.15).<br />
De havencapaciteit<br />
Bovenstaande reconstructie biedt met enige slagen om de arm de mogelijkheid om een beeld te sc<strong>het</strong>sen<br />
<strong>van</strong> de capaciteit <strong>van</strong> de haven als vloothaven en handelshaven.<br />
De in de afgelopen twee eeuwen in Voorburg opgegraven stempels CGPF verraden de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> een vlooteenheid in Voorburg, maar geven als gevolg <strong>van</strong> de wijde verspreiding geen exacte plek<br />
aan. Bij een inventarisatie <strong>van</strong> dergelijke vlootstempels uit <strong>het</strong> Cananefaatse gebied bleek bijna zestig<br />
procent uit Voorburg afkomstig te zijn. Daarbij stammen bij andere vindplaatsen gedateerde exemplaren<br />
steeds uit de tweede helft <strong>van</strong> de 2 e eeuw tot in <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de 3 e eeuw. 1753 Daarmee is niet uitgesloten<br />
dat sommige stempels ouder zijn, maar <strong>het</strong> is zeer waarschijnlijk dat tussen de vele Voorburgse<br />
exemplaren de periode na <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de 2 e eeuw goed vertegenwoordigd is. In Voorburg zijn<br />
namelijk alle zeven door Beunders onderscheiden stempelvarianten aanwezig. 1754<br />
Van de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de Romeinse vloot zijn alleen ruwe schattingen te maken, met als extra<br />
complicatie dat de om<strong>van</strong>g in de loop der tijd niet constant geweest zal zijn. Een bericht bij Tacitus geeft<br />
aan dat er in 69 na Chr. 24 militaire schepen in <strong>het</strong> Bataafse gebied waren. 1755 Dat kan een ondergrens<br />
aangeven omdat mogelijk in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de troonstrijd een aantal schepen verder stroomopwaarts<br />
actief was. Verder kan de kustwacht niet zijn meegeteld. Op basis <strong>van</strong> tabel 17.4 valt de te verdedigen<br />
lengte <strong>van</strong> de ‘Bataafse’ grensrivier <strong>van</strong> Katwijk tot Nijmegen op circa 170 kilometer te schatten. In dat<br />
geval zou er minimaal een oorlogsschip per zeven kilometer zijn geweest. Er zijn schattingen dat de<br />
volledige Nedergermaanse vloot in totaal veertig tot zestig schepen telden. 1756 Indien daarvoor <strong>van</strong><br />
Katwijk tot Keulen 300 kilometer wordt gerekend, is dat een vergelijkbare hoeveelheid <strong>van</strong> een schip<br />
per vijf tot acht kilometer. Tot slot is er Höckmann die uit een lijst <strong>van</strong> 412 na Chr. concludeert dat er<br />
toen een schip per drie kilometer aanwezig was. 1757 Als de noordgrens <strong>van</strong> de Cananefaatse civitas<br />
tot Woerden liep, was dat volgens de Romeinse reiskaart een lengte <strong>van</strong> zeventien Gallische mijl<br />
(tabel 17.2) ofwel bijna 40 kilometer. Daarbij kwam een vergelijkbare te verdedigen lengte langs de<br />
kust. Met drie tot acht kilometer per schip, zou dat een regionale vloot <strong>van</strong> afgerond tien tot<br />
vijfentwintig schepen opleveren. Indien daar<strong>van</strong> conform <strong>het</strong> aandeel in de stempels zestig procent in<br />
Voorburg lag, was dat zes tot vijftien schepen. Dat is goed vergelijkbaar met de capaciteit die Morel<br />
berekende voor de vloothaven in Velsen: circa tien schepen <strong>van</strong> minimaal twintig meter lengte, of nog<br />
wat meer kleine schepen. 1758<br />
Er zijn tot nu toe weinig resten <strong>van</strong> Romeinse oorlogsschepen in Nederland opgegraven. In 1893<br />
is in Vechten een exemplaar gevonden waar<strong>van</strong> De Weerd de oude opgravingsverslagen publiceerde,<br />
maar die documentatie uit 1893 is gebrekkig. 1759 Verder is in Woerden een spant gevonden. 1760<br />
Vooral dankzij historische bronnen en vondsten in Duitsland valt toch een goed beeld te vormen. Om<br />
niet afhankelijk te zijn <strong>van</strong> de wind en snel te kunnen manoeuvreren, werden Romeinse<br />
oorlogsschepen primair door roeiers aangedreven. Wel werd er aanvullend <strong>van</strong> een zeil gebruik<br />
gemaakt voor de grote afstanden en extra snelheid. 1761 Naast oorlogsschepen met een enkele laag<br />
roeiers, waren er ook grotere typen met twee rijen boven elkaar (bireme) en zelfs met drie rijen<br />
(trireme). Deze laatste werden vooral op zee gebruikt. Volgens Tacitus bestond de riviervloot in <strong>het</strong><br />
Bataafse gebied uit “dubbeldeksroeischepen alsook vaartuigen die met één rij roeiers werden<br />
voortbewogen”. Dat laatste type is bekend <strong>van</strong> opgravingen. Zoals besproken zijn in Oberstimm en<br />
Vechten drie voorbeelden gevonden <strong>van</strong> circa 15 tot 16 meter lange oorlogsschepen met een enkele<br />
rij roeiers, een breedte <strong>van</strong> iets minder dan drie meter en een diepgang <strong>van</strong> ongeveer een halve<br />
meter. Naast circa tien roeiers aan elke zijde, waren er op dit scheepstype waarschijnlijk twee<br />
1751<br />
Leih 2008,455; Leih 2008,455; Teigelake 2008,496.<br />
1752<br />
Van Tent 1973,127; Van der Klei 1964,99 en fig. 1; Brandenburgh en Hessing 2005,45.<br />
1753<br />
Beunder 1987 op basis <strong>van</strong> toen 38 stempels uit de regio.<br />
1754<br />
Beunder 1987.<br />
1755<br />
Tacitus, Historia IV,16 en V,23.<br />
1756<br />
Konen 2002,328 en noot 86.<br />
1757<br />
Höckmann 1986,406.<br />
1758<br />
Morel 1988,309-310.<br />
1759<br />
De Weerd 1988,184-194.<br />
1760<br />
De ‘Woerden 8’: een los spant dat in 2004 werd ontdekt bij de platbodem de ‘Woerden 7’.<br />
1761 Asaert 1976,109 en 137.<br />
609