393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het <strong>uiterlijk</strong> <strong>van</strong> de havenpoort kan in de eerste fase vergelijkbaar zijn geweest met die <strong>van</strong> de<br />
Heliniumpoort, maar dan met iets ruimere proporties. Met de veronderstelde breedte <strong>van</strong> de doorgang<br />
was er net als bij de Heliniumpoort ruimte voor slechts één doorgang. Met de mogelijke verbouwing tot<br />
een poort met halfronde torens kan de opzet <strong>van</strong> de poort vergelijkbaar zijn gebleven, dat wil zeggen<br />
met een poortkamer over de gehele breedte en met daarboven over de volle breedte een plat dak met<br />
kantelen. Dat poorttype met halfronde torens is zeer goed bewaard gebleven in Rome met daar als<br />
fraaiste voorbeelden de Porta Appia en Porta Ostiensis. Andere voorbeelden zijn stadspoorten in<br />
Londen, Lincoln en Colchester. Doorgaans bevonden zich bij torens <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voorburgse formaat in de<br />
halfronde torens elke drie vensters: één in <strong>het</strong> midden en twee aan weerszijde daar<strong>van</strong>. Boven de<br />
poortdoorgang was bij deze breedte net als bij de Heliniumpoort <strong>het</strong> aantal <strong>van</strong> drie vensters<br />
gebruikelijk. Overigens dient opgemerkt te worden dat de interpretatie als stadspoort bij de schamele<br />
door Reuvens opgegraven resten niet zeker is.<br />
De overige poorten<br />
Defensief was <strong>het</strong> niet verstandig alle wegen <strong>van</strong> poorten te voorzien. Keulen bezat in een ommuring<br />
<strong>van</strong> 3,9 kilometer lengte negen poorten, dat is gemiddeld een poort om de bijna vijftienhonderd voet of<br />
ruim vierhonderd meter. Een zelfde beeld levert Pompeji. Daar was de circa drie kilometer lange<br />
ommuring voorzien <strong>van</strong> zeven of waarschijnlijk acht poorten, dus ook één poort om de ongeveer<br />
vierhonderd meter. 177 In de jongere en veel langere stadsmuur <strong>van</strong> Rome bedroeg de afstand tussen<br />
de poorten gemiddeld een kilometer. 178 Op basis <strong>van</strong> dit schema zou een totaal <strong>van</strong> vier poorten in<br />
Voorburg redelijk passen bij <strong>het</strong> beeld in Keulen en Pompeji. In Voorburg zou dat resulteren in één<br />
poort per zijde. Maar omdat in de westelijke Voorburgse muur al twee poorten zijn aangetroffen, paste<br />
per strekkende meter in de Voorburgse bouwplanning kennelijk een groter aantal poorten.<br />
De ligging <strong>van</strong> de Heliniumpoort (poort 1, afb. 4.2) in Voorburg is begrijpelijk omdat zich daar de<br />
toegang tot de hoofdweg <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> bevond. En via de kleine westpoort (poort 2, afb. 4.2)<br />
kon de weg over de strandwal als doorgangsweg door de stad gevoerd worden. De afstand tussen<br />
beide poorten was nagenoeg driehonderd Romeinse voet. 179 Het is onzeker of er in dezelfde<br />
westmuur ook zuidelijker nog poorten zijn geweest bij de decumanus 3 en 4. In hoofdstuk 5 is bij de<br />
bespreking <strong>van</strong> de maatvoering <strong>van</strong> de wegen aangegeven dat er bij de decumanus 4 in de westelijke<br />
muur mogelijk een doorgang was, mogelijk in de vorm <strong>van</strong> een zoge<strong>het</strong>en poterne (minipoort). De<br />
daar door Holwerda opgegraven verdikking <strong>van</strong> de stadsmuur zou daar een onderdeel <strong>van</strong> geweest<br />
kunnen zijn (afb. 6.20). Gezien de onzekerheid kunnen deze mogelijke poorten <strong>het</strong> beste aan <strong>het</strong> eind<br />
<strong>van</strong> de nummering <strong>van</strong> de poorten worden toegevoegd: de mogelijke poorten 10 en 11 (afb. 4.2).<br />
Op de noordmuur kwamen vier wegen uit (cardo 1 t/m 4). Gezien <strong>het</strong> verwachte aantal poorten,<br />
bevond zich hier mogelijk alleen een poort bij de hoofdweg (cardo maximus). Maar er kan zich ook<br />
een extra poort (poort 3) hebben bevonden bij de cardo 1 omdat die ongeveer aansluit op de<br />
Binckhorstlaan. Daar in de buurt lag mogelijk een weg over de strandwal inde richting <strong>van</strong> de kust. En<br />
<strong>het</strong> muurwerk is op die plek over een lengte <strong>van</strong> twaalf meter niet opgegraven, wat voldoende ruimte<br />
laat voor een kleine poort. Het valt op dat de grachten aan weerszijden niet in elkaars verlengde<br />
liggen, een afwijking die ook kenmerkend is voor de twee opgegraven poorten in de westmuur (afb.<br />
9.26). 180 Het is <strong>van</strong> belang dat de buitenste gracht verspringt. Een onderbreking in de binnenste gracht<br />
zou namelijk nog uit de eerste fase kunnen dateren toen er nog geen stadsmuur was. De buitenste<br />
hangt vermoedelijk met de aanleg <strong>van</strong> de stadsmuur samen. Overigens is voorzichtigheid geboden<br />
omdat Holwerda de tegenoverliggende sporen in twee verschillende campagnes onderzocht en<br />
slechts een klein puntje <strong>van</strong> de buitenste gracht aangeeft. Hij kan de sporen dus verkeerd<br />
geïnterpreteerd hebben. 181 Als hier al een poort stond, zal die waarschijnlijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> kleine type zijn<br />
geweest, vergelijkbaar met de kleine westpoort. Iets oostelijker vond Reuvens een verdikking <strong>van</strong> de<br />
stadsmuur die ook met een poort te maken zou kunnen hebben. Maar blijkens de hoogtemetingen <strong>van</strong><br />
Reuvens was de stadsmuur hier dieper uitgegraven. Ten oosten <strong>van</strong> de verdikking geeft Reuvens<br />
voor de bewaarde hoogte <strong>van</strong> <strong>het</strong> fundament <strong>van</strong> de stadsmuur vrij constant hoogtes rond de 0,3 tot<br />
0,4 meter boven NAP. 182 De onderkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> fundament lag ongeveer 0,2 meter beneden NAP<br />
zodat <strong>het</strong> fundament tot ongeveer een halve meter hoogte was bewaard. Bij de verdikking geeft<br />
177<br />
Wolff 2000,144 (Keulen); Eschebach 1993,10 en Cantarella en Jacobelli 2003,62 (Pompeji).<br />
178<br />
Namelijk 18 poorten in de 19 kilometer lange muur (Connoly en Dodge 1998,251).<br />
179<br />
440 mm. op de grote linnenkaart = 88 meter, plus 0,5 meter versnijding voor opgaand muurwerk; 300 voet <strong>van</strong> 0,296 meter<br />
is 88,8 meter.<br />
180<br />
Ook is <strong>het</strong> opvallend dat zich juist op deze plek na de Romeinse tijd een terreinafscheiding bevond, wat ook <strong>het</strong> geval is bij<br />
de volgende toegang; dat kan dus met een oude toegang verband houden; Buijtendorp 1982,149-151 (afb. 11-14).<br />
181<br />
Holwerda en Evelein 1911 afb. 29 met sporen uit opgraving 1908 en 1910.<br />
182<br />
Kaart RA 30 c.12 geeft 1,7 - 1,8 meter beneden meetpunt op 2,12 m + NAP.<br />
417