393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Interessant was de vondst <strong>van</strong> een ruw bewerkte tufstenen zuil in <strong>het</strong> zuidwesten <strong>van</strong> werkput 1 op<br />
de bodem <strong>van</strong> de geul, circa 1,8 meter beneden NAP. De zuil had een diameter <strong>van</strong> ruim een halve meter<br />
en was ongeveer twee meter lang. De opgravers denken aan een verloren stuk lading omdat de zuil ruim<br />
zeven meter <strong>van</strong> de westelijke oeverconstructie is gevonden, en onmogelijk over zo’n afstand in <strong>het</strong> water<br />
kan zijn gegooid. 1674 Gezien <strong>het</strong> niet afgewerkte oppervlak gaat <strong>het</strong> om een halffabricaat. Er is gedacht<br />
aan <strong>het</strong> halffabricaat <strong>van</strong> een mijlpaal omdat deze ongeveer <strong>het</strong>zelfde formaat hadden. Dat <strong>het</strong> om een<br />
halffabricaat gaat zou kunnen verklaren dat een inscriptie ontbrak. Maar mijlpalen waren vaak uit een<br />
gladdere steensoort gemaakt ten behoeve <strong>van</strong> de leesbaarheid <strong>van</strong> de inscriptie. Zo is bontzandsteen uit<br />
de Eifel gebruikt voor alle vier de mijlpalen <strong>van</strong> Wateringse Veld en de twee mijlpalen uit Rijswijk. 1675 Het<br />
zal daarom eerder gaan om een zuiltrommel <strong>van</strong> een tufstenen zuil zoals <strong>het</strong> iets kleinere exemplaar dat<br />
door Reuvens is opgegraven (afb. 12.13). Omdat bij gebouwen de zuilhoogte vaak acht tot tienmaal de<br />
zuildikte bedroeg, zou een komplete zuil <strong>van</strong> deze dikte vier tot zes meter hoog geweest kunnen zijn, dus<br />
uit twee of drie <strong>van</strong> dergelijke zuiltrommels bestaan kunnen hebben. Dat dookgaten voor de onderlinge<br />
verbinding ontbreken zou passen bij de interpretatie <strong>van</strong> de opgravers dat <strong>het</strong> om een halffabricaat gaat.<br />
Het is overigens goed mogelijk dat dergelijke zuiltrommels zijn gebruikt in de havenconstructie,<br />
bijvoorbeeld als meerpaal of markering <strong>van</strong> <strong>het</strong> deel <strong>van</strong> de geul waar de geul diep genoeg was. Een<br />
interessante parallel vormen de stenen zuilen die in 1976-1977 langs de houten kade bij de Romeinse<br />
stad in Xanten zijn opgegraven. Enkele zuilstompen stonden nog op hun plaats in de oude<br />
waterbedding, direct tegen de houten kade. Een ander exemplaar was in de bedding omgevallen, wat<br />
doet denken aan de situatie in Voorburg. 1676 De Voorburgse zuil ligt evenwijdig aan de<br />
oeverconstructie en kan na te zijn omgevallen langs de oever omlaag zijn gerold. Ook kan er tijdens<br />
de bouw bij <strong>het</strong> lossen <strong>van</strong> de havenzuilen iets fout zijn gegaan. Misschien is er een verband met de<br />
partij tufstenen die Reuvens hier circa vijf meter westelijker heeft opgegraven. De zuidelijke rand<br />
hier<strong>van</strong> lag in zijn sleuf en werd door Reuvens als een rechte lijn getekend, terwijl hij <strong>het</strong> oostelijke<br />
uiteinde onregelmatig tekent, mogelijk omdat daar een deel in de geul is weggezakt. De tufstenen<br />
bevonden zich in put k, de verbinding tussen sleuf N6 en N7 (afb. 2.6). 1677 De hoogtemaat op de grote<br />
kaart <strong>van</strong> Reuvens wekt de indruk dat de tufstenen ongeveer een halve meter beneden NAP<br />
lagen. 1678 Put k ligt ter hoogte <strong>van</strong> de zuidwesthoek <strong>van</strong> werkput 1 <strong>van</strong> <strong>het</strong> AAC waar de geulbodem in<br />
<strong>het</strong> midden al de maximale diepte <strong>van</strong> ongeveer 1,8 meter beneden NAP had bereikt. Mogelijk vormde<br />
de stenen een plateau ter hoogte <strong>van</strong> <strong>het</strong> loopniveau op de oever omdat <strong>het</strong> Romeinse loopniveau<br />
hier rond dit niveau gelegen lijkt te hebben. 1679 Het is daarom goed mogelijk dat de tufstenen een<br />
plateau vormden voor de zuil, of voor iets anders. De tufstenen lijken een rechthoek <strong>van</strong> circa<br />
anderhalf bij vijf meter gevormd te hebben met de lange zijde ongeveer loodrecht op de kade. 1680 Het<br />
lijkt erop dat de constructie in de geul stak. Omdat Reuvens verder geen details geeft, valt overigens<br />
niet uit te sluiten dat <strong>het</strong> slechts om puin gaat dat later in de geulvulling is weggezakt. Zowel Hallewas<br />
als <strong>het</strong> AAC hebben namelijk tufsteen gevonden in de puinlaag boven de geulvulling. 1681 Indien de<br />
tufstenen zuil op dit tufstenen plateau stond, zou deze havenzuil circa twee meter boven de kade zijn<br />
uitgestoken.<br />
Misschien dat nader onderzoek naar slijtagesporen <strong>van</strong> bijvoorbeeld scheepstouwen nog meer<br />
aanwijzingen oplevert over de functie <strong>van</strong> de tufstenen zuil. Mogelijk is ook tot een bepaalde hoogte<br />
de langdurige inwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> water in <strong>het</strong> relatief zachte tufsteen zichtbaar. Daarnaast kunnen een<br />
of meer <strong>van</strong> de Voorburgse eiken havenpalen een grotere lengte hebben gehad en als meerpaal zijn<br />
gebruikt. In Velsen zijn namelijk verschillende houten meerpalen opgegraven die zijn gebruikt voor <strong>het</strong><br />
vastleggen <strong>van</strong> schepen. 1682 In hun eerste tussenrapportage gaven de opgravers <strong>van</strong> AAC aan dat<br />
geen resten zijn gevonden <strong>van</strong> opgaand houtwerk met bijvoorbeeld slijtagesporen. 1683 Maar <strong>het</strong> is<br />
goed mogelijk dat bijvoorbeeld meerpalen later secundair als gewone havenpaal zijn gebruikt, en nog<br />
sporen <strong>van</strong> de eerste functie bevatten. Het is daarom <strong>van</strong> groot belang dat een dergelijk grote<br />
hoeveelheid houtwerk uit de haven op dit soort details onderzocht kan worden.<br />
1674<br />
Ligging en maten geschat op basis <strong>van</strong> Driessen 2009a,67; Van der Heiden 2009a,19 fig. 2.6 vlak 3 en 4 (ligging); De Wolf<br />
en Cleveringa 2009,35 fig. 3.2 (profiel: ligging op bodem); Driessen 2010,71-72 met foto.<br />
1675<br />
Waasdorp 2003,17, 20, 25, 38 en 34-35 voor steensoort en maten (Wateringse Veld); Dorenbos, Holthausen en Koot<br />
2009,114 (Rijswijk).<br />
1676<br />
Bechert 1999,27 Abb. 27; Leih 2008,452 en Abb. 307.<br />
1677<br />
Reuvens Dagboek <strong>II</strong>,35: lichtbruin op de grote kaart.<br />
1678<br />
Namelijk 2,61 meter beneden <strong>het</strong> nulpunt op 2,12 meter + NAP, dus 49 cm - NAP.<br />
1679<br />
Daarop duidt <strong>het</strong> profiel <strong>van</strong> de westelijke oever in Driessen 2009a,57 fig. 6.1 (profiel 11 werkput 1).<br />
1680<br />
Dat zijn ongeveer de afmetingen op de grote kaart, met de lichtbruine kleur die volgens de legenda “ tuf” aanduidt.<br />
1681<br />
In profiel 1 <strong>van</strong> werkput 1 ligt de top <strong>van</strong> de ‘dark earth’ op ongeveer een halve meter beneden NAP, <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de<br />
tufstenen (profiel in De Wolf en Cleveringa 2009,35 fig. 3.2).<br />
1682<br />
Rieche en Heimberg 1998,62-63 afb. 94; Morel 1988,137.<br />
1683 Driessen 2009a,59.<br />
601