393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
espreking <strong>van</strong> de overige poorten worden gewezen op de mogelijkheid dat <strong>het</strong> hier (mede) om een<br />
kleine poort gaat (poterne).<br />
Nergens is <strong>van</strong> de stadsmuur <strong>het</strong> opgaande muurwerk teruggevonden. Daarom moet de dikte<br />
daar<strong>van</strong> afgeleid worden uit de breedte <strong>van</strong> <strong>het</strong> fundament. Vitruvius adviseert voor fundamenten <strong>van</strong><br />
een stadsmuur: “Ze moeten een stuk breder zijn dan <strong>het</strong> deel <strong>van</strong> de muur dat boven de grond zal<br />
verschijnen, en ze moeten zo solide mogelijk worden aangelegd”. In de omgeving, waar de<br />
bodemomstandigheden enigszins vergelijkbaar zijn, bieden Valkenburg aan de Rijn en Utrecht<br />
voorbeelden <strong>van</strong> tot boven <strong>het</strong> oorspronkelijke maaiveld bewaard gebleven verdedigingsmuren. In <strong>het</strong><br />
nabijgelegen Valkenburg was de dikte <strong>van</strong> de muur <strong>van</strong> castellum 6 iets minder dan 2/3 <strong>van</strong> de<br />
fundamentbreedte. In Utrecht lijkt dat dezelfde verhouding voor te komen of zelfs een relatief nog iets<br />
breder fundament. 66 Dat zal in Voorburg niet veel anders zijn geweest. Het betekent voor <strong>het</strong><br />
opgaande muurwerk in Voorburg bij een fundamentbreedte <strong>van</strong> 1,3 meter een muurdikte <strong>van</strong> circa 0,8<br />
meter. De versnijding bedroeg dan in totaal ongeveer een halve meter. De borstwering was op hoge<br />
muren vaak <strong>het</strong> dunst omdat de ruimte er bij gebrek aan achterliggende aarde wal schaarser was en<br />
bovendien de kans kleiner was dat de kantelen met geweld belaagd zou worden. Een voet was hier<br />
de minimale dikte zoals voorbeelden illustreren op de hoge smalle muren <strong>van</strong> Nimes (borstwering 32<br />
centimeter), Verona (ruim 40 centimeter) en Rome (45 centimeter). Bij lagere muren lijkt een breedte<br />
<strong>van</strong> twee voet (circa 60 centimeter) de norm geweest te zijn, mogelijk omdat de kracht <strong>van</strong> eventuele<br />
projectielen groter was. Deze breedte is onder meer vastgesteld bij de nog aanwezige borstweringen<br />
<strong>van</strong> Carcassonne en Frejus, en de iets smallere borstwering <strong>van</strong> Gaer Gybi (55 centimeter). 67 Verder<br />
duiden dekstenen erop dat dit de gebruikelijke maat was bij de veelal bescheiden muren in <strong>het</strong><br />
noorden. Voorbeelden zijn Londen, Trier, Rottweil en Okarben. 68 Dat was waarschijnlijk ook <strong>het</strong><br />
formaat in Valkenburg. Daar is <strong>van</strong> <strong>het</strong> castellum een deksteen gevonden <strong>van</strong> circa 0,7 bij 1,0 meter.<br />
Bij een versnijding rondom <strong>van</strong> 1/6 e voet (circa 5 centimeter) paste die deksteen op een kanteel <strong>van</strong><br />
0,6 bij 0,9 meter, dus een twee voet dikke kanteel met een breedte <strong>van</strong> drie voet. Omdat de wal achter<br />
de Voorburgse stadsmuur voldoende ruimte bood en de weergang relatief laag was, is een dergelijk<br />
formaat voor <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> ook <strong>het</strong> waarschijnlijkst. 69<br />
Het <strong>uiterlijk</strong> <strong>van</strong> de stadsmuur<br />
Dankzij losse vondsten valt ook een redelijk beeld te vormen <strong>van</strong> de bekleding <strong>van</strong> de muur, een<br />
gezichtsbepalend aspect dat <strong>van</strong> groot belang is voor de reconstructie. Het opgaande muurwerk<br />
bestond waarschijnlijk zoals gebruikelijk uit een kern <strong>van</strong> mortel met kleine brokken natuursteen, aan<br />
weerszijden bekleed met handzame rechthoekige blokken tufsteen. Volgens opgraver Holwerda zijn<br />
“vierkant behouwen steenen, die blijkbaar tot dien bovenbouw hebben behoord, vooral in de grachten<br />
teruggevonden”. Ook aan de binnenzijde <strong>van</strong> de omwalling vond hij “vierkante breukstenen, groot en<br />
klein, <strong>van</strong> den bovenbouw <strong>van</strong> den muur”. Mogelijk is bij de sloop de borstwering deels naar binnen<br />
gevallen en zijn stenen onderaan de voet <strong>van</strong> de wal beland. Iets ten zuiden <strong>van</strong> de verbreding in de<br />
stadmuur vond Holwerda namelijk een serie <strong>van</strong> ongeveer vijfentwintig stenen op ruim 6,5 meter <strong>van</strong><br />
de muur, precies de breedte <strong>van</strong> de wal. 70 In 1993 kwamen bij <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> een olietank ook<br />
een aantal brokken tufsteen tevoorschijn die waarschijnlijk afkomstig waren uit de gracht voor de<br />
stadsmuur. 71<br />
Het gaat bij de verschillende los gevonden tufstenen blijkens Holwerda’s eindverslag om<br />
“bouwtufsteen” uit de Duitse Eifel, “en wel uit de buurt <strong>van</strong> Weibern, Riedel, Bill of Ettrigen”. Er is<br />
kennelijk een andere steengroeve gebruikt dan in <strong>het</strong> nabijgelegen fort in Valkenburg waar tufsteen uit<br />
<strong>het</strong> Duitse Brohltahl is toegepast. 72 Holwerda vermeldt bij zijn determinatie <strong>van</strong> de Voorburgse stenen<br />
namelijk nadrukkelijk dat <strong>het</strong> niet gaat om “trastufsteen uit de Brohl- of Netterdalen”. 73 Beide gebieden<br />
liggen vrij dicht bij elkaar in een streek bij Andernach zodat de afkomst toch redelijk goed bekend is.<br />
Bij beter bewaard gebleven Romeinse verdedigingsmuren in onder meer Valkenburg en Utrecht<br />
waren de steenlagen zo’n halve voet (circa vijftien centimeter) hoog, de circa twee centimeter hoge<br />
66<br />
Van Giffen 1948 plaat 7 en Van Giffen 1955 plaat 5-6 (Valkenburg); Ozinga en De Weerd 1989a,53 afb. 24 en Ozinga en De<br />
Weerd 1989c,110 en afb. 72 (Utrecht); Buijtendorp 1988d; Driessen 2007,111 komt op verhoudingen <strong>van</strong> 0,71 tot 0,9, wat een<br />
muurdikte tussen de 0,92 en 1,17 meter zou opleveren. Hier wordt de verhouding uit Valkenburg en Utrecht aangehouden<br />
omdat die voorbeelden uit de directe omgeving komen.<br />
67<br />
Woods 2002,306; Blanc<strong>het</strong> 1907,213; Fourdrin 2002,312-313.<br />
68<br />
Grenier 1958,520; Buijtendorp 1988d,11-12.<br />
69<br />
Buijtendorp 1988d,11-12.<br />
70<br />
Holwerda 1913, 17, 28 en afb. 16.<br />
71<br />
De Jager 2006c,488; Milot 1993d.<br />
72<br />
Van Giffen 1948,284.<br />
73<br />
Holwerda 1911,16; 1912,17 en 28 (met “steenen” aangegeven op afb. 16); 1923,151 en 191.<br />
405